Zeeleeuw is dus gewoon een sealion
Door: Erna
Blijf op de hoogte en volg Erna
30 Oktober 2018 | Peru, Huaraz
Ik ging “even snel” pinnen en ontbijt halen in het dorp. De eerste bank die ik tegen kwam was voor Chilenen, dus ik liep naar de volgende. Dicht. Toch maar naar de bank van de Chilenen. Het hele menu was in het Spaans. Ik brak de transactie maar weer af, en vroeg aan een local waar ik geld kon pinnen. Bij de BCI (dat was de bank die dicht was). Ik liep er maar weer heen. Nu was ‘ie wel open, maar mijn transactie mislukte, omdat er problemen waren met mijn kaart. Een ouder Duits koppel probeerde geld op te nemen uit de automaat naast mij, maar dat mislukte ook. Ik keek met hen mee, maar zij drukten op “nee” bij de de mededeling dat de bank een vergoeding (“fee”) rekent voor het gebruik en de vraag was of je door wilde gaan met de transactie. Ja duh, logisch dat ze er niks uit kregen. Alsof je kan kiezen of je die vergoeding wilt betalen, of niet. Ik zei dus dat ze op “ja” moesten klikken, en toen kwam er dus wel geld uit. Ik probeerde het daarna ook bij die geldautomaat, en gelukkig werkte het. Ik ging op zoek naar ontbijt. Ik zag een aantal koffietentjes op de kaart staan, maar letterlijk alles was dicht. Na een halfuur zoeken was ik er klaar mee. Ik zag twee toeristen een empanada eten en vroeg waar ze die vandaan hadden. Ik liep naar het koffiebarretje die zij me hadden uitgelegd en nam er een empanada en een smoothie voor €10.-. Wat een geld, maar goed. Ik liep terug naar het hostel, kocht onderweg wat Griekse yoghurt voor lunch, en trof Aimen en Marjolein weer aan in een bed. Ik ging even douchen. Koud. Tomme. Ik was er echt even klaar mee. Betaal je €10 (!) voor een hostel met koude douche, geen ontbijt inbegrepen, een dorm waarin je je kont niet keren kunt en hele instabiele stapelbedden. Tijd voor boer zoekt vrouw, lekker buiten in (de wietlucht en) het zonnetje, want die was er wel. Dit dorpje ligt namelijk in de droogste woestijn ter wereld. Er valt 3x per eeuw regen. Haftig. Buiten raakte ik met Birgitte aan de praat. Zij was die dag ervoor aangekomen, en ging vandaag door de maanvallei fietsen. Oh, dat klonk wel leuk. Ik vroeg haar wat hier te doen was. Ze wist het niet zo goed. Ja, er waren geisers en lagoons, maar zij kwam ook net terug van de salt flats tour, waarbij je dat ook allemaal al hebt gezien. Ik ging eerst boer zoekt vrouw kijken. Man, man, man, die Marnix. Wat een dom figuur. Na boer zoekt vrouw ging ik weer even naar de dorm. Aimen was douchen, Marjolein en ik praatten wat. Ze vertelde dat ze afgelopen nacht dacht dat Aimen snurkte. Dus ze trok hem aan zijn voet. Hij werd wakker, maar het gesnurk ging door. Bleek het die Israëlische chick te zijn die snurkte, hahahah. Ik zei dat ik hetzelfde had en dat ik dat bed heel hard heen en weer schudde, om Aimen wakker te krijgen, hahaha. We vertelden het Aimen later, die moest lachen en zei dat hij zich al afvroeg wat ik aan het doen was, daarboven. Marjolein en Aimen gingen even ontbijten. Ik zat weer even buiten, en kreeg later een berichtje van Marjolein, of ik mee wilde naar een lagoon tour. Die lagoons zijn zo zout, dat je erin blijft drijven. Ah, nou, klinkt wel goed! Maar goed, Birgitte ging met een aantal jongens van haar Uyuni tour en een jongen van het hostel fietsen. Als we daar mee meegingen, scheelde dat weer in de kosten van de fietsverhuur. We besloten dat te doen, en morgen naar die lagoons te gaan. Ik Skypte nog even met Swoennie en om 14:15 uur gingen we die kant op. We liepen naar het centrale plein waar we Jacob (Tsjech) en twee Slowaken ontmoetten. We gingen met z’n allen naar de fietsenverhuur en zo zaten we 5 minuten later allemaal op een mountainbike. We fietsten het dorp uit, richting de maanvallei. De weg ging wat op en neer. Toen we bergop moesten fietsen, was ik alweer helemaal aan flarden. M’n longen deden zo’n pijn en ik hoestte gelijk weer brokken slijm op. Die hoogte.. ik ben blij als ik straks weer lekker op zeelevel zit. We fietsten eerst een paar kilometer over de verharde weg, maar al snel maakte die plaats voor een semi-verharde weg. Dat wil zeggen: een verharde weg gemaakt van asfalt met grove stenen erin. Dat hobbelde als een gek dus. Ook werden de hellingen groter en steiler. We stapten af en liepen een grot in. Wat doe ik mezelf aan? Op m’n all stars zo’n grot door te kruipen. Ik stootte me continu aan van alles en gleed steeds uit op die gladde stenen, waar overigens wel mooie kristallen in zaten. We stapten weer op de fiets en gingen verder. Juliën (Fransoos, zat in hetzelfde hostel als ons) had het ook moeilijk met de hoogte. We fietsen wat door die vallei met roodgekleurde rotsen, maar ik vond er eigenlijk geen klap aan. Ik hou gewoon niet van rotsen/stenen, kwam ik achter; zowel bij Machu Pucchu, die erosie dingen tijdens de salt flats tour en ook met dit, heb ik het na 5 minuten wel bekeken. Geef mij maar grote, gekleurde/besneeuwde bergen, mooie meren, zoiets, maar geen stenen. Op een gegeven moment waaide het zo hard, dat we in een soort zandstorm terecht kwamen. Ik moest echt afstappen voor 5 minuten. En later nog een keer. Aan het einde van de route stonden 3 rotsen, wat “de drie Marias” voorstelde?! Er waren ook hordes oude mensen die daar met tourbussen waren gekomen. Nou, ik heb rechtsomkeert gemaakt en ben lekker kalm terug gefietst naar een bepaald punt op de route van waar we de zonsondergang gingen zien. Daar wachtte ik totdat de rest kwam, en we liepen met z’n allen die duin/bergen op. Toen we boven waren, liepen we over die bergrand. Iedereen stond op de laatste top. Halverwege zei ik tegen de rest dat ik op dat punt bleef. Ik had geen zin om hutje mutje op zo’n bergrop te staan om de zonsondergang te zien, terwijl het uitzicht hier ook mooi was. Ik ging zitten en bekeek het uitzicht. Er kwamen vijf mannen aangelopen, van rond de 50, allemaal met zo’n stoffen safari hoed op, sommigen hadden zo’n beige afritsbroek aan. Oh het waren echt van die sulletjes die ook eens van de poale af waren. Ze praatten Nederlands. Ze wilden een foto maken en waren druk bezig met het organiseren daarvan, terwijl ik op steenworp afstand zat toe te kijken. Volgens mij durfden ze het me niet te vragen, dus ik bood zelf maar aan die foto te maken, zodat ze er alle vijf op konden. He-le-maal geweldig, en dan was ik ook nog Nederlands.. Nou, dan kon het zeker niet mis gaan (?!). Sven, nu moet jij raden aan wie deze mannen mij deden denken.. Na een tijdje kwam Birgitte terug lopen met de twee Slowaken en Jacob. De zonsondergang zou nog 50 minuten duren. Zij hadden het eigenlijk wel gezien. Ik ook wel, dus wilde met hen teruggaan, maar de fietsen van Marjolein en mij zaten met het slot aan elkaar. Ik ging naar het einde van de berg om met Marjolein enzo te bespreken wat zij wilden. Zij wilden nog wel 50 minuten wachten. Hmm, kut. We besloten dat ik mijn fiets pakte, Marjoleins fiets weer op slot zette en ik de sleutel onder de voorband zou leggen. Top. Ik liep met de rest naar beneden en pakte mijn fiets. We hadden niet echt nagedacht over het feit dat het heel fijn, los zand was, waar die sleutel dus makkelijk in kon verdwijnen. Hmm ik zat wat te hannesen met een steen, en volgens mij was het uiteindelijk best goed gelukt. Het chille was dat vanaf nu de weg grotendeels bergafwaarts liep, maar oh wat hadden we allemaal last van onze kont hahaha. Die semi-verharde weg was echt niet grappig. De zonsondergang bekeken we vanaf de fiets. De vulkaan en de lucht voor ons, kleurden helemaal roze. Wauw. Het was echt heel mooi. Rond 20:20 uur, nadat we in totaal 32 km hadden afgelegd, fietsten we het dorp weer in. Hongerrrr!!! De Slowaken wisten een streetfoodtentje waar je zelf de vulling van de empanadas kon samenstellen en waar ze daarna vers werden klaargemaakt. We fietsten daarheen en bestelden de empanadas. Dat duurde allemaal best wel lang, want onze amigo was maar alleen. Het was 20:45 uur toen hij bijna alles had voorbereid, maar wij moesten onze fietsen om 21:00 uur inleveren. We besloten dat eerst te doen, en later terug te komen. Toen we aankwamen bij de fietsverhuur stonden Marjolein, Aimen en Juliën al twintig minuten op ons te wachten. Ze waren al bang dat er iets met ons was gebeurd. Aaahh. Marjolein had de sleutel binnen een seconde al gevonden, gelukkig. We leverden de fietsen in en liepen terug naar de empanada stand waar de rest ook empanadas bestelde. Die van ons waren al klaar. Ohhhh heerlijk. Ik had een met kip, kaas en spinazie. Met het deeg erbij, was de hele schijf van 4 weer compleet, haha. We chillden daar nog een tijdje en krikten Juliën z’n Spaans op, haha. Hij kon er echt niks van en had continu een spiekbriefje bij zich met wat belangrijke dingen erop. De jongen van de stand vroeg of we ook wiet wilden. Dat kon hij wel regelen. Vreemd genoeg sloegen de Dutchies (Marjolein, Birgitte en ik) af, maar Aimen en Juliën wilden wel. De jongens bleven daar nog even, en wij gingen terug naar het hostel. Daar nam ik eerst een (warme!) douche en kleedde me om. Birgitte kwam in onze dorm, of we in waren voor een wijntje bij het kampvuur. Zeker wel! Dit hostel had twee tuinen, die gescheiden werden door een witte muur. Aan de andere kant van de muur was dus het kampvuur. We kochten een flesje rode wijn en chillden daar de rest van de avond, met nog wat andere mensen van het hostel. Aimen en Juliën rookten wiet aan de andere kant van de muur. Om 00:00 uur lagen we in bed. Zo, latertje. De volgende dag was ik om 8:00 uur weer op de been. Ik haalde yoghurt en een banaan bij het winkeltje om de hoek. Toen ik terug kwam, sprak ik met Birgitte af straks even naar de busterminal te lopen om een busticket voor vanavond te kopen. Ik ging om 10:00 uur naar m’n dorm om even m’n spullen te pakken. We moesten namelijk om 10:30 uur uitchecken. Marjolein was ook bezig met spullen inpakken, Aimen zat in z’n bed wat te niksen en dat Israëlische meisje “sliep” nog. Marjolein en ik praatten wat, over dat onze kont nog steeds pijn deed van het fietsen, haha, zegt die Israëlische geïrriteerd: “girrrrrrls, pleeeeease...” of we stil wilden zijn. Pfffff, ze lag net zo laat in bed als wij en het was al na 10en. Marjolein en Aimen gingen fluisteren, ik niet. Onzin, zij hield ons ook wakker met haar gesnurk. Om 11:00 uur liep ik met Marjolein, Birgitte en Robin (een Engelse jongen) naar een plaats waar Jacob (de Tsjech) zat te ontbijten. Het was een heel leuk Frans bakkerijtje waar je heel leuk buiten kon zitten tussen de bomen. Het was echt top. Birgitte, Marjolein en ik kochten daar ook een croissantje voor onderweg. Jacob rekende af en we liepen met z’n allen naar het busstation waar Birgitte, Jacob en ik een busticket kochten voor die avond. Wij waren namelijk van plan naar Arica (helemaal in het noorden van Chili) te reizen. Marjolein pakte die avond de bus naar het zuiden. Toen we terug liepen was Marjolein wat aan het mokken over Aimen, tegen ons. Hij was chagrijnig en deed kortaf. Ik denk eerder dat Aimen een nieuw maatje had gevonden (namelijk Juliën) waar hij nu wat meer mee op trok, dan met Marjolein en dat zij dat niet zo leuk vond. Birgitte vroeg later of Aimen en Marjolein een stel waren. Ik legde het uit. Birgitte zei dat Marjolein het al niet zo leuk vond gisteren, dat Birgitte naast Aimen fietste. Birgitte, Jacob, Robin en ik liepen naar het centrale plein toe, waar we die lagoon tour gingen boeken. Marjolein kon niet meer mee, omdat ze dan haar bus niet kon halen. Ze ging naar het hostel en liet mij weten of wij nog voor Aimen en Juliën moesten boeken. Ik kreeg een vaag appje dat ze alleen maar Frans met elkaar aan het praten waren, en ze niet wist wat zij wilden. Oké, wij boekten met z’n vieren. We struinden wat agencies af, kochten een ticket, gingen terug naar het hostel waar we wat gingen lunchen, namen afscheid van Marjolein en liepen daarna weer naar de agency. We stonden wat te wachten, en net voordat we zouden vertrekken, kwamen Aimen en Juliën aanlopen. Die gingen ook mee. Gezel. We stapten in een medium-grote bus. Hmm vreemd, want de agency vertelde ons dat het wegdek heel slecht is (wat wij wel wisten door de fietstocht van gisteren, haha). Dan verwacht je toch eerder een jeep ofzo. Maar nee. Het begon goed, maar na een tijdje stuiterden we inderdaad alle kanten op. Niet gek dat de bussen hier geregeld een lekke band oplopen. Je hoorde de stenen tegen de bus aan schieten. Na anderhalf uur kwamen we aan bij de lagoons. Het waren er zeven in totaal, waarbij je in de eerste en de laatste kon zwemmen. Het landschap leek op opgedroogde lava met zout eroverheen. Jacob, Birgitte, Robin en ik hebben allevier een vrij lichte huid, dus besloten niet in de eerste te gaan zwemmen. De zon staat hier namelijk recht boven je en als je dan met je blanke, zoute lijf nog langs zes lagoons moet lopen, verbrand je levend. En een bijkomend voordeel was dat we de eersten/enigen waren bij lagoon 2 tot en met 7. De lagoons waren spierwit of heel lichtblauw. Heel mooi. Bij lagoon 7 gingen wij dus zwemmen. Ons prive-bad. Oeh wat was het koud, maar toen we er eenmal in lagen was het prima. Oh het was zo grappig; je blijft dus echt drijven (met je buik en benen boven water) en als je je benen omlaag duwde, werden ze door het water weer een willekeurige kant op geduwd. Het voelde echt heel raar. Na een kwartiertje vond ik het wel welletjes. Ik voelde de zon op m’n huid branden. Ik de schaduw droogde ik op, en zag ik langzaam maar zeker m’n lichaam helemaal wit worden van het zout. Met Aimen en Juliën liep ik naar de douches. Hoewel de douches goed koud waren, was het ook lekker om je huid weer af te helpen van dat trekkende gevoel. We stapten weer in het busje en reden terug. Wat een tocht. We reden een heuvel op om vanaf daar de zonsondergang te kunnen zien. Daarbij was ons pisco sour (dat Peruaanse drankje) en een snack beloofd. Na tien minuten werden we geroepen. Het stond klaar. Wow, haha, het was een heel buffet met chips, kaasblokjes, hamblokjes, koekjes, crackers met twee soorten creamcheese: eentje met sojasaus en sesamzaden erover en eentje met jam erover, en drie soorten pisco. Die hele zonsondergang kon iedereen gestolen worden. We waren mooi aan het borrelen daar. Rond 19:45 uur was de zon wel redelijk onder en reden we terug naar het dorp. We liepen terug naar het hostel. Ik kocht onderweg nog wat broodjes bij het Franse bakkerijtje als avondeten. In het hostel namen Birgitte en ik afscheid van Aimen, Juliën en Robin en liepen we naar het busstation toe waar we Jacob weer meetten. In de wachtruimte raakte ik in gesprek met een oude, Duitse man. Hij was rond de 70. Echt. Hij was al 3 maanden aan het backpacken. Geweldig toch? Iedereen was druk in de weer z’n spullen in de bus te laden en proberen die bus in te komen. Hij vroeg zich hardop af waarom: “we still do have 15 minutes before departure”. Hahah ja, kalmte kan u redden. Even later stapten wij dus ook de bus in. De beenruinte was kleiner dan verwacht. Maar goed, ik moest het er maar mee doen. Ik sliep slecht die nacht; het was koud in de bus en er zat een huilende baby schuin achter me. Oh.. na een busrit van bijna 12 uren kwamen we aan in Arica.
Arica:
De stad waar het altijd lente is. Nou, het was er best frisjes en bewolkt voor een lente dag, maar goed. Ik vroeg op het busstation gelijk hoe het zat met bussen naar Lima. Ik zou eerst de bus naar Tacna (net over de grens) moeten nemen, en vanuit daar naar Lima moeten reizen. De nachtbus naar Lima duurde 18 uren, maar eigenlijk wil ik naar Paracas, 4 uren ten zuiden van Lima. Weten jullie nog dat ik in Ica na die buggytour en het sandboarden in de woestijn flink was wezen drinken met Lorenzo, Charlie en Bernardo? Die dag daarna stond ik om 6 uur op om een tour te doen naar Paracas die, nadat we eindelijk iedereen hadden opgepikt, werd gecanceld vanwege de hoge golfen. Nou, die tour ligt nu weer op de route en wil ik alsnog gaan doen. Als ik vanmiddag nog de bus naar Tacna pakte, kon ik vanavond de nachtbus nog nemen. Dat klonk eigenlijk wel goed, want ik had niet zoveel zin om nog een dag met Birgitte te spenderen. Ze was heel aardig hoor, maar wel wat dommig en naïef. Zij dacht dus serieus dat Engelse drop uit Engeland komt en ze daar ook weten wat het is. Haar goede Engels heeft ze te danken aan het lezen van “the krent”, en de uitspraak “how late do we ..” heb ik ook gehoord. We namen de taxi naar een cafétje waar we ontbeten. Het was heel hip, voor Chileense begrippen. Je zou het koffietentje zo in Amsterdam kunnen plaatsen. We zaten mooi buiten op het dak-dak-dak-ter-ras. Peuk achter m’n oor er is niemand die ons stoort (= songtekst). De taxichauffeur had ons verzekerd dat het weer later zou opklaren. Na het ontbijt met toast, eieren, wafels, een sapje en goede koffie, liepen we naar een hostel waar Birgitte en Jacob wel wilden verblijven. Helaas zat dat vol. We kwamen de Duitse oude man weer tegen. Veel te schattig. We praatten even met hem en liepen weer door. Inmiddels waren de wolken opgeklaard en was de temperatuur aardig opgelopen. We liepen naar een ander hostel. We liepen daar naar binnen en werden door een oude man onthaalt met een fruitsapje en koekjes. De gedateerde huiskamer stond/hing vol met tierelantijntjes en foto’s. Meneer kwam uit Nieuw-Zeeland en woonde hier al 18 jaar. Birgitte en Jacob kregen een kamer toegewezen. Of nouja, kamer? Heel appartement! De oudere meneer zei dat ik van alle faciliteiten gebruik mocht maken. Ik kleedde me even om en wachtte op Birgitte en Jacob terwijl ik met die man praatte. Het duurde een eeuwigheid. Ik ging maar even kijken. Waren ze mooi op hun gemakje wat dingen aan het uitpakken enzo. Ik zei dat ik wel zsm naar het strand wilde, want zoveel tijd had ik niet. Nou, tien minuten later waren we onderweg naar het strand. Jeeeeujjj strand!! Dit strand leent zich perfect voor surfen, dus er stonden hoge golfen. Ach, ik was toch niet van plan te zwemmen. Na iets meer dan een uur hield ik het weer voor gezien en liep ik terug naar het hostel, kleedde me om en liep naar het busstation. Ik kon meteen instappen. Ik was de enige buitenlander. Het hulpje van de buschauffeur vroeg om mijn paspoort en bewaarde die. Ik vroeg wat hij ermee deed. Hij liet met alle andere paspoorten en id-kaarten zien. Dat was nodig voor de grensovergang. Ik vond het maar niks, maar hij zei dat hij er goed op paste. Vlak voordat we bij de grensovergang aankwamen, kregen we onze reisdocumenten terug. We stapten uit en gingen met onze bagage in een rij staan. Dat duurde natuurlijk weer mega lang. Gelukkig had ik een pronkje voor me staan: allemaal haar op het gezicht, een hele kleine kin met daaronder een hele grote onderkin, van dat slonzige korte haar op ‘e kop. Ik heb er foto’s van! En ook van haar id-kaart. Daar stond ze ook heel mooi op. Na drie kwartier stond ik weer buiten. De vrouw voor me had problemen met haar paspoort. Je hebt er altijd één rotte appel tussen zitten met zulk soort dingen, nooit meer of minder. Na ruim een uur konden we de tocht vervolgenen kwamen we rond 17:00 uur aan in Tacna (Peru). 17:00 uur?! Nee, 15:00 uur! Hu, oké, het was hier twee uren eerder. Op het busstation vroeg een mannetje waar ik heen wilde. Ik zei dat ik op zoek was naar Cruz del Sur. Hij begeleidde me naar de naastgelegen busterminal. Ik zei dat ik naar Paracas wilde. De vrouw van de buscompany zei dat ik dan naar Ica moest. Oké pfim. Die busrit duurde 16 uren. Tja, moet maar. Ze vroeg waar ik wilde zitten. Beneden waren de stoelen groter maar ook duurder dan boven. Nou, ik gunde mezelf nu zo’n luxe stoel (€40,-) in de hoop dat ik de komende nacht wat beter zou slapen. De bus vertrok om 18:00 uur. Nog even 3 uurtjes wachten dus. Ik ging buiten op een muurtje in het zonnetje zitten, nam ergens een fruitshake, een empanada met kip, liep even wat rond, zocht wat dingen uit in de lonely planet en werkte m’n reisverslag bij. Om 18:00 uur zat ik prinsheerlijk om mijn luxe stoel tussen de zakenmannetjes. We kregen nog wat te eten en daarna viel ik vrij snel in slaap. Toen ik wakker werd, dacht ik al een mooie nacht gedraaid te hebben:23:11 uur. Oh, haha. Ik sliep weer wat verder. Ach, om te zeggen dat ik een goede nacht heb gedraaid gaat ook wel wat ver, maar het kon ermee door. Om 7:30 uur kregen we ontbijt. Ah, nog even, en dan zijn we er, dacht ik. Tochtn stjonke, na een busrit van 18 uren kwam ik om 12:00 uur aan in Ica.
Ica:
Ik liep naar een willekeurige balie op het busstation om daar een busticket te kopen naar Paracas. Die bus vertrok om 15:30 uur. Perfect. Kon ik nog even het stadje in. Ik liep naar het winkelcentrum waar ik ook met Veerle, Charlie, Bernardo en Lorenzo was geweest. Wellicht kon ik nog ergens een nieuw shirt oid scoren. Maar nee, helaas, ze hadden alleen maar van die typische Peruaanse kleding met gaten bij de schouders enzo. Ik liep naar het centrale plein waar ik een kiprestaurant binnenstapte. Ik bestelds een 1/4 kip uit de oven. De ober vroeg mij hoe ik ‘m doormidden gesneden wilde hebben. Uhhhh doe maar wat. Toen ik m’n kippetje op had, liep ik terug naar het busstation, waar ik de bus naar Paracas pakte. Na anderhalf uur rijden kwam ik daar aan.
Paracas:
Hola, zon, zee, strand, klein boulevardje en vislucht! Jeej, ik hou nu al van Paracas. Ik liep naar een hostel die ik had gezien op internet. Die zat vol. Ik liep verder naar een ander hostel, en kwam een wat oudere, Chinese vrouw met backpack, afritsbroek, een bril en hele grote, scheve tanden tegen. Ze zei dat ze geen hostel kon vinden, of ik al had iets gevonden. Ik zei dat ik naar een vriend ging en al iets had geboekt. Ja, dikke ***, ik ga niet met haar bevriend worden. Het hostel waar ik daarna binnenstapte, had nog wel plek. Jeuj. Nadat ik ingecheckt had, liep ik even de boulevard over, zag twee pelikanen op het strand en ging naar de supermarkt om wat broodjes en beleg te halen. Terug in het hostel boekte ik de tour voor morgenochtend naar de eilanden en boekte ik een ticket naar Mexico Mexicoooooooo-ooooooo-ooooooo. Daar vlieg ik 16 december heen. Nais. Ik nam een heerlijke douche (na twee dagen niet gedoucht te hebben, hahha), en smeerde een broodje als avondeten. Daarna chillde ik in m’n bed. Ik had een hele rare dormgenoot: een chick van boven de 30 met twee knoedjes in die hier op een motorbike is. Ze had ook een dumbell bij zich van 6 kilo (dat sjouwt ook wel lekker) en lag in haar bed met de kat van het hostel (gatver). Ik keek wat ik vertrek en ging daarna slapen. Om 6:45 uur ging m’n wekker: toen ik m’n broodjes aan het smeren was, begon m’n andere dormgenoot tegen me te praten. Zij had die kat ook aangehaald en hij had haar bijna de hele nacht wakker gehouden, onder andere omdat hij twee flessen water van het bed af had gegooid. Ohja, hahaha, dat herinnerde ik me wel, maar dat was ik, en niet die kat. Hahaha. Maar dat zei ik niet. Na het ontbijt zag ik die rare dormie oefeningen doen voor de spiegel bij de wc’s met haar dumbell.. Uitsloofster. Ik pakte ik m’n spullen en werden we opgepikt voor de tour. We liepen met de hele groep naar de haven waar we nog een toeslag moesten betalen. Ik moest even aan een uitspraak van Robert van de Werf denken: het leek wel alsof het gesneeuwd had met al die witte pruiken. Allemaal oude mensen. Niet te geloven. Met zo’n dertig man stapten we in een boot en voeren we naar de eilanden. Ik zat mooi tegen de rand van de boot. Perfect plekje om die beesten te spotten. Iets minder plekje wat betreft het opspattende water. Het was best koud zo op zee, maar dat wist ik, dus had me vrij warm aangekleed. Onderweg zag ik vogels vliegen die zich soms zo vanaf 4 meter hoogte in de zee lieten vallen. Volgens mij vingen ze zo hun vissen. Ook zag ik al drie zeeleeuwen zwemmen, waarvan er eentje zwaaide. Na zo’n twintig minuten varen, kwamen we (samen met nog 8 andere toeristenboten) aan bij de eilanden. Al snel zagen we pinguïns op de rotsen. Ze liepen naar beneden en sprongen vervolgens in het water. Mooi! Er vlogen ook heeeel veel vogels rond. We voeren een stukje verder en zagen allemaal zeeleeuwen op de rotsen zitten. Oh, zo mooi! We zagen later ook nog eentje zwemmen! We voeren ongeveer een uurtje rond en zagen heel veel vogels, nog meer zeeleeuwen, nog meer pinguïns en “red spiders” (hele rode krabben). ‘T was echt heel mooi. Iets na 10:00 uur waren we terug aan wal, wat ook wel weer lekker was, hahah. Achteraf was ik blij dat ik deze tour niet die dag na het uitgaan heb gedaan. Ik ging naar een strandtentje voor een cappuccino. Heerlijk. Even wat opwarmen. Er kwam iemand naar me toe, die me herkende. Oooooh jaaaa, zij zat op dezelfde language school als ik, in Cuzco! Die Finse. Ohjaaa. Grappig. We praatten even snel bij. Ik zat daar heerlijk bij dat strandtentje. Later brak zelfs de zon door. De jongen voor mij smeerde zich in met een zonnebrand spray, wat deels in mijn mond en ogen terecht kwam. Ik hoestte als een gek en de tranen liepen over m’n wangen. Hij bood z’n excuses aan. Ja, prima jong. No probs. Met een zonnebril op gaat het vaak wel snel over. Maat het was sterk spul, want na 10 minuten traanden m’n ogen nog steeds. Even later kwam de ober naar me toe met een aardbeien shake. Die kreeg ik van hen. Ach, zo raar hoefde het niet, maar toch bedankt. Ik heb er wel oprecht lang last van gehad. Ik liep even naar het busstation van het busbedrijf waar ik de dag erna mee naar Lima wil gaan. Nou, ik kon nergens een balie oid vinden. Het was heel vaag. Daar vlakbij was een zandduin. Ach, liep ik die maar even op. Ik had toch niks beters te doen. Vanaf daar had ik ook uitzicht op het dorp. Heel grappig, dit dorp ligt aan de zee, maar de rest eromheen is allemaal woestijn. Ik liep terug naar het hostel en boekte m’n busticket maar online. Dat duurde even 1000 jaar, maar toen was het gelukt. Ik deed m’n bikini en jurkje aan, en ging naar het strand. Bij een van de vele strandtentjes plofte ik neer en bestelde een limonade (wat hier gewoon echt een drankje van limoen is). Ik smeerde me goed in, want m’n huid bij m’n oksels is twee dagen geleden in Arica een beetje verbrand, en geloof me, dat voelt niet fijn met die backpack op. Nadat ik een tijdje op het terras had gezeten, ging ik terug naar het hostel en ging daar op het dakterras zitten. Rond 17:30 uur begon het weer pittig fris te worden. Ik liep naar het kleine supermarktje en kocht chorizo worstjes. In de keuken van het hostel bakje ik die op, sprak met een chick uit de UK en tadaaaa, daar was m’n avondeten: twee broodjes met kaas en worstjes erop hahah. Daarna chillde in m’n kamer en keek boer zoekt vrouw terug. M’n andere twee dormies waren die ochtend vroeg vertrokken, dus ik had het rijk voor me alleen. Dacht ik. Eerst kwam de kat binnen lopen. Ehhhh, wegweze! Daarna sprong hij door het hele kleine raampje naar binnen. Èh, èh, WEG! Om 20:00 uur stapten er 5 naar zweet ruikende Deense meiden binnen. Ahhhhh.. balen. Toen iedereen wat geïnstalleerd, kwam de kat weer om de hoek kijken, en sprong op het bed naast mij, en liep vervolgens naar die van mij. WEG-WE-ZE. Rond 21:30 uur gingen we slapen. Om 1:00 uur werd ik weer wakker. Zat die kat bovenop me! Hahah gdvr. Een van de Deense meiden pakte ‘m op en smeet ‘m naar buiten en deed vervolgens het raampje dicht (dat ik open had gedaan, vanwege de zweetlucht). De volgende ochtend sliep ik uit. Ik deed vandaag even niks. Behalve weer de bus pakken, aan het einde van de middag. Ik ontbeet buiten de deur, ging douchen en pakte m’n spullen in. Daarna liep ik weer naar de boulevard voor een fruitshakeje. Mango, dit keer. De zon was alweer behoorlijk vel en stond recht boven me. Later liep ik weer terug naar het hostel, waar in in een hangmat chillde. Voor lunch bakte ik de overige worstjes op en had ik weer broodjes met kaas en worstjes. Haha. Rond 15:30 uur was het tijd om te gaan en liep ik naar het busstation. Ik zat in de terminal op een bankje, te wachten op de bus, toen ik blinde vlekken begon te zien. Neeeeeeeeee, migraine. Dat heb ik altijd hè: als ik het druk heb gehad (in dit geval veel gezien/indrukken op gedaan) en ik kom in de rust, dan krijg ik migraine. Zo’n 20 minuten later moesten we instappen, maar ik zag bijna niks meer en er waren ook nog wat kinderen aan het rennen, janken en schreeuwen. We moesten in een rij gaan staan. Ik zat op m’n hurken. Op de tast liep ik de bus in en was ik blij dat ik zat. Nou, je raadt het al: die Franse gezinnen met twee kleine kinderen gingen achter me zitten. Tomme. De vader van een van die kinderen vroeg of hij naast me mocht zitten want hij hoorde bij het gezin ofzo. Ja duh, ga zitten en houd je mond. Volgende vraag die hij me stelde was of ik oké was. Ziet het er zo uit? Maar ik zei maar “joa”. Na een tijdje waren de vlekken weg en begon de hoofdpijn. Ik vertelde hem snel dat ik migraine had. Hij was wel heel aardig hoor en zei dat ik het maar moest aangeven als ik iets nodig had. Pfim. Ik deed m’n oordoppen in, want dat kind achter me krijste het uit (ja, dat heb ik nodig, een stil kind) en zette m’n slaapmasker op. Na ruim vier uren rijden kwamen we aan in Lima. Op het busstation moest ik bijna twee uren wachten op m’n volgende bus. Ik ging naar het café’tje wat erbij zat en nam een siek bakje thee (want dat neem je als je ziek bent, haha). Twee uren later zat ik in de bus naar Huaraz. Ik lag al snel te slapen. Na een medium-goede nacht werd ik om 7:00 uur wakker. Ik was in Huaraz!
Huaraz:
Dit ligt weer op hoogte, dus weer even wennen. Ik hoop echt dat ik geen hoofdpijn krijg van de hoogte vandaag, want die migraine is al pittig genoeg. Toen ik aankwam in het hostel, mocht ik gelijk m’n bed in, thank god! Ik deed nog even een knipperke en ging daarna het dorp in voor ontbijt en het boeken van een tour.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley