Grote wasjes,kleine wasjes,stop ze in de wasmachin
Door: Erna
Blijf op de hoogte en volg Erna
03 December 2018 | Colombia, Medellín
Ik was nog iets vergeten te vertellen, de vorige keer. Toen Bernadette en ik aan het eten waren, hadden we het over de dingen die we al gezien en gedaan hadden, tijdens onze reis. Zo hadden we het ook over Rurrenebaque, de amazone in Bolivia. Zij had dezelfde tocht gedaan als ik. We wisselden onze ervaringen uit, en toen ik over Pedro (die “tamme” kaaiman) begon, zei ze dat zij wel dezelfde gids moet hebben gehad. Beide zochten we een foto van hem op en lieten die tegelijk aan elkaar zien. Ja! Het was Louis! En hij had zelfs op beide foto’s dezelfde kleren aan! Hilarisch! Zij is daar vier dagen na mij geweest. Grappig. Ik vertelde over de terugvlucht, dat ik dat maar niks vond, in dat kleine vliegtuigje, tussen/in die wolken te hobbelen. Ze vertelde dat zij op haar terugvlucht tussen het onweer vloog, met dat kleine vliegtuigje.. oh my goddd.. Zó blij dat ik daar niet in zat..
Ennn nog iets: hier in Colombia is het erg populair om plastische chirurgie te doen. Vooral de borsten en billen zijn vaak opgepompt. Bernadette en ik waren in de metro zo gefocussed op iemands opgepompte billen (ze zat erop en we vroegen ons tegelijk af hoe dat zou zitten), dat we bijna onze halte mistten, haha. Oké, dat was dat. Terug naar het heden.
Na het aftypen van m’n reisverslag en de goede kop koffie, checkte ik nog even m’n fb. Ik had een bericht geplaatst in de fb groep van Nederlandse backpackers in Zuid- en Midden-Amerika, over waar ik hier Ajax kon kijken. Een jongen had gereageerd dat hij in de Beer Store ging kijken. Ik liep daar dus heen en bestelde een biertje. Al snel kwam hij aanlopen. Ik zag gelijk dat hij Nederlands was, en hij zag dat ook aan mij haha. Het was Frank uit Nagele, de polder. Ah, dat ken ik. Met de platte daken. Niet dat ik er ooit geweest ben, maar mijn papa heeft me dat eens verteld. Hij vond het grappig dat ik dat wist. Ik bestelde een biertje. Na een fruitsapje stapte hij ook over op een biertje. Terwijl we het over van alles hadden, keken de wedstrijd, die best saai was, de eerste helft. De tweede helft was beter en scoorde Ajax 2x, wat tevens de einduitslag werd. Mooi. Toen de wedstrijd afgelopen was, regende het super hard. Nog maar een biertje dan. En daarna nog een, en nog een. Er kwam een zwerver/schooier/lolly verkoper bij ons aan de tafel. Of we lolly’s van ‘m wilde kopen. Hij had er vier in z’n hand en begon een heel zielig verhaal over dat hij nog twee zusjes en een broertje had en dat ze niks te eten hadden. Ik zei tegen Frank: “hij heeft toch vier lolly’s in z’n hand? Nou, voor ieder één”. Oooh we moesten zo lachen. Zo sneu. Toen het schemerig begon te worden liepen we naar onze hostels toe. Hij zat in hetzelfde hostel als Bernadette (die trouwens inmiddels alweer vertrokken is): het hostel 100 meter bij mij vandaan. Ik liep door naar mijn hostel en ging nog even uiteten bij het restaurantje om de hoek. Daarna ging ik terug naar mijn hostel waar ik de rest van de avond doorbracht op mijn bed: ik schreef me in bij Woningnet, verstuurde nog wat mailtjes, boekte een ander hostel voor de laatste vier nachten die ik hier nog in Medellín heb en viel in slaap. Of nouja, na 3000x niezen viel ik in slaap. In de dorm hangen twee ventilatoren die continu aan staan te loeien, waardoor ik de afgelopen nachten kou heb gevat en nu snotverkouden ben. Irritaaaaaant. Ik draaide dus ook een slechte nacht. Pff. De volgende ochtend zat ik om 7:00 uur weer aan het ontbijt met dezelfde mensen als die twee ochtenden ervoor. Ze raadden me de Comuna 13 tour aan, maar die zat al vol voor die dag, dus boekte ik ‘m voor de dag erna. Een van de jongens zei dat hij met de kabelbaan omhoog was geweest, wat hij best leuk vond. Dat vandaag maar doen dan. Na het ontbijt friste ik me op en ging ik naar de metro. Ik werd weer lekker aangestaard daar. Na ruim 20 minuten in de metro te hebben gezeten (deze stad is groot!) kwam ik aan bij het kabelbaanstation, waar ik de kabelbaan naar Santo Domingo pakte. Het was alweer een lekker zweterig weertje. Een van de vrouwen die bij mij in het bakje zat, vroeg me waar ik vandaan kom. “Oooh, helemaal uit Nederland”, was haar reactie (in het Spaans dan hè). Ze wilde ook zulk blond haar als ik, en vroeg of het mijn natuurlijke haarkleur was. Natuurlijk! ;) Half Nederland, en half Denemarken en IJsland weet ik inmiddels, ziet er zo uit als ik, hahah. Oh ze was zo jaloers, zei ze, hahah. Toen we uitstapten in Santo Domingo hoorden we allemaal geschreeuw op de trap, en stonden er heel veel mensen over het muurtje te gluren wat er allemaal gebeurde. Ik ook natuurlijk. Bijzijn is meemaken! Het waren drie dooonkere mense die door de popo even flink “te plak” werden gezet. Het leek wel een dierentuin, met dat gekrijs. Ook toen ze een hokje in werden geduwd smeet een van de meisjes haar koffer meerdere malen loeihard tegen de muur. Hahah. Iedereen stond te kijken, ook aan de andere kant van de exit poortjes. Daar kon ik ook niet door, omdat er heel veel mensen voor stonden. Op een gegeven moment had ik het wel gehoord, en vroeg ik voorzichtig aan de mensen aan de andere kant van het poortje: “uhmmm, puedo salir, por favor?” en gingen ze gelukkig voor me aan de kant. Ik liep de wijk in, naar een uitkijkpunt over de stad. Ik kon de uiteinden van de stad niet zien, zo groot is Medellín. De mannen die bezig waren met de weg zeiden iets over mij. Ik hoorde namelijk het woord “gringa”, wat de vrouwelijke vorm van “gringo” is (wat eigenlijk Amerikaan betekent, maar ook wordt gebruikt om gewoon een buitenlander aan te duiden). Nadat ik nog wat foto’s van mooie muurschilderingen had gemaakt, liep ik weer naar de kabelbaan en pakte een kabelbaan nog verder omhoog, naar een park. Nou, park, noem het maar een bos. Na 20 minuten in die kabelbaan te hebben gezeten, met een heel mooi uitzicht over dat bos trouwens, kwam ik aan bij het eindstation. Vanaf daar kon je door dat bos lopen. Hmwoa, het was koud en flink bewolkt, dus na 10 minuten had ik het wel weer gezien en stapte ik weer in de kabelbaan naar beneden. Ik vond het uitzicht vanuit daar namelijk mooier, hoewel ik daar op de terugweg niks meer van zag. Ik zat namelijk middenin de wolken. Toen ik weer beneden was en de metro weer instapte, bedacht ik me dat onze gids van de walking tour van eergisteren ons gewezen had op een goed koffietentje. Daar had ik zin in! Ik stapte bij de desbetreffende halte uit en liep onder veel bekijks naar het tentje waar ik een goede koffie dronk. Ik was vlakbij het park met de Botero vogels waarvan één was verwoest door een handgranaat. Toen we daar eergisteren waren, begon het heel hard te regenen, dus ik had geen propere foto kunnen maken. Na de koffie liep ik dus terug naar het park waar ik nog wat foto’s van de standbeelden maakte. De walking tours waren inmiddels ook aangekomen in het park. Hee, daar zat Jonathan ook! Ik zwaaide naar hem, en hij zwaaide terug. Grappig. Ik liep door naar de metro, en kocht onderweg nog een “oliebol”, tenminste, daar leek het op. Ik had ze al heel vaak gezien. Onze gids van de walking tour vertelde dat er iets van een kaasmengsel in zat. Anders. Toen ik terug was in het hostel, ging ik even boven chillen, op het dakterras (dak-ter-ras). Na een tijdje kwam daar een hele grote, blonde kerel aanlopen. Het was Jean, uit Vlaanderen. We praatten wat. Gezel. Toen hij sigaretten ging halen, chillde ik even in m’n dorm. Later ging ik weer terug naar het dakterras en sloot me bij Jean en Emma (uit de UK) aan. We dronken een biertje en gingen daarna naar een pleintje verderop, waar we met vrienden van Emma wat gingen drinken. Gezel. Het waren Cat uit Australië en ...?! (onverstaanbaar) uit Ierland. Jean en ik moesten lachen: die kerel uit Ierland leek wel onder invloed te zijn ofzo, zo raar dattie praatte. Maar waarschijnlijk was het gewoon zijn accent, want Cat en Emma praatten wel terug. Nou, wij verstonden er niks van. Na een mojito’tje liepen we naar het Italiaanse restaurantje verderop waar we gingen eten. We bestelden rode wijn en ik nam portebello in blauwe kaassaus. Oh heerlak. Ik kon alleen bijna niet ademen doordat m’n neus zo dicht zat en ook zat ik continu tegen het niezen aan. Zo vervelend. Na het eten liepen Jean, Emma en ik terug naar het hostel, waar we elk ons bed opzochten. De volgende dag zagen we elkaar weer bij het ontbijt. Daarna spoedde ik me naar het metrostation en nam daar de metro naar San Javier: de plek waar de Comuna 13 walking tour startte. Toen ik het metrostation uit liep, zag ik zo’n 60 gringo’s staan. Dit was weer een toeristische bedoeling. Gelukkig werden we opgedeeld in meerdere groepen. Ik praatte met Nick, een Duitser die ik twee ochtenden achter elkaar bij het ontbijt had getroffen. Hij zat nu in Sugar Cane hostel, omdat er in Purple Monkey (waar ik zit, en hij ook zat) geen plek meer was. Ik verhuisde later die middag ook naar Sugar Cane, omdat ik niet 8 nachten in hetzelfde hostel wilde slapen en ik de kamer (aan de straat kant) en de ventilatoren ook niet heel chill vond. De walking tour begon met iets wat je verwacht bij zo’n tour, namelijk lopen. We liepen een kwartier in de brandende zon. Ineens kwam Jonathan naast me lopen!! Heee!! Ik had ‘m nog helemaal niet gezien. Jonathan had het erg zwaar, in de brandende zon. Ik snap wel dat Bernadette het niet echt zag zitten om met hem door die palmbomenvallei te hiken. Na een kwartiertje stopten we en kregen we de eerste uitleg van de gids. Hij had het over de “far”. Hij vroeg aan het eind of er nog vragen waren. Ja, ik vroeg wat hij bedoelde met “far” (wat hij ook echt uitsprak als het Engelse ‘ver’). Bleek het de FarC te zijn waar hij het over had. Die linkse guerrilla organisatie waar Tanja Nijmeijer (zo’n Nederlandse chick) ook bij zit/zat. Deze wijk ligt aan de rand van de stad en was vroeger een van de gevaarlijkste wijken van Medellín. Vanwege de ligging (aan de rand van de stad, naast de hoofdweg) werden via deze wijk drugs, geld en wapens naar elders vervoerd. Gezien de huizen en de infrastructuur denk ik dat het ook een van de armste wijken was, wat ook snel criminaliteit aantrekt. De overheid, Farc en verschillende gangs hebben hier gevochten voor de macht. In 2002 heeft de overheid een grote militaire actie in de wijk gehouden en alle Farc leden gedood. Vanaf toen werd de wijk langzamerhand veiliger. Nou goed, we liepen verder langs wat graffiti art. We liepen de trappen op, en stopten zo nu en dan voor een uitleg bij wat graffiti kunstwerken. Veel van deze kunstwerken vertellen een verhaal en hebben bijgedragen aan de transformatie van de wijk. We stopten steeds op plaatsen waar we vol in de zon stonden. Het was zo heet, omg. De gids was nog een jonge jongen van 21, die (heel) gebrekkig Engels sprak. Sinds een paar jaar worden er gratis Engelse lessen en Yoga klassen aangeboden in de wijk. Door het Engels wat hij daar geleerd heeft, kon hij nu tourguide zijn, wat natuurlijk wel een kans is voor zo’n jongen. We liepen nog verder bergop, en kwamen aan bij de trots van de wijk: de roltrappen. Middenin de wijk zijn in 2012 zes roltrappen gebouwd om de infrastructuur te verbeteren en daarmee de wijk toegankelijker te maken. Na de eerste roltrap kwamen we aan bij het huis van de pake en beppe van onze gids. We gingen in de “voortuin” zitten. Ik zat weer pal in de zon natuurlijk. Hij vertelde daar iets en daarna moesten we een groepsknuffel doen. Haalmedruuuuuuiiit, dacht ik. Oh, ik had het al zo heet. Daarna kregen we het “famous” mangoijsje van z’n oma. Ik nam een lik, en omg, het was zooo zout, en zoooo zuur. Ik keek naar de gezichten van anderen, en die waren hetzelfde als die van mij. Ik schraapte de buitenste laag eraf en toen was het beter, en was het ijsje gewoon zoet met stukjes mango. Pfim. We liepen door, namen een paar roltrappen omhoog en liepen nog naar een uitkijkpunt waar tevens een groep dansers een optreden gaven. Toen de gids erachter kwam dat ik uit Nederland kom, zei hij: “you know the Mol?”. Oooohja, hier had iemand mij over verteld! Er was hier in de wijk een graffiti painting van de deelnemers van “Wie is de mol?”, dat afgelopen zomer in Colombia is opgenomen! Cool. Later zag ik de painting al in de verte op een muur. We liepen naar de laatste graffiti muurschildering waar we nog wat uitleg kregen. Verder wees hij het massagraf (waar 300 tot 500 lichamen liggen) nog aan, vertelde daarover en daarna konden we nog vijf minuten zelf rondlopen door de wijk. Er stonden verderop wat kleine jongetjes te dansen. De gids zei tegen ons dat we hen geen geld mochten geven. Die jongetjes hebben ervoor gekozen om niet naar school te gaan maar om te gaan dansen op straat om zo geld te verdienen. Dat willen ze niet stimuleren. Terwijl iedereen wat rondliep en foto’s maakte, bleef ik met de gids praten. Er waren zoveel tours hier in de wijk, dat je toch nergens een foto van kon maken zonder dat er 10 gringo’s op stonden. Ik vroeg wat nu de gevaarlijkste wijk van Medellín is. De gids antwoordde dat dat de wijk hiernaast is. Het verplaatst zich dus gewoon. Maar goed. We liepen terug naar zijn pake en beppe’s huis, deden daar weer een groepsknuffel (hou op met die flauwekul), ik nog even snel terug naar de “wie is de mol?” graffiti muurpainting en daarna liep ik met een Amerikaanse meid en haar moeder terug naar het metrostation. Ze waren met z’n tweeën aan het reizen, voor een paar weken. We pakten de metro terug. Ik wees hen de weg naar de kabelbanen (hahah voel me net een local), en ik ging nog even langs de grote supermarkt en daarna terug naar het hostel. Daar maakte ik even lunch voor mezelf klaar (Griekse yoghurt met fruit, omg, dat heb ik gemist), en wijzigde m’n plannen voor kerst en oud&nieuw nadat ik met Jean had gesproken. Die tent met oud&nieuw leek me nog steeds een goed idee, maar de wc’s, keuken, alles schijnt echt heel erg goor te zijn. Ik cancelde dat en boekte een ander verblijf in een andere stad ook. Ik ga nog steeds naar dat eiland, maar niet met oud&nieuw en de accommodatie waar ik nu ga verblijven schijnt schoon te zijn. Ik slaap daar trouwens wel in een hangmat, haha. Na m’n lunch pakte ik m’n spullen en verhuisde ik mezelf naar het hostel aan de overkant. Toen ik incheckte in m’n dorm zag ik Tobias op een bed liggen. Hij zat hiervoor ook in Purple Monkey en ik had twee dagen met hem aan de ontbijttafel gezeten. We praatten wat en hadden het oa over de dingen die we raar vinden hier. Zo vind ik het bijvoorbeeld heel raar dat als je helemaal alleen bij een balie staat en een metrokaartje, entreekaartje, busticket oid wilt kopen, dat ze dan vragen hoeveel je er wilt. Dan denk ik altijd: zie jij hier ergens meer mensen?!? Tobias had hetzelfde ondervonden. Ook vind ik het raar dat tourguides, maar docenten doen dat ook vaak, eerst een kwartier lang gaan vertellen wat ze allemaal gaan vertellen het komende uur. Dan denk ik echt: je had al halverwege je verhaal kunnen zijn nu, maar goed. We hadden het verder ook over de tourguides die we hadden gehad tijdens de walking tour. Onze tourguide zei dat de locals vel tegen toeristische activiteiten zijn waarbij het allemaal om Pablo Escobar draait. Dus bijvoorbeeld de Pablo Escobar tours, waarbij je langs z’n graf gaat, of dat paintballen in een van z’n huizen. Tobias zei dat hun gids had gezegd: “je gaat toch ook niet paintballen in Auswitz?”, waarop iedereen zei: “nee, inderdaad, natuurlijk niet”. Tobias ging naar een sushi restaurant. Of ik mee wilde. Nee, sorry, ik bedank. Ik ging douchen, boekte nog wat andere hostels in Mexico en mailde voor de zoveelste keer met Delta airlines over mijn vlucht naar Nederland. Daarna ging ik naar het Italiaanse restaurantje om de hoek waar ik een tomatensoepje nam in de hoop dat mijn verkoudheid over zou gaan. Toen ik terug kwam in de dorm, praatte ik de rest van de avond met Julia en Tobias. Rond 23:00 uur gingen we slapen. Omg, dit kussen was zo chill! Gewoon groot, zacht en dik. De volgende ochtend werd ik pas om 8:15 uur wakker. Recordje! En ik was tevens de laatste die wakker werd. Ik ontbeet op het dakterras en besloot naar het memorial museum te gaan, wat Julia me adviseerde. De rest van de ochtend bleef ik steeds nog wat omhangen in het hostel. Ik maakte een nepticket die ik nodig heb voor mijn vlucht naar Mexico. Het schijnt namelijk dat, voordat je het land in mag, je moet kunnen aantonen dat je het land weer gaat verlaten. Ook had ik eindelijk na een paar dagen heen en weer mailen een nieuw ticket van Managua naar Panama in m’n inbox staan. Mooi. Dat ook weer geregeld. Ik nam afscheid van Tobias, die naar huis vloog en ging rond een uur of 11 naar het museum. Ik pakte de metro weer en moest vanaf de halte nog een eindje lopen. Het is echt niet best hoeveel mannen me hier aanstaren, dingen naar me roepen of naar me sissen alsof ik een hond ben. Na een tijdje lopen kwam ik aan bij het museum. Het waren verschillende ruimtes waar verschillende tijdperken werden uitgelegd, van de 70’s tot nu. Er was ook veel audio en beeldmateriaal, maar dat was allemaal in het Spaans. Na een tijdje had ik het wel weer gezien. Ik vond het wel indrukwekkend allemaal. Vooral die verhalen van inwoners, en bijvoorbeeld het feit dat op een gegeven moment alle begraafplaatsen vol waren en je als familie soms weken moest wachten totdat er weer een graf beschikbaar was voor je dierbare. Ik liep terug naar het metrostation en pakte de metro terug naar de wijk waar ik verblijf. Toen ik uitstapte, zag ik Neil en Michael lopen! Ik omhelsde hen en liep een stukje met hen op. Zij waren dus wel wezen paintballen en dat was “super nice”. Ze zaten in Los Patios: ik had het kunnen weten. Dat is namelijk hét partyhostel hier. Ik liep verder naar het koffietentje tegenover mijn hostel waar ik lunchte en een goede koffie nam. Ik zat tussen de kerstliederen. Van “oh holy night” tot “oh Tennbaum” (oh denneboom in het Duits). Je hoort die kerstmuziek hier overal trouwens: van supermarkt tot bus. Het regende alweer super hard, dus ik bleef zitten waar ik zat en nam nog een koffie. Aan het begin van de avond ging ik terug naar het hostel waar ik weer met Julia praatte. We hadden ook een nieuwe dormgenoot, die vertelde dat het vanavond dik feest (met vuurwerk) zou zijn omdat het om 00:00 uur 1 december was.. Waarom dat hier een speciale datum is, wist niemand. Hoewel het de goede kant op ging met mijn verkoudheid, had ik eigenlijk niet zo’n zin om vanavond ziek hard te feesten. Mijn amandelen waren ook nog wat aan de dikke kant. Op een gegeven moment kwam er nog een nieuwe chick binnen: Anna uit Chicago. We praatten even met elkaar en later ging ze koken en vroeg of iemand zin had in pasta. Ze had toch veel te veel. Ja, pfim. Ik had nog kaas, tomaten en komkommer, dus dat kwam mooi uit. Julia ging een tomatensoepje maken. In de keuken waren we gezellig aan het koken, terwijl de rest van het hostel aan de grote tafel zat in te drinken voor de rest van de avond. De pasta was pfim, maar de tomatensaus was heel zoet. Alles is hier heel zoet trouwens. Overal zitten kilo’s suiker in volgens mij. Toen we het eten op hadden, bleven we nog hangen aan de tafel met de Duitsers. Het was wel gezellig. Een van die Duitse jongens vertelde dat hij een “amigo” had besteld. Iedereen wist wel hoe laat het was. Een halfuur later was zijn neus al wit. Er kwamen later nog twee Nederlandse jongens bij ons aan tafel zitten, die Engels praatten tegen de rest. Hun super dikke Nederlandse accent was niet te missen. Ze gebruikten ook steeds “fuck” om hun verhaal kracht bij te zetten. In Nederland doen we dat best veel volgens mij, maar buiten Nederland is het best wel een ongebruikelijk en natuurlijk een raar woord wat je echt niet te pas en te onpas gebruikt. Ik vroeg Julia of ik ook met zo’n dik accent praatte. Nee. Haha, gelukkig. Volgens mij waren ze ook niet heel hoog geleid gi. Die ene jongen had een “blauwe arm” en was ook net op Cuba geweest, waar hij niks aan vond omdat hij problemen had met z’n pinpas. Hij kon niets betalen en z’n ouders moesten vanuit Nederland steeds zijn verblijf in een all-in hotel boeken. Volgens mij is de eerste dingen die tevoorschijn komt als je ‘reizen in Cuba’ googelt, dat je contant geld moet meenemen. Nadat ik die vorige zin schreef, heb dit even gegoogeld en het eerste wat ik zag: “contant geld meenemen is een must”. Haha. Rond 23:00 uur hielden Julia en ik het voor gezien en gingen naar de dorm. Daar irriteerde ik me nog aan twee Fransozen in de dorm die Frans aan het praten waren. Ja, na die paar dagen tussen Fransozen te hebben gezeten in Bolivia, hebben ze het flink verpest bij mij. Toen ik in m’n bed lag, hoorde ik steeds een geluid van iemands telefoon. Ik liep naar de receptionist, want verwachtte dat hij de dader was. Geen enkele backpacker zet namelijk z’n geluid op z’n telefoon aan, wat vervolgens dus afgaat bij elk binnenkomend berichtje. En inderdaad, het was de ontiegelijk schele receptionist, maar hij wilde het geluid wel afzetten voor mij. Dank. Terwijl ik buiten vuurwerk af hoorde gaan, viel ik in slaap. Ik werd om 4:00 uur nog even wakker van Julia die haar spullen pakte, zei haar gedag, en sliep daarna weer door tot 7:00 uur. Toen ik m’n ontbijt klaarmaakte, kwam de Duitser aanwaggelen die gisteravond een “amigo” had besteld. Hij kwam net terug van uitgaan. Toen Anna en ik aan de tafel ons ontbijt verorberden, schoof hij ook aan. Hij pakte wat schijfjes ananas en pakte een biertje uit de koelkast. Hij was duidelijk helemaal van de wereld. Een van de Zweedse meiden had eerst niet door dat hij zo knettah was, dus begon een gesprek met hem. Hij deed echt ontzettend dom tegen haar, en toen zij zei dat hij super stoned was, zei hij: “you are crazy” hahhaha. Wtf. Na twee slokken van z’n bier te hebben gehad, waggelde hij naar zijn dorm. Ik ging bedenken wat ik vandaag zou doen. Na wat googelen kwam ik uit bij een waterpark. Niet zoiets als in Spanje, maar gewoon wat zwembaden. Ik vroeg de receptioniste hoe ik daar kon komen, maar volgde haar advies niet op, en deed wat mij het beste leek. Ik nam de metro naar een bepaalde halte en pakte daar de bus. Het liep weer allemaal op rolletjes. Vanaf de bushalte was het nog een kwartiertje lopen naar het park. Toen ik daar aankwam, trof ik daar aan wat ik al had verwacht: een hele grote groep kinderen/pubers. Ach, pfim. Nadat ik een kaartje had gekocht, liep ik door naar het grootste, chillst uitziende zwembad, met ligbedden.. Pfim pfim. Er stond een hek omheen. Toen ik naar binnen liep werd ik tegengehouden. Ho, ho. M’n tas mocht niet mee naar binnen. Oh. Uhmm en nu? Nou, daar verderop waren kluisjes. Of nouja, je gaf je tas af bij een vrouwtje die erop paste. Hmm. Levend tussen hoop en vrees gaf ik m’n tas met oa m’n telefoon, wat geld en pinpas af bij het vrouwtje. Neee ho ho, dat ging niet zomaar. Nee, ik moest eerst bij dat vrouwtje daar een vuilniszak kopen. Nou, nadat die vuilniszak aan mijn tas werd bevestigd (?!? Ik dacht dat mijn tas ín die plastic vuilniszak moest) en mijn naam op de zak werd geschreven, was ik eindelijk klaar voor mijn chillsessie.. dacht ik.. Nee, allereerst had ik nog een badmuts nodig. Sexy. Die kon ik lenen van het vrouwtje die op m’n tas paste. Ha, chantage materiaal, voor het geval er iets uit m’n tas verdwenen is. Met een mooie roze badmuts, m’n handdoek, boek (die ik vanuit het hostel mee had genomen), fles water en zonnebrand in m’n handen liep ik weer naar het hek. Ik mocht er WEER niet in!!!! Sjeuzus. In perfect Spaans legde ze me precies uit wat ik moest doen om er wel in te komen, maar ik snapte er niks van. Toen zei ze iets met ‘boeken’, beeldde insmeren uit, en wees naar de andere kant van het zwembad. Nou, pfim. Ik liep naar de andere kant van het zwembad, waar ik de trap beklom en op een “terras” uitkwam waar ook ligstoelen waren. Nou, pfim. Ik ging op een strandbed liggen en begon aan m’n boek. Zo nu en dan kwamen er een paar Colombianen naast me liggen, maar ik lag daar vrijwel al die tijd alleen. Die mensen willen niet bruin worden. Toen het echt te heet onder m’n voeten werd, liep ik naar beneden, naar de ingang van het hek. En ja hoor, ik mocht eindelijk naar binnen. Wel nadat ik onder de ijskoude douche was door gelopen. M’n badmuts deed ik terloops op, toen ik het ondiepte water in liep. De helft van het bad was ondiep. De rest was diep. In het diepe zwom niemand, dus daar deed ik wat borstcrawls enzo haha. Toen ik terug zwom naar het ondiepe, had ik door waarom de Colombianen niet in het ondiepe zwemmen; 9 van de 10 Colombianen kan helemaal niet zwemmen namelijk. Sommigen deden een poging tot, maar het leek meer op een hond die aan het verzuipen was. Ik ging terug naar mijn strandbedje waar ik verder las. Op een gegeven moment hoorde ik een raar, aanhoudend geluid. Later keek ik achterom, naar het zwembad, en zag het: golven!!!!! Omg jaaaa!!! Ik wist niet hoé snel ik dat zwembad in moest komen. Ik vond het machtig en was weer een van de weinigen in het diepe. Toen de golven gingen liggen, ging ik weer terug naar m’n boek. Rond 14:00 uur zag ik weer hele donkere wolken aankomen, en bedacht ik me dat het wellicht tijd was om weer naar het hostel te gaan. Zo gezegd, zo gedaan. Al m’n spullen zaten trouwens nog in m’n tas! Op de terugweg ging ik nog langs de supermarkt voor wat groenten, fruit, bonen en wraps. Toen ik de supermarkt uitliep, begon het al ietsje te regenen. Gewoon negeren. Vijf seconden later begon de stortbui. Zeiiiiknat kwam ik aan bij het hostel, waar ik eerst maar eens lunch ging maken. Daarna bleef ik nog wat hangen aan de tafel, waar die Nederlandse jongen (met die blauwe arm) ook aanschoof. Wat een domme prater. Er kwam ook nog een Nederlander bij ons zitten die net had ingecheckt. Mijn kleren waren nog steeds niet opgedroogd, dus ik had het inmiddels redelijk koud. Ik ging terug naar m’n kamer waar ik met een Nederlandse chick praatte. Ze was net aangekomen, en vroeg of ik de afgelopen dagen ook in “...”(?) hostel had gezeten, in Salento. Uhm nee. “Oh. Je lijkt echt ontzettend op een meid van daar”. Goh, je meent het. Ik ging douchen. De douche veranderde steeds van temperatuur, maar was over het algemeen wel warm. Ik chillde nog even in m’n bed en hoorde die jongen die vanochtend zo dronken/high was, praten met de Zweedse chick. Hij kon zich niets meer herinneren van hun gesprek van die ochtend. Ik ging daarna wraps maken en praatte wat met een jongen uit Duitsland, die samen met een Franse chick eten had gekookt. Toen haar Franse vrienden hun intrede deden, ging ik weg. Wat een irritant volk, te Frans praten(/schreeuwen). Ik ging in m’n bed liggen en viel ook al snel in slaap, terwijl de rest allemaal op stap was. Mijn amandelen waren weer dikker geworden, dus ik voelde me nog steeds wat half. De volgende ochtend werd ik om 7:00 uur weer wakker, en ging ik naar het dakterras waar ik Erica op reis keek, en daarna mijn ontbijt klaarmaakte. Het Duitse stel wat ik alle dagen al tref, was ook alweer vroeg van de partij. Ze waren jaloers op mijn bananen pannenkoekjes. I knowww.. Ik had niet echt plannen voor vandaag, dus bleef wat hangen daar. Ik praatte nog met die Duitse jongen en die Nederlandse jongen die gisteren had ingecheckt. Grappig, Medellín/Colombia is voor heel veel mensen het startpunt van hun reis/vakantie. Ik heb nu al een paar keer gehad dat mensen het echt “insane” vinden wat ik allemaal al heb gedaan. Het Nederlandse meisje uit m’n dorm was ook maar “kort” aan het reizen; 3 weken. In januari begint ze met haar premaster communicatiewetenschap aan de VU! Toevallig! Ik vertelde dat ik dat ook had gedaan, en ook voorafgaand aan die premaster Colombia had bezocht! Na het ontbijt bracht ik m’n was bij de laundry service en ging ik even naar de mega grote supermarkt hier vlakbij om wat aftersun, zonnebrand, mosquitospray e.d. te kopen. Dat zal op San Andrés wel duur zijn, denk ik. In de supermarkt kwam ik echter niet verder dan de kledingafdeling. Omg, ja, hier had ik zin in: nieuwe kleding. Ik kocht een panterprint broek en een superleuk badpak. Weer eens wat anders. Ik moest daarna terug naar het hostel, want door deze zeer belangrijke aankopen, was m’n geld op. In het hostel dumpte ik m’n spullen, pakte ik geld uit m’n kluisje en liep terug naar de supermarkt waar ik de dingen kocht waar ik in eerste instantie voor kwam. De rijen voor de kassa in deze supermarkt zijn zo lang, dat er zelfs stoelen voor elke kassa staan voor mensen die niet zo lang kunnen staan. Deze keer heb ik 20 minuten in de rij gestaan. Terug in het hostel bereidde ik m’n lunch (de vulling van de wraps van gisteren) en chillde in een schommelstoel. Emma appte me of ik zin had om vanavond met haar naar een markt te gaan voor avondeten. Ja, leuk! Nadat ik weer wat had geschreven en gelezen, ging ik m’n was ophalen. Toen ik m’n schone was uit de zak haalde, bleek dat er een aantal dingen niet gewassen waren, ik er een extra sok bij had, er witte vegen van het wasmiddel of wasverzachter op m’n zwarte kleding zat en bovenal: dat mijn t-shirt jurkje is gekrompen!! Hij kwam voorheen tot op mijn knie, maar nu viel hij nog maar net over m’n billen heen. Sukkels. Ik liep terug met het jurkje in m’n hand en vroeg wat ze met m’n was hadden gedaan. Hij zei dat ik aan had moeten geven dat het niet in de droger kon. Ik zei dat ik niet wist dat zij een droger gebruikten. De wasserettes waar ik in al die maanden mijn was heb gedaan, gebruikten altijd centrifuges en/of hingen de was aan de waslijn te drogen. Hij vroeg hoe ik dacht dat ze de was dan droogden? Ik zag de drogers toch ook staan?! Nou, sorry hoor, maar ik zie allemaal witgoed machines en heb niet zo specifiek gekeken wat het dan was. Ik zei dat ik het heel raar vond dat zij niet aangeven dat ze alles in de droger pleuren, dat ze zelf ook niet kijken wat ze precies in de droger stoppen en dat ze nu ook nog mij de schuld gaven. Wie is hier nou de wasserette, gij of ik?! Toen hij zei dat ik moest leren van deze ervaring schoot ik helemaal uit m’n slof: “I have to learn from this experience? YOU have to learn from this experience and tell people that you put things in the dryer!!”. Daarna liep ik weg. Later bedacht ik me dat ik niet eens was begonnen over die extra sok, de niet gewassen kleding en de vegen op m’n zwarte kleding. In het hostel chillde ik weer op het dakterras en keek BZV terug. Aan het einde van de middag appte ik met Emma, kleedde me om en ging naar de markt. Het was een overdekte foodhal, zoals “De Hallen” zegmaar. Top. We begonnen met een gin-tonic (zo lekker) en liepen daarna langs de verschillende kraampjes. Ik ging voor een hartige (hartelijke) crêpe en Emma voor een curry. Lekkor. Daarna liepen we terug naar het metrostation en gingen terug naar onze hostels. Daar praatte ik nog even met wat mensen, en ging snel slapen. De volgende ochtend was ik weer om 7:00 uur uit de veren, maakte ontbijt en pakte m’n spullen. Hè, hè, het was eindelijk tijd om Medellín te verlaten en om naar Guatapé te gaan. Ik liep helemaal bepakt en bezakt naar het metrostation en nam de metro naar de andere kant van de stad. Een oud mannetje stond voor me op. Nee, nee, nee, blijf aub zitten beste man. Ik stond hier prima. Toen ik aankwam bij de desbetreffende halte liep ik naar het busstation waar ik een ticket kocht naar Guatapé. Toen ik de geprinte ticket van haar kreeg, vroeg ik bij welke gate ik moest zijn. In de categorie rare vragen, zei ze: “oh, you want to leave now?”, “uh yes?!” niet morgen ofzo, nee. Ze pakte m’n ticket, veranderde wat dingen en ik kreeg ‘m weer terug. Ik moest bij gate 13 zijn. Bij die bus gaf ik m’n backpack af en nam plaats in de bus die een paar minuten later vertrok. Yes, de stad uit. Heerlijk. Na 2 uurtjes rijden kwam ik aan in Guatapé.
-
03 December 2018 - 16:19
Johan:
Ik doch gewoan as beppe: goed lêze, dan is t krekt al beleefst t sels.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley