Hij die niet genoemd mag worden - Reisverslag uit Medellín, Colombia van Erna Jonkman - WaarBenJij.nu Hij die niet genoemd mag worden - Reisverslag uit Medellín, Colombia van Erna Jonkman - WaarBenJij.nu

Hij die niet genoemd mag worden

Door: Erna

Blijf op de hoogte en volg Erna

27 November 2018 | Colombia, Medellín

Quito:
Toen ik m’n broccoli en worstjes pakte, zaten Rebecca en Daniel in de kamer op een bed. Ze vroegen waar ik m’n warme chocomel had gedronken. Zij hadden er ook wel zin in namelijk. Ik legde het ze uit. Daarna complimenteerden ze me over mijn kleding. Daniel zei letterlijk: “we are so surprised that you look so fashionable while you’re traveling for such a long time”. Hahaha nou dank. Terwijl zij hun hot chocolate gingen halen, begon ik met koken. Bij de keuken waren twee mannen bezig met het opruimen van de hagel en het herstellen van de schade die de hagel had aangericht. Er stonden drie grote tonnen vol met hagelstenen. Na zo’n 20 minuten waren m’n broccoli en worstjes klaar. Ik maakte het chapignonsausje nog even klaar en tadaaaa: lekkere beukenootjes. Ik ging beneden op een bankje zitten eten. Rebecca en Daniel vergezelden mij toen ze terugkwamen van hun hot chocolate. De broccoli was overigens heerlijk! Rebecca, Daniel en ik hebben tot 21:30 uur zitten praten. Het was zo gezellig! Voordat ik ging slapen ging ik nog even douchen om op te warmen, want ik was alweer goed “verbokt”. De volgende ochtend stond ik rond 7:00 uur op, pakte m’n spullen in, en maakte weer een bananenpannenkoek met havermout. Rebecca en Daniel gingen ook weg, maar gingen naar de bushalte te zuiden van Quito. Ik moest naar het noorden. De jongen van de receptie vertelde hoe ik met de stadsbus bij de bushalte in het noorden van Quito, hier 14 km vandaan, kon komen. Ik moest wel overstappen. Nouja, zolang het me niet weer $10 kost, vind ik het prima. Al zwetend liep ik naar de bushalte. De zon scheen en er was geen wolkje aan de lucht. Alsof er gisteren geen hagelsteentje was gevallen en geen onweersbui was geweest. Al snel zat ik in de bus, als enige toerist. Dat is trouwens heel vaak het geval. De local naast mij vroeg waar ik heen moest, en gaf een seintje toen ik eruit moest. Dank. De overstap ging ook soepel, en uiteindelijk kwam ik rond 8:45 uur aan op het busstation. Daar vroeg een man in uniform waar ik heen moest. Terwijl ik dat vertelde en hij me de weg wees, werden we gefotografeerd door een collega van hem. Misschien krijgt ‘ie nu wel salarisverhoging. Om 9:00 uur zat ik in de bus naar Otavalo, die ook gelijk vertrok. Top. Het laatste uur zat er een man naast me die continu een gesprek wilde starten. Dan vroeg ‘ie weer hoe ik heette, dan waar ik vandaan kwam, dan welke taal we in Nederland spreken (heel veel mensen denken namelijk dat Duits of Engels de taal is die we in NL spreken). Hij woonde in Ibarra (10 km verderop). Hij had daar ook Duitse vrienden. Ja mooi, maar ik ben niet Duits. Vlak voordat we bij het stadje aankwamen, zag ik een grote vulkaan met een meer erbij. Dat zag er heel pittoresk uit. Rond 11:00 uur kwamen aan bij het busstation van Otavalo.

Otavalo:
Eigenlijk is hier niet zoveel te beleven, behalve een grote markt met heel veel handcraft spullen: poncho’s, tassen, sjaals, sieraden, hangmatten, hoeden, etc. Ik liep naar dat pleintje toe, waar ik eerst in een cafétje een koffie dronk. Ik hees m’n backpack weer achterop m’n rug en liep de markt over. De marktverkopers zagen eruit als indianen. De mannen hadden lang haar wat ze in een vlecht droegen. De vrouwen hadden traditionele kleding aan en veel sieraden om. Het schijnt dat deze mensen van het platteland komen en hier hun spullen verkopen. Ik was een bezienswaardigheid op zich. Een moeder zei iets tegen haar dochter en wees naar mij. Ik zwaaide. Ze zwaaide terug. Helemaal mooi. Ik kocht een armbandje, en liep weer terug naar het busstation. Daar zei ik dat ik naar Tulcán wilde. Die bus was hier niet, zei de buschauffeur. Ik moest naar de hoofdweg lopen, en dan nog iets verder lopen, dan was daar ergens wel een bus naar Tulcán. Uh ja, ik ging geen 2km bergopwaarts lopen met m’n grote backpack op m’n rug, dus vroeg hoe ik daar moest komen. Ik kon de bus naar Ibarra nemen en halverwege uitstappen, maar niemand kon mij precies vertellen waar ik dan uit moest stappen. Ook de buschauffeur van de bus naar Ibarra had geen zin om moeite te doen. Hij zei alleen dat zijn bus niet naar Tulcán ging. Ja, zover was ik al. Ik vroeg nog een ander vrouwtje en die zei precies hetzelfde, maar kon me ook niet vertellen waar ik dan precies moest uitstappen. En als ik dan eerst gewoon naar Ibarra ga? Ja, dat kon ook wel. ZEG dat dan! Jonge, jonge. Nou, 5 minuten later zat ik in de bus naar Ibarra en zei ik tegen de buschauffeur en z’n hulpje dat ik naar Tulcán wilde. Ze zouden me een seintje geven. Top. Naast mij in de bus zat een gezinnetje. Dat kindje kon net lopen en zat mij heel erg aan te kijken en te lachen. Toen ze uit waren gestapt gingen ze me nog uitzwaaien met z’n drieën. Vet schattig. Na nog geen uur rijden waren we in Ibarra en moest ik bij een grasveld uitstappen. Vanaf daar zou de bus naar Tulcán gaan. Na 10 minuten wachten vroeg ik het nog even na bij het vrouwtje dat daar ook zat te wachten. Die had nog nooit van Tulcán gehoord. Oh. Ook vroeg ik aan twee taxichauffeurs die daar stonden of de bus naar Tulcán vanaf hier vertrok. Ze zeiden dat ik naar het busstation moest. Ik vroeg of ze zeker wisten dat de bus vanaf daar vertrok en niet vanaf hier. Ja, zeker. Mooi, ik smeet m’n backpack weer op m’n rug en zou naar het busstation lopen. De taxichauffeur fluitte naar me: ik kon hier ook wachten, dat was hetzelfde, de bus zou hier ook stoppen. (?!?!!!?) Dat vroeg ik toch?!? Nou, na een halfuur te hebben gewacht, was daar de bus naar Tulcán. Toen we zo’n tien minuten hadden gereden, stopten we en kwamen er allemaal verkoopsters binnen. Normaal zijn het er 2 of 3, maar het waren er nu wel 8. Het vrouwtje naast mij kocht kip met patat en saus. Lekker handig, in de bus. Ze smeerde eerst haar hele tas eronder. Ik gaf haar zo’n babydoekje. Daar was ze heel blij mee. Zelf kocht ik voorgesneden verse mango in een bekertje. Er zat een limoen op en er zat nog een zakje met suiker (dacht ik) bij. Die liet ik dicht, maar ik zag anderen wel de mango stukken in dat zakje dippen. Nou, na drie uren rijden kwamen we aan in Tulcán.

Tulcán:
Hier is eigenlijk ook niks te doen, maar dit dorpje ligt 5km van de grens met colombia af. Doordat er zoveel mensen uit Venezuela Ecuador in willen, schijnt de grensovergang echt drama te zijn. Het duurt soms wel 8 uren voordat je de grens over bent. Ik hoorde dat je het beste vroeg in de ochtend kunt gaan om de lange wachttijden te voorkomen. Ik pakte de locale bus naar het centrum, waar ik op zoek ging naar een hotel/hostel. Ik stapte een hotel binnen en vroeg of ze een kamer vrij hadden. Hij zei dat ze helemaal geen kamers hadden. Hu? Dit was toch een hotel? Ja, maar hij moest even kijken. Ik zag zo’n kastje hangen met allemaal kamersleutels.. Ik moest even wachten. Daar kwam zijn amigo. Nee, geen kamers. Heel raar. Ik probeerde het hotel ernaast. Daar hadden ze wel een kamer voor me. Ah top. En goede wifi. Ik kreeg een kamer met een tweepersoons bed. Naisss. Toen ik m’n spullen op het bed had gegooid, ging ik even eten halen in het dorp. Daarna spoedde ik me weer naar het hotel om boer zoekt vrouw terug te kijken. Ik at m’n laatste mangostukken op en besloot het ook in dat zakje te dippen. Kijken hoe dat was. Bleek er zout in dat zakje te zitten!! Gat-ver!!!! Oh, vandaar ook die limoen erbij.. Om 21:00 uur ging ik slapen, want de volgende ochtend had ik de wekker om 5:45 uur. Om 6:15 uur liep ik naar het plein van waar de collectivos (busje/auto die je deelt met de rest en die pas vertrekt als ‘ie vol is) richting de grens vertrokken. Toen ik om 6:20 uur in stapte, zag er nog een ander vrouwtje in het busje. Het duurde even, maar om 7:00 uur vertrokken we met een vol busje naar de grens. Bij de grens was het druk. Of nouja, druk.., meer dat overal wat mensen stonden, er was wat ME en politie, overal stonden taxi’s en busjes, er stonden wat Unicef tenten. Ik liep naar de Ecuadoraanse kant, maar ik had geen idee waar ik heen moest. Het waren allemaal borden en namen en gebouwen. Een oudere man hielp me en zei dat ik dat gebouw in moest. Er mocht echter geen bagage mee naar binnen (?!), raar, maar goed, die man bleef bij m’n backpack staan. Binnen 10 minuten stond ik weer buiten, mét exit stempel. Ik bedankte de man en liep de brug over naar het Colombiaanse kantoor. Daar was het iets drukker, maar er stond vooral een lange rij voor de loketten voor de exit stempel. De rij van de mensen die Colombia in wilde telde welgeteld 1 persoon. Ik was nummer twee. Daarna liep ik weer naar de collectivos en zat ik om 7:25 uur in de collectivo naar Ipiales. Nou, zo’n vlotte grensovergang heb ik nog nooit gehad. Tien minuten later was ik in Ipiales.

Ipiales (Colombia):
Hier 7km vandaan staat een hele mooie kerk die in een vallei is gebouwd. Daar wilde ik heen. Ik wilde weer een collectivo nemen, maar toen ik daar om 7:40 uur aankwam, was ik de enige. We moesten dus nog wachten totdat er nog 3 andere mensen aankwamen. Om 8 uur kwamen een moeder en kind aan. Mooi. Nog één. Om 8:15 uur kwam er een jongen aan. Mooi. Vamos. Maar nee, het kind kon bij moeders op schoot, dus die ging voor 1 persoon betalen. Skeer. Nou, om 8:20 uur was ik er klaar mee. Ik liep naar de chauffeur en zei dat ik wel voor 2 stoelen betaalde. Tien minuten later waren we in het dorpje, waar ik met m’n grote backpack op m’n rug naar beneden de vallei in liep. Aaah daar was de kerk. Mooi! Ik kwam nog twee meiden tegen daar, ook met hun grote backpack op, en praatte later met ze. Ze waren ook Nederlands en moesten hierna ook weer terug naar Ipiales om de volgende bus de pakken. Mooi. Ik ook. Collectivo delen? Ja! Mooi. Ze reisden met z’n drieën: twee zussen en de vriend van de ene. Die jongen was nog een trap omhoog gelopen om nog wat foto’s te maken. Toen hij beneden kwam, liepen we met z’n vieren naar boven, waar de collectivos stonden. Lekker bezweet kwamen we daar aan. Iets na half 10 waren we weer op het busstation van Ipiales. Ik nam afscheid van ze en kocht een busticket naar Popayan. Die bus vertrok om 10:00 uur. Hee, daar kwamen zij ook de bus binnen lopen. Ze moesten eerst naar Pasto, hier twee uren vandaan, en vanaf daar naar hun eindbestemming. Toen we nog geen twee uurtjes onderweg waren, stonden we stil. Het duurde wel 20 minuten, als het niet langer was. Ze waren met de weg bezig, dus er was maar één rijstrook beschikbaar voor twee-richtingsverkeer. Toen we eindelijk verder konden rijden, moesten we na een paar minuten weer stoppen. Hetzelfde verhaal. Het duurde een eeuwigheid voordat we Pasto naderden. Toen het dorpje eindelijk in zicht kwam, na ruim 3 uren te hebben gereden, ipv 2, maakte de bus een raar geluid en begon er bij de buschauffeur van alles te branden en piepen. Stront aan de knikker. Het rechter voorwiel draaide niet meer. Dit duurde natuurlijk ook weer een eeuwigheid. Na een halfuur wachten zei de buschauffeur dat er over 10 minuten een monteur komen. Ik ging samen met de 3 Nederlanders naar buiten. We liepen naar het restaurantje 100 meter verderop en kochten een yoghurtje. Toen we terug kwamen zei een Amerikaan dat dit al hun tweede bus was. Zij zaten in de 9:00 uur bus en die had hetzelfde probleem met het rechter voorwiel. Nadat zij een uur langs de weg hadden gezeten, kwam onze bus dus aanrijden en zijn ze bij ons ingestapt. Nadat we nu dus ook een uur hadden gewacht, kwam om 14:00 uur de 11:00 uur bus aangereden. Het was even proppen, maar uiteindelijk zat/stond iedereen in de bus. Ik stond met dat Nederlandse meisje helemaal achterin, bij de wc. Komt daar zo’n chick aanlopen, die naar die wc gaat, in de bus, terwijl we net weer reden. Die Nederlandse chick en ik keken elkaar aan en vroegen ons af wat zij het afgelopen uur dan heeft gedaan?! Toen kon je wel 1000x naar de wc. Na een kleine tien minuten rijden kwamen we eindelijk aan Pasto, waar de drie Nederlanders en nog wat andere mensen uitstapten. Ik vond een plekje voorin, naast een jongen met geblondeerd (oranje uitgeslagen) haar. Voor ons zat een chick met een doos op schoot waar twee miauwende kittens in zaten. Ik sliep het grootste gedeelte van de busrit, maar werd wakker van een stinkende baby twee rijen achter mij. Om 18:30 uur hadden we nog 30km te gaan. Ik dacht nog: misschien redden we het nog wel voor 19:30 uur. Maar op dat moment stopten we bij een wegrestaurant voor diner. Tomme, riet trog mon. Ik ging op een muurtje zitten en het Australisch/Amerikaanse stel kwam bij me zitten. Zij wilden ook door. De rest van de bus ging uitgebreid zitten eten. Het was vandaag haar verjaardag, dus ze hadden bedacht om vandaag rond 16:00 uur aan te komen in Popayan en dan even luxe uiteten te gaan voor haar verjaardag. “And now we hope that there’s just something open when we arrive”, hahah jaa, ohh sneu. Iets na 19:00 uur zat iedereen weer in de bus en begonnen we aan de laatste kilometers. Over die laatste 30 km hebben we nog anderhalf uur gedaan. Wat een rit.

Popayan:
Jessica en Michael (het Amerikaanse/Australische stel) had een vrij goedkope kamer geboekt in een hotel. Ik besloot maar met hun mee te gaan naar dat hotel en daar ook een kamer te boeken. Ik had geen zin meer om een hostel te zoeken en bovendien konden we nu de taxikosten delen. Ik betaalde €11,50 voor een privé-kamer. Best duur. Maar goed, soms moet je je verlies nemen. Jessica en Michael bestelden nog lasagne, patat en cola, maar ik wilde alleen maar douchen en slapen. Toen ik de kamer binnenliep, zag ik een tweepersoonsbed staan. Ik hoop dat ik morgen, na twee nachten in een tweepersoonsbed te hebben geslapen, weer gewend kan raken aan een eenpersoonsbed. Toen ik de badkamer in liep, zag ik een bad! Een bad! Omg! En een regendouche! Ik liet het bad vollopen en heb daar heerlijk een uur in gelegen. Dit was ‘t die €11,50 helemaal waard. Daarna heb ik heerlijk geslapen en werd ik om 7:00 uur weer wakker. Ik ging ontbijten in het hotel. Ik kreeg gebakken ei, een hele vieze sap (volgens mij met papaya erin. Dat vind ik zo vies. Dat is heel muf fruit), koffie en twee arepas. Arepas zijn die maismeel pannenkoekjes die wij laatst in Cuenca voor de lunch hadden gemaakt. Ze zien er zo lekker uit, maar ze stellen me elke keer weer teleur. Het smaakt naar niets, en ze zijn taai. Ik laat me vanaf nu ook niet meer verleiden tot het kopen/eten van die dingen. Na het ontbijt liep ik over een mooie, tenen brug het stadje in. Ik moest even geld pinnen en struinde wat door de leuke straatjes met mooie, witte gebouwen. Hier en daar liep een paard en wagen door de straat. Het viel me gisteren ook al op dat de huidskleur van de mensen hier donkerder is dan die van de Ecuadorianen. Grappig dat je gelijk kunt zien dat je weer in een ander land bent. Na het struinen ging ik weer terug naar het hotel waar ik m’n spullen pakte en naar het busstation liep. Daar pakte ik de bus naar Cali, hier 3 uurtjes vandaan. Ik zat natuurlijk weer in een bus met een krijsende baby. Gelukkig had ik m’n oordoppen bij de hand. Toen het kind weer stil was, ging het overgeven. Neuuuuu. Dikke zure lucht! Gat-ver. Om 14:00 uur kwam ik aan in Cali.

Cali:
Ik pakte een taxi maar de taxichauffeur wist niet waar ‘ie heen moest. Nadat ‘ie wat collega’s had gevraagd, kwam ik uiteindelijk toch aan bij het hostel. Dat verkeer hier is niet te doen. Zo druk en chaotisch. Het hostel zag er leuk uit: een zwembad, hangmatten, grote kamers, top. Nadat ik m’n spullen op m’n bed had gegooid, kroop ik even achter de computer. Even computeren. Ik had in de bus even gekeken hoeveel dagen ik nog had tot mijn vlucht naar Cancún, en dat zijn dus nog ruim drie weken, en zoveel staat er niet meer op de planning tot dan, dus ik moest even wat verzinnen. En daar was San Andrés: het eiland in de Caribische zee, dat bij Colombia hoort, maar dichterbij Nicaragua ligt. Ik besloot even te kijken naar vliegtickets, nou, dan weet je het wel: 10 minuten later had ik voor €150 een retourtje naar dit eiland geboekt. Van 5 tot 15 december ga ik daarheen, en 16 december vlieg ik naar Cancún. Toen ik dat had geboekt, liep ik terug naar de dorm waar twee jongens waren waar ik even mee praatte. Daarna ging ik lunchen. Het werd een crepe met kip. Lekkor. Ik appte met Malon. Die raadde me nog een koffietentje aan. Ik was daar nog geen drie minuten van verwijderd, dus ging daar heen voor een koffie. Heerlak. Toen ik aan het eind van de middag terug was in het hostel, liep ik naar het zwembad toe, waar twee jongens zaten die ik kende. Dus dat zei ik ook tegen hen, en zij hadden hetzelfde. We moesten even denken, maar al snel wist ik het: Sucre! Bolivia! Dat is dus gewoon iets van zes weken geleden! Ik dronk wat biertjes met ze, waardoor ik de salsa les van het hostel miste, maar goed, het was erg gezellig. Om 21:00 uur lag ik in m’n bed. Ik had geen zin om deze avond op stap te gaan. Vond het allemaal wel heilig. De nacht was vreselijk: een veel te irritante, oudere Amerikaanse kerel was aan het snurken. De hele nacht lang. Ik werd er gek van. Verder had ik het idee dat er continu mensen in en uit liepen. Sebastiaan deed ‘s nachts het luik boven mij nog dicht. Ah, ik had echt geen oog dichtgedaan. Ik werd ook weer heel vroeg wakker omdat diezelfde Amerikaan voor 7:00 uur de deuren open zette en z’n spullen ging pakken.. vent! Het licht viel precies op Bernadette haar gezicht en zij vroeg daarom ook aan hem of hij de deur dicht wilde doen. Nee, want hij had licht nodig om z’n spullen in te pakken.. Vent, tyf dat spul naar buiten en ga daar pakken of had dit eerder bedacht en gisteravond je spullen ingepakt. Ik was klaarwakker en ging buiten in een hangmat liggen. Die Amerikaan zei “morning”, ik zei niets terug. Lul. Om 8:00 uur was het ontbijt geopend. Ik bakte tosti’s en praatte wat met Bernadette, het meisje uit m’n dorm. Die had ook geen oog dichtgedaan en zei dat Jonathan zelfs in het holst van de nacht bij de receptie een ander bed had gevraagd (en gekregen), ivm dat gesnurk. Bernadette wilde vandaag de foodtour gaan doen. Ik zat er ook over na te denken om dat te gaan doen, maar ben al 2,5e maand aan het reizen, dus dacht dat ik alles inmiddels ook wel geproefd zou hebben. Maar ja, ik wist verder ook niet wat ik anders kon gaan doen, dus besloot ook maar mee te gaan. Om 11:00 uur werden we opgepikt door Niels: een Nederlander die hier al 7 jaar woont en dus die foodtour gaf. We liepen door de straten van Cali, die veel “street art” (graffiti tekeningen) bevatten. Nadat we een empanada met fruit, honing en zout hadden gehad, vertelde Niels ons over de betekenis van de muurschilderingen. Er was bijvoorbeeld een muurschildering van 7 mensen, die elk iets voor Cali deden. De een zette zich in voor een beter milieu, de ander voor goed onderwijs, etc. Wat ze gemeen hadden was dat ze allemaal vermoord zijn afgelopen jaar. Oeh, cru. Onderweg praatte ik wat met Ewoud: een Nederlander die gisteravond was aangekomen. Niels liet ons de cevice uit Cali proeven. Cevice is een rauw visgerecht met veel limoensap. Bij de cevice op Calineese wijze is er ketchup, mosterd en iets pittigs aan toegevoegd. Nou, hier maak je mij niet blij mee. We staken de straat over en liepen de overdekte markt in, waar we onder andere een “maisbrood” met kaas in bananenblad klaargemaakt proefden. Ook probeerden we een stuk bloedworst, heel veel apart fruit, heel lekker brood met tomatensalsa, een marshmallow van natuurlijke ingrediënten, een soda gemaakt van leftovers van koffiebonen en een gerecht met vlees, bonen, rijst en kruiden gestoomd in bananenbladeren. Genoeg wat ik nog niet eerder gezien/geproefd had. Om 15:00 uur waren we terug in het hostel. Ik ging even chillen en later skypte ik met memke. Om 19:00 uur deed ik mee aan de groepsles salsa dansen. Aahh dat was leuk. Ik vind alleen die muziek niet veel aan, maar goed. Na de salsa les gingen Ewoud, Sebastiaan (die Nederlander uit mijn dorm), Bernadette en ik uiteten naar een Arabisch restaurant. Ik had op de markt brood met die tomatensalsa gekocht, wat ik later die middag had genuttigd. Ik zat dus nog bomvol en bestelde alleen een sapje. Pfim. Daarna gingen we terug naar het hostel, waar we met twee Nederlandse meiden hadden afgesproken om naar La Topa te gaan: de locale salsa club. Er gingen nog meer mensen mee, waaronder Neil en Michael. Gezel. Toen we aankwamen bij La Topa was er een vrouw die onder invloed van van alles was en de mensen buiten in de rij “lastigviel”. De taxichauffeurs zeiden dat ze daar mee op moest houden. Een vriend van haar, die ook onder invloed was, greep haar vast. Ze flipte helemaal. De hadden wat ruzie en ze schreeuwde het uit. Ze vielen door de ketting die als afzetting van de taxistandplaatsen fungeerden en belandden op de weg. Jonge jonge, dat ging er mooi aan toe. De uitsmijter van de salsa club, een hele dikke nerger, maar echt heel dik, duwde ons bijna naar binnen. Ik wilde dit schauspiel eigenlijk afkijken, maar goed, dat kon niet. Eenmaal binnen zagen we allemaal al locals dansen. Omg. Die mensen waren echt zo goed. We bestelden eerst maar een biertje met z’n allen. Even moed indrinken. Op een gegeven moment trok Sebastiaan me de dansvloer op en showden we onze pasjes die we geleerd hadden tijdens de salsa les. Hahaha dat ging van een leien dakje.. Daarna was het weer tijd voor een biertje en zag is Jessica en Michael (van de busrit naar Popayán) staan! Ik praatte even met hen. Later stonden we weer met z’n allen de dansmoves van de Colombianen te aanschouwen en werden sommigen van ons zo nu en dan de dansvloer op getrokken. Ik danste nog met een Australiër die ook bij mij in de dorm zat en later nog met een Colombiaan, die mij alle kanten op liet draaien. Oh, hou op. Ik was helemaal duizelig. Een wat oudere Colombiaan, die daar met z’n familie was, en die Sebastiaan kende van de vorige keren dat hij in deze club was, zag mij struggelen en moest heel erg lachen. Later dansten we met hem, maar allemaal solo zegmaar. Daar ben ik meer van gediend. Kan ik mooi doen wat ik zelf wil, want die aanwijzingen van de man begrijp ik toch nooit. Wel zat ik erover na te denken om morgen even een privé-lesje de nemen in het hostel. Op een gegeven moment kwam er nog zo’n hele awkward Duitser naar me toe die vroeg of ik uit Denemarken kwam. Ik zei ‘nee’. Hij zei dat ik heel erg op iemand leek die hij had ontmoet tijdens het reizen. Ik zei dat ik wel vaker voor iemand anders wordt aangezien. Laatst nog, in Cuenca, dacht iemand dat ik de IJslandse was uit haar klas. Ik heb gewoon een heel standaard uiterlijk, denk ik (?!). De Duitser begon zich helemaal te verontschuldigen. Nee jong, maakt mij niet uit. Toen de lichten aangingen, gingen we naar buiten en pakten we een taxi naar Mi Tierra: een andere club in de buurt. We kregen een tafel toegewezen en ik vertaalde de aanbiedingen die ze voor ons had, want Micheal en Neil verstaan daar ook niks van. We bestelden een fles Aquadiente met cola. Ooooohja, Aquadiente herken ik nog. Dat heb ik twee jaar geleden ook wel veel gedronken. Het is gewoon Sambuca. Heel goor eigenlijk. Wel goedkoop. We kregen dus een fles Aquadiente en een kan cola ernaast. Die twee mixten we met elkaar. De locals achter ons moesten heel erg lachen. Bleek dus later dat je dat gewoon als shotje drinkt, en dan dat glas cola ernaast drinkt. Aah yolo. Er was een Venezuelan die mij de dansvloer op trok. Nou, na twee nummertjes had ik het wel weer bekeken en zei ik dat ik terug ging naar m’n tafel. We praatten nog wat en ik kwam erachter dat hij professioneel danser was, hahaha. Hij zei dat ‘ie me in La Topa al had gezien en dat ik heel goed kon dansen. Ja, daaaag, als je dat tegen mij zegt, zeg je dat tegen iedereen, haha. Later trok die Colombiaan met wie ik in La Topa had gedanst mij de dansvloer op. Hij was ‘os ‘n sek’ en viel bijna met z’n hoofd op m’n schouder in slaap en draaide me verder ook weer heel veel rond. Nou, na een minuut was ik er al klaar mee. Dikke later. Ik ging weer snel naar de tafel waar ik verder met Micheal praatte. Daarna gingen we met z’n allen terug naar het hostel. Die taxi’s hier zijn van die kleine salto’s, net als in Peru. We waren met z’n 9en, dus we moesten in een taxi met z’n vijven. Dat was de taxi waar ik in zat. Dat was dus lekker smoekjes. Die auto krakte ook steeds door z’n achterveren heen als we over een hobbeltje reden. Was een mooi tochtje. In het hostel aangekomen ging ik m’n tanden poetsen. Bernadette kwam naar me toe: “er liggen 2 mensen te snurken in onze dorm!! Ik heb 2 wakker gemaakt, maar die waren het niet!” hahaha. Ik ging mee naar de dorm, waar nog maar een persoon aan het snurken was. Ik prikte in z’n zij en zei hard fluisterend: “you’re snoring!!”. Johnny, die de nacht ervoor naar een andere dorm was verhuisd, lag te grinniken in z’n bed, en Sebastiaan vroeg wat we aan het doen waren. Daarna was de rust weder gekeerd en lagen we al snel met z’n allen te slapen. De volgende ochtend was ik toch weer vroeg wakker en had ik honger. Ik bouwde wat tosti’s en zat daar met Sebastiaan aan de tafel, die met z’n brakke hoofd een berg ging beklimmen. Veel plezier. Na het ontbijt verlengde ik mijn verblijf nog maar even met een nacht en boekte ik een privé salsa lesje voor die middag. Daarna dook ik eerst m’n bed weer in want ik was toch best wel moe. Om 12:30 uur werd ik wakker en hing ik wat rond in de hangmatten. Om 14:00 uur begon mijn salsa les. Felipe was mijn teacher. We begonnen met wat basic pasjes, maar al snel gooide hij er ook wat draaien in, want ik leerde snel. Oké. Wel zei Felipe dat ik de bewegingen te groot maakte. Shit, ja, dat komt vast door streetdance. Dat beaamde hij. Daarbij moest ik me meer laten leiden en aanvoelen waar hij me naartoe stuurde. Na een uurtje dansen vroeg hij of hij het mocht laten filmen. Ja, pfim. Hij gooide er nog een spontane draai in, wat allemaal best soepel ging. Na het uurtje dansen chillde ik weer wat bij het zwembad en in m’n bed. Om 19:00 uur stond ik weer in de danszaal voor de groepsles salsa. Na dat uurtje ging ik uiteten met Sebastiaan, Ewoud, een Australiër uit de dorm en nog een Nederlandse chick die net aangekomen was. We gingen naar een pizzeria. Toen we weer terug waren bij het hostel zaten we nog even bij het zwembad waar ook een Colombiaan bij ons aanschoof die naast goed Engels, ook Nederlands praatte. Hij ging studeren in Rotterdam, en hoewel z’n studie in het Engels is, wilde hij ook Nederlands kunnen praten. Oké, heftig. Na nog wat gepraat te hebben, ging ik rond 22:00 uur naar m’n bed. De volgende dag stond ik vroeg op, nam ontbijt, en ging ik met Neil en Michael naar het busstation waar we de bus naar Armenia pakten. Na een vrij vlot busritje van zo’n 4 uren, kwamen we aan in Armenia waar we een busje naar Salento zochten. Die jongens spreken/verstaan echt 0 Engels, dus ik was continu hun talk, haha. Salento was nog 18 km rijden, maar dat heeft nog een uur geduurd voordat we daar aankwamen.

Salento:
Het regende best heftig toen we bij ons hostel aankwamen. Dat schijnt hier elke dag zo te zijn, vanaf een uur of drie. We checkten in en gingen eerst lunchen/avondeten. We liepen naar het centrale pleintje, langs kleurrijke gebouwtjes, waar ene Carlos ons een hand gaf en ons naar zijn restaurant bracht. Ach, pfim. Ik nam een vegetarische curry. Lekkor! We liepen terug naar het hostel en zaten wat buiten bij de bar. Na die regenbui van die middag was het flink afgekoeld, en in die bar kreeg ik het ook niet warm. Ik besloot te douchen en daarna m’n bed maar in te kruipen. Toen ik de dorm binnenkwam, stonk het daar enorm naar zweet. Het waren de kleren op het bed onder mij die zo stonken. Op een gegeven moment kwam er een kerel uit de douche vandaan. Ik vroeg in het Engels of de douche warm was. Hij keek me raar aan en reageerde niet. Ik vroeg in het Spaans of de douche warm was. Weer niks. Maar weer in het Engels.. Toen zei hij eindelijk: “yes, se sjauwer is hot”. Ah, een Duutser. Ik nam een heerlijke warme douche en dook m’n bed in. Ik boekte nog wat hostels. De Duitser was steeds hardop aan het lachen in z’n bed, om filmpjes die hij bekeek. Heel irritant. Daarnaast was hij pinda’s aan het eten, waarbij hij heel erg smakte. Nouuuu ik ging helemaal ‘bad’ en wierp wat boze blikken naar beneden. Niet dat dat hielp. Met m’n vingers in m’n oren ben ik in slaap gevallen. De volgende dag was ik natuurlijk al weer vroeg wakker en ging ik bij de bar ontbijten. Daar zag ik Bernadette weer! Zij zou vandaag met Jonathan (die gay die in ons hostel in Cali van bed wat gewisseld omdat iemand snurkte) naar de palmbomenvallei gaan. Ze had om 7:30 uur met hem afgesproken op het centrale plein. Ik zou een jeep later pakken, om 8:30 uur. Neil en Michael zouden misschien ook mee. Bernadette had eigenlijk niet zo heel veel zin om alleen met Jonathan naar die vallei te gaan, want het is nogal een uitgesproken typetje. Ze appte hem of hij ook een uur later wilde gaan. Hij appte terug dat hij zich niet goed voelde en vandaag niet die hike in die vallei kon doen. Hij ging afspreken met een “hook up” uit Londen, haha. Na het ontbijt zei ik tegen Neil en Michael dat ik om 8:30 uur de jeep naar de vallei pakte. Neu, zij gingen niet mee. Ze hebben tijdens hun hele reis nog geen hike of walking tour gedaan, haha. Ik vroeg wat ze in Medellin gingen doen: zo’n (illegale) tour waarbij je zelf cocaïne gaat maken, paintballen in een van de huizen van Pablo Escobar, naar een voetbalwedstrijd. Mooie toeristen. Ik liep vervolgens naar het busstation waar ik een busticket naar Medellin kocht voor de volgende dag. Daarna liep ik naar het centrale plein waar Bernadette stond. We stapten in de jeep, samen met... Lena (dat irritante kind uit Litouwen met wie ik een dag had gefietst in Baños). Ik zei tegen Bernadette dat ik echt niet wilde dat zij met ons meeliep. Haha sneu, maar waar. Lena deed heel leuk tegen mij, maar ik had geen zin in haar, dus ging lekker Nederlands praten met Bernadette. Na een halfuurtje opgepropt te hebben gezeten in de jeep, kwamen we aan bij de vallei. Na de vage uitleg in het Spaans, en de selfies die de man bij de entree met iedereen maakte (behalve met mij. Ik weigerde. Pleur op) als bewijsmateriaal dat je daar was geweest (?!) begonnen Bernadette en ik aan de klim. Lena was gelukkig al in haar eentje vooruit gelopen. De eerste anderhalf/twee uur moesten we bergop lopen. Pfoe, het was vrij pittig in de hitte, maar het was wel heel mooi. Het was heel groen, bergachtig en er stonden overal palmbomen van zo’n 60 meter (was ons verteld) hoog. Nadat we het hoogste punt hadden bereikt, liepen we langs een rivier door de jungle en over touwbruggen terug naar beneden. Het was goed glad en glibberig, omdat het elke dag vanaf een uur of 15:00 regent. Gelukkig hadden wij beide onze bergschoenen aan, maar we zijn ook genoeg mensen op sneakers tegengekomen. We zagen nog een hele mooie blauwe vogel zitten en kwamen veel mensen tegen die te paard naar boven gingen. Na een paar uren lopen liepen we de jungle uit en het (nog modderigere) weiland in, van waar we de palmbomen tussen de wolken zagen staan. Tijdens het lopen, begon m’n enkel heel erg pijn te doen. Het was het enkel wat zo dik was (en nog steeds een beetje is) door de muggenbulten. Het was echt de spier die pijn deed. Heel raar. Gelukkig waren we er bijna. Rond 13:00 uur waren we weer terug in het dorpje, met hele vieze schoenen en een vieze broek trouwens, waar we weer de jeep terug naar Salento pakten. Jessica en Michael (van Popayan en Cali) zaten ook in de jeep! Zo toevallig! En leuk. Toen we terugreden stond er een Spaanse chick achterop de jeep, die steeds heel hard ging zingen. Vet dom. Ze vroeg ons of we nog verzoekjes hadden. Michael: “what about ‘The sound of silence’?”. Hahah. Na een halfuur waren we weer terug in Salento, waar Bernadette en ik terug naar het hostel gingen. Daar kwamen we Neil en Michael tegen. Die gingen naar een koffie farm. Zo zo. Bernadette en ik gingen eerst even douchen en daarna was het tijd voor lunch. We gingen naar een lunchtent waar nacho’s op de kaart stonden, die ons tijdens de hike waren geadviseerd door een Nederlands stel. We hoefden dan ook niet lang na te denken over wat we wilden. Omg. Dat bord was enorm. Maar echt. Die mensen naast ons zaten ook te kijken. We zeiden dat we op aanraden van de ober de halve portie hadden besteld, ipv de hele. Hahah, thank god. Zij bestelden ook de halve. Het was echt verrukkelijk. We hebben er ook lang over gedaan voordat het op was. Toen de mensen naast ons weggingen, zagen we dat een van die jongens nog een milkshake to go had. Oeh, dat zag er ook niet verkeerd uit. We bestelden nog een milkshake to go die we deelden. Ook voor deze gold: gelukkig maar, want hij was ook echt weer supergroot. Toen we weg wilden, begon het heel hard te regenen. Die to go milkshake werd dus niet meegenomen, maar mooi daar genuttigd. We hebben nog een paar uren daar gezeten, “never have i ever gespeeld”, en onze sterrenbeelden uitgezocht. Johathan was dus namelijk helemaal into zulke dingen, en had Bernadette er een paar dagen geleden van alles over uitgelegd. Het was een mooie middag. We hebben gelachen. Toen het al donker was, maar nog steeds regende, gingen we terug naar het hostel. Met zeiknatte voeten, kwamen we terug bij het hostel. Ik ging even bij Neil en Michael zitten, die bij hetzelfde tentje gingen eten. Toen zij daarheen gingen, pakte ik m’n spullen en boekte een accommodatie voor oud & nieuw. Dat ga ik dus vieren op Isla Holbox (een heel mooi eiland van Mexico). De (goedkope) accommodaties zaten allemaal vol, behalve deze, dusss, ik ga slapen in... niet lachen.... Een tent! Hahaha! Hij is al opgezet en er ligt een proper matras in én het is warm in Mexico, dus ik verwacht geen Huaraz-achtige taferelen. Nadat ik dit had geboekt, en eigenlijk maar heel weinig spullen had ingepakt omdat het allemaal nat was, ging ik slapen. De Duitser onder mij stonk nog steeds een uur in de wind, en de nieuwe dormie, een vrouw, snurkte als een malle, maar toch heb ik redelijk goed geslapen. De volgende ochtend werd ik vroeg wakker en nam weer ontbijt, waar ik Bernadette weer trof. Ik pakte daarna snel m’n spullen in. De Duitser, Neil en ik moesten zo lachen om het keiharde gesnurk van die chick. Het was niet normaal. Daarna liepen we naar het busstation, waar Bernadette, Neil, Michael en ik om 8:00 uur in het toeristenbusje naar Medellín stapten. Door wegwerkzaamheden zou deze rit ongeveer 10 tot 12 uren duren. Na heel wat slingerpaadjes door de bergen, een lunch bij zo’n lokaal wegrestaurant waar alleen de buschauffeur wat at, kwamen we na 7 uren rijden al aan in Medellín! Nice!

Medellín:
Bernadette en ik namen afscheid van de jongens, en namen een taxi naar onze hostels, die 100 meter bij elkaar vandaan waren. Voor de entree van m’n hostel kwam ik een chick tegen, die ik herkende, en dat zei ik ook tegen haar. Bleken we elkaar van communicatiewetenschap te kennen! Oohhjaaa. Zij is zo’n iemand waar ik weleens mee praatte, maar waarvan ik de naam niet weet. Vet toevallig! We praatten even en daarna checkte ik in bij het hostel en ging ik naar de (heule grote) supermarkt. Ik kocht onder andere een 5 liter jerrycan water, heel veel fruit, en eieren. Met striemen in m’n handen liep ik de straat van m’n hostel in, waar ik eerst maar even een lunch nam bij een restaurantje: ik nam een appel-gorgonzola toast. Heer-lak! Daarna liep ik terug naar het hostel, pakte m’n boodschappen uit en keek boer zoekt vrouw. ‘S avonds appte Bernadette me, of ik met haar wilde eten. Pfim. We gingen weer naar dat restaurantje waar ik die middag had gezeten waar ik nu een pompoensoep nam. We hadden het erover dat het zo chill is dat je soms weer even wat westerse dingen om je heen hebt, zoals een grote supermarkt waar ze echt alles verkopen, en restaurantjes waar ze ook westers/gezond voedsel hebben. Na dit gezellige avondje, ging ik terug naar m’n hostel waar ik m’n bed in dook. De volgende dag nam ik ontbijt en ging ik bedenken wat ik wilde doen. Ik wilde eigenlijk een walking tour gaan doen, maar die zat al vol. Ik keek toch nog één keer op die site, en ineens was ‘ie wel weer beschikbaar! Ik boekte ‘m snel en appte Bernadette dat ik toch ook de tour kon doen vandaag! Nice. Ik kleedde me snel om en pikte Bernadette op. We moesten met de metro. We liepen gewoon de andere toeristen maar achterna, die waarschijnlijk ook allemaal die walking tour gingen doen. Die was namelijk heel populair. Die metro was nog vrij nieuw en heel groot. Na zo’n tien minuten waren we op de plaats vanwaar de walking tour startte. Edgar was onze gids. Onze groep telde 22 personen. Veel te groot, dacht ik. Gelukkig praatte hij door een microfoontje. Nadat wij 1x onze namen hadden gezegd, kende Edgar ze al uit z’n hoofd. We liepen naar het politieke hart van Medellín, waar Edgar ons uitlegde hoe de stad vroeger was, en wat er in al die jaren is gebeurd. Hij vertelde natuurlijk ook over Pablo Escobar, maar heeft hem niet een keer bij naam genoemd. Hij noemde hem steeds “the criminal”. Hij noemde Pablo niet bij naam, omdat locals natuurlijk een verschrikkelijke hekel hebben/hadden aan die kerel, en ook aan tours die een er nog een slaatje uit proberen te slaan (bijv dat paintballen in z’n huis waar veel mensen hebben geleden en zijn gestorven, of tours die naar z’n graf gaan). Edgar vertelde dat er een tijdje geleden een toerist naast het graf van pablo cocaïne ging gebruiken, er bloemen neerlegde en een selfie maakte. Zulke dingen worden niet zo op prijs gesteld. Ook vertelde Edgar over de politieke onrust, zoals hij zei: “de reden dat jullie ouders waarschijnlijk niet heel enthousiast waren toen jullie vertelden om naar Colombia te gaan. Hij vertelde over dat er jaren geleden 3 van de 4 presidentskandidaten waren vermoord, en over Santos, die tot dit jaar president was. Toen hij over Santos begon te vertellen, zei hij dat het kan zijn dat locals hem soms onderbreken in z’n verhaal omdat ze het niet met ‘m eens zijn. Hij vertelde dat Santos niet meer zo populair was, omdat hij zonder referendum een vredesakkoord had gesloten met de Farq, terwijl het vorige referendum uitwees dat het volk daar niet achter stond. En inderdaad, er liep een wat oudere dame langs die wat begon te schreeuwen en haar hoofd begon te schudden. Vonden wij grappig. Er kwamen sowieso steeds veel locals even meeluisteren. Edgar gaf ze dan ook de kans om even wat te zeggen. Zo was er ook een oudere meneer die in Medellín was geboren en getogen, daarna op het platteland heeft gewoond en nu sinds een paar jaar weer in Medellín woont. Hij zei dat de stad erg is veranderd, in positieve zin. Hij vond het zo mooi dat wij er waren en dat we Colombia hadden uitgekozen als vakantieland. Onder luid applaus verliet hij de cirkel weer, de schat. Edgar vertelde dat locals heel blij zijn met ons toeristen, omdat dat de stad ook heeft verbeterd. Dat merkte ik twee jaar geleden al heel erg, en nu ook weer. Verder zijn de mensen uit Medellín heel trots op hun metro en de kabelbaan die ervoor zorgt dat mensen uit de arme wijken, die meer bovenop de berg liggen, ook snel in het centrum kunnen komen. Dat is ook de reden dat ze de metro zo schoon en mooi houden. In 2014 heeft Medellín zelfs een award gekregen voor de meest innovatieve stad van de wereld. Edgar vertelde ook dat Colombianen heel goed zijn in het vergeten van slechte dingen die zijn gebeurt, en juist de goede dingen heel groot vieren. Zo is er jaren geleden een handgranaat bij een metrostation neergegooid, waarbij een handjevol mensen zijn gestorven. Maar op die plek staat niks, geen monument oid. Wel herinnert iedereen zich de dag dat Colombia tegen Duitsland speelde op het wk, en Colombia in de extra tijd de 1-1 maakte. Ze lagen daarmee alsnog uit het toernooi, maar Edgar zei: als je hier toen was geweest, had je gedacht dat we wereldkampioen waren geworden, zo’n feest was het. Hahah prachtig. We namen onderweg nog een empanada en schuilden zo nu en dan voor de regen. Het was warm, en soms viel er even een bui. De stad zelf is niet zo bijzonder. Ik heb ook maar één foto gemaakt. Maar de verhalen maakten het allemaal heel bijzonder. Hoe ze bijvoorbeeld ook kunst hebben ingezet om pleinen te verbeteren, zodat ze minder “sketchy” werden. Zo liepen we langs een plein met beelden van Botero. Dat is een kunstenaar die eigenlijk hele lelijke beelden maakt van hele dikke mensen, dikke dieren etc. Hij had 23 beelden gedoneerd aan dat plein om de uitstraling ervan te verbeteren. En het werkte: het plein is sinds die tijd erg verbeterd en veiliger geworden. Ook kwamen we langs een plein waar twee dezelfde “Botero’s” stonden: een vogel die verwoest was, en een vogel die nog helemaal intact was. Die verwoeste vogel kwam door een bomexplosie tijdens een concert. De burgemeester wilde het beeld weghalen, maar Botero wilde dat niet, uit respect voor de slachtoffers. Hij doneerde een nieuw beeld, precies dezelfde, die nu naast het verwoeste beeld staat. Dat plein was onze laatste stop. We zouden weer terug gaan naar de metro, maar het begon heel hard te regenen. Echt niet best. De trappen veranderden in watervallen. Niet te doen. We schuilden ergens met de hele groep en na een halfuur was het weer droog. We liepen door grote plassen, dus met natte voeten, terug naar het metro station. We namen afscheid van Edgar, bedankten hem voor de 4 uur durende, maar super interessante tour, en Bernadette en ik namen de metro terug naar ons hostel. We gingen nog even ergens lunchen (nacho’s! Haha) en weer begon het super hard te regenen. Toen het schemerig begon te worden, liepen we terug naar het hostel. De rest van de avond was ik bezig met m’n reisverslag typen, en mailen met Delta Airlines, want m’n vlucht van Managua naar Panama (van waar ik terug naar Ams vlieg) is ineens verdwenen. Verder boekte ik ook m’n hostel voor kerst, een hostel in Guatapé waar ik volgende week heen ga en daarna ging ik slapen. Na een oké nachtje zat ik om 7:30 uur weer aan het ontbijt, praatte met wat mensen, en zocht uit waar ik vanmiddag Ajax kan kijken. Daarna ging ik naar een koffietentje om m’n reisverslag af te typen onder het genot van een goede kop koffie. Ah, Life is Good.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Colombia, Medellín

Midden- en Zuid-Amerika

Midden- en Zuid-Amerika

Recente Reisverslagen:

19 November 2019

Wij gingen naar Ghana!

13 Februari 2019

Ik bin bang!!

09 Februari 2019

Te vroeg gepiekt

01 Februari 2019

Wachten en verplaatsen

26 Januari 2019

Ik kan geen vulkaan meer zien ;)
Erna

Actief sinds 09 Sept. 2018
Verslag gelezen: 325
Totaal aantal bezoekers 10047

Voorgaande reizen:

11 September 2018 - 13 Februari 2019

Midden- en Zuid-Amerika

Landen bezocht: