See you later, Aligator - Reisverslag uit Rurrenabaque, Bolivia van Erna Jonkman - WaarBenJij.nu See you later, Aligator - Reisverslag uit Rurrenabaque, Bolivia van Erna Jonkman - WaarBenJij.nu

See you later, Aligator

Door: Erna

Blijf op de hoogte en volg Erna

10 Oktober 2018 | Bolivia, Rurrenabaque

La Paz:
Ik liep die ochtend wat door de stad, langs een touragency voor de pampas tour die ik in Rurrenabaque (het Amazonegebied in Bolivia) wil gaan doen. Ze boden het aan voor 1200 bolivinanos, wat zo’n €160,- is. Noooo dat is veel te duur. Ik liep verder door de stad, over een plein met heel veel duiven en een gebouw met een klok die niet rechtsom, maar linksom liep. Ik liep verder en stapte nog een paar touragencies binnen. De prijzen liepen uiteen van 630 bolivianos tot 900 bolivianos. Pff, ik wist echt niet wat ik moest doen. Ik ging eerst maar ergens lunchen. Daarna liep ik over de markt terug naar het hostel. Wat ik tot nu toe van La Paz had gezien, vond ik niet echt leuk of mooi, dus ik besloot een walking tour te doen. Die begon om 15:00 uur. Ik deed nog even een powernapje en zou rond 14:45 uur die kant op lopen, maar het regende ineens echt super hard, dus ik vroeg of die tour überhaupt nog wel doorging en of ik ‘m anders morgenochtend kon doen. Ja, geen probleem, ik kon ‘m morgenochtend om 10:00 uur wel doen. Ik ging in de gezamenlijke ruimte/binnenplaatsje/bar bij m’n Franse dormie van Copacabana zitten. Die was hier namelijk ook. Zij had die ochtend de walking tour gedaan. Ik vroeg of ze misschien nog hike kledingwinkels had gezien. Ja, wel een aantal. Toen het droog was liep ik richting de straat die zij me adviseerde. Daar waren inderdaad wat hike winkels, maar met alleen maar winterkleding. Ik liep nog wat door de stad, maar kon eigenlijk niet echt iets vinden. Totdat ik een marktje binnenstapte waar ze van die wijde, linnen “backpackersbroeken” hadden. Dit kraampje had ook een witte met een dun, zwart streepje. Lelijk, maar perfect voor in de jungle. Ik kocht ‘m voor nog geen €7,-. Jeuj. Daarna liep ik terug naar het hostel, ging even chillen (ja, alweer) en showde m’n nieuwste aanwinst aan m’n Franse dormie van Copacabana (ik weet nog steeds niet hoe ze heet haha). Even later ging ik met haar uiteten naar een restaurantje pal tegenover het hostel. Ik zag wijn op de kaart staan. Omg. Daar had ik zin in!!! Oh, wat smaakte dat goed en het was ook heel gezellig overigens. Om 21:30 uur gingen we weer naar het hostel en slapen. De volgende dag, na het ontbijt, liep ik eerst naar een touragency die ik op internet had gezien, die prima en goedkope tours in het Amazonegebied schenen aan te bieden. De agency was nog niet open, dus ik kreeg het vrouwtje aan de telefoon. Zij vertelde me het een en ander en stuurde nog wat info via whatsapp. Ik zei dat ik na de walking tour terug zou komen. Ik liep naar het plein voor de city tour. Ik werd al snel aangesproken door een mannetje van die organisatie. Heel zenuwachtig, mij niet aankijkend, vertelde hij wat en stelde wat vragen, oa wat ik van Bolivia vond. Ja, geen idee jong, ik ben hier net vier dagen. Later wilden drie Boliviaanse meiden van een jaar of 15 me interviewen. Dat vroegen ze aan dat mannetje van de organisatie, die het vervolgens weer aan mij vroeg. Prima. Ze wilden weten wat ik van “punkin” vond. De wat? “Pumpkin?”, vroeg ik. “No, punkin”. Ik heb maar op alles “nee” geantwoord. Later hoorde ik ze het woord voor pompoen in het Spaans zeggen, bleek het dus wel pompoen te zijn. Toen ze klaar waren, giechelden ze heel erg. Het mannetje zei tegen mij dat Bolivianen heel verlegen zijn, vooral als iemand lang en blond is. Hahah, nou, zeg dat. Hij was er zelf ook een van. Om 10:00 uur startte de tour. We waren eerst met z’n 4en: een “echte” Amerikaan (zo’n iemand die veel te aanwezig is, overal doorheen praat, niet luistert..), twee heul, maar echt heule degelijke Nederlandse meiden, en ik. Gelukkig werd de groep al snel uitgebreid met nog een Nederlandse, een Libanese, een Australische, 3 Duitse kerels in hike kleren en een Russische kerel die drie weken geleden nog in Leeuwarden was. Ik had mijn zwarte broek, lange mouw shirt en m’n leren jack aan. Dat jack kon wel snel uit, want het was best warm ineens. De heule degelijke Nederlandse meid (die overigens een kort spijkerbroekje onder haar sportlegging aan had (?!)) vroeg of ik het niet warm had in m’n zwarte kleding. Vind ik dan zo’n domme vraag hè. Ja, tuurlijk wel, maar chick, gisteren regende het steeds en was het echt niet warm, en toen ik het hostel een uur geleden verliet, was de zon nog nergens te bekennen. Maar ik antwoordde: “nee”. Ariel was onze tourguide, een Boliviaan die 10 jaar in Amerika had gewoond en heel goed en heel veel en heel snel Engels praatte. Aanpoten dus. In een vorig leven was hij Maarten van Rossem volgens mij. Hij wist alles over de hele geschiedenis van alles. Hij vertelde eerst over de kerk waar we voor stonden. Ja, pfim, maar na 10 minuten, ben je mij kwijt. Och jonge, elk ornamentje werd uitgelegd. Daarna mochten we de kerk even in. Vlak voordat ik de kerk instapte, werd ik aangesproken door dat zenuwachtige mannetje die er ook bij hoorde; ik moest nog even 5 bolivianos (= €0,70) aftikken omdat ik m’n datum van deze walking tour had veranderd. Ik zei dat ik dat dom vond. Bij de receptie hadden ze daar niks over gezegd, want nee, het was geen probleem dat ik ‘m wilde verplaatsen. Daarbij kwam dat iedereen zo aan kon sluiten bij de walking tour, dus er kwam ook niet veel administratiewerk bij kijken. “And now i’m going into the church”, eindigde ik de discussie, hahah. De leuke, niet-degelijke Nederlandse meid vroeg wat er aan de hand was. Ik legde het uit. Ze moest lachen. “Ze verzinnen ook overal weer wat op”. Nou, precies. De kerk was mooi. Kerk-achtig. Er lag nog een zwerver op een van de banken te slapen, met een plas (pis, ben ik bang) onder zich. Daarna kwamen we buiten, en vervolgden we de tour. Het zenuwachtige mannetje kwam naar me toe: “I’m so sorry. Our problem. All good”. Dat dacht ik. We liepen naar de “heksenmarkt” waar we uitleg kregen over de offerschaal voor “pacha mama” (mother earth) die ze dan in de fik steken. Er lagen wat cocabladeren, wat snoep, een lama van hout met stof om hem heen en wat suikerige tegeltjes met iets erop in de schaal. Als je iets wenst, dan doe je iets symbolisch in de schaal, en verbrand je het. Op de “heksenmarkt” verkochten ze ook lijkjes van lama’s die gelijk naar de geboorte zijn overleden (vaak vanwege de hoogte), en gedroogde lijkjes van te vroeg geboren lama’s. Als je een huis bouwt, koop je namelijk zo’n ding, en begraaf je dat onder je huis. Dat brengt geluk ofzo. Iedereen doet dat. De bouwvakkers willen zelfs niet voor je werken, als zij niet gezien hebben dat er zo’n lama lijk onder de grond zit. De gids vertelde dat hij laatst een veganistische meid bij hem in de tour had zitten. Die begon helemaal te gillen en schudde hem heen en weer: “is this real?”, Ariel had maar gezegd: “no, made in China”. Hahaha. We liepen door naar een gevangenis. Ik werd ondertussen lang niet goed door de hoogte, en kocht onderweg een banaan. Inmiddels kon de jas ook weer aan, want het was pittig fris geworden. Bij de gevangenis aangekomen, begon het te regenen. Ariel vertelde ons over de gevangenis, dat de armsten voor echt 40 bolivianos (=€0,50) per maand met z’n 16en in een cel van 2 bij 2 leven. De rijken betalen 10.000 bolivianos (€1250) per maand, en hebben alles: tv, computer, internet, etc. Dat zijn de drugsbazen. Zij zitten zelfs liever in de gevangenis dan daarbuiten. Bolivia is naast Colombia een van de grote cocaïneproducenten. Daarna liepen we door naar het plein met de duiven en de klok die de andere kant op liep, waar ik de dag ervoor ook was. Ariel vertelde nog iets over het standbeeld daar. Geen idee meer wat. Ik had meer oog voor de bruiloft die iets verderop gaande was. Daarna liepen we door naar het gebouw van de walking tour, waar we nog uitleg kregen over ...?!. Daarna was het klaar. Jeuj. Ik liet nog een fooi achter en peerde ‘m. Op naar het café’tje waar ik gisteren ook zat. Tijd voor lunch. Daarna liep ik weer naar de touragency die die tour in de jungle aanbiedt. Ik boekte de tour en liep door naar de kabelbaan. Er zijn hier een aantal kabelbanen die over de stad gaan. Onderweg liep ik nog over een markt waar ik lange, witte sokken kocht voor in de jungle. Ja, dit wordt me een partijtje stylo daar in de jungle.. Ik kwam bij het kabelbaanstation aan. De rode lijn is die kant op, de oranje is die kant op. Ja, uh, geen idee. Ik wil gewoon een mooi uitzicht. Ik stapte maar in de oranje. Het was oprecht heel mooi. Wat een grote stad. Ik bleef zitten tot het eindstation en kocht toen weer een ticket terug. Daarna liep ik weer over een markt terug. Och jonge, die markten, te kust en de keur. Alles wat je wilt hebben, verkopen ze wel ergens. Dan zit er ineens weer een mannetje tegen de muur, in een groot stuk blauw plastic met een naaimachine schoenen te maken, of al die vrouwtjes die op de straat zitten met heel veel groenten en fruit. En die auto’s rijden er ook maar wat tussendoor. Wat een bende. Ik kwam aan in het hostel, en kwam toevallig mijn Franse dormie van Copacabana (ik weet nog steeds haar naam niet) tegen, en praatte weer even met haar. Ik boekte een taxi voor morgenochtend naar het vliegveld, praatte even met mijn Nederlandse dormie Jildo en pakte m’n backpack in. In dit hostel (hopelijk alleen in dit hostel) zitten heel veel Aziaten. Terwijl ik mijn backpack inpakte, zat er zo’n Aziaat in zijn bed film te kijken en snoep te eten. Maar voor die Aziaten is het een gewoonte om te smakken. Oh ik werd helemaal gek. Ik zei op een gegeven moment: “ah gatver”. Jildo vroeg wat er was. Ik zei dat ik helemaal kriegel werd van die Aziaat. Ik ging maar gauw weer naar het binnenplaatsje. Daar ging ik aan de tafel zitten bij een -bleek later- Nedelandse meid. Haar vriend kwam er later ook bij zitten, en Jildo ook. “Alle Nedelanders verzamelen, haha”. We praatten over van alles en nog wat. Onder andere over de chaos/niet-afgebouwde huizen. Ik wist me te herinneren dat ze de huizen hier niet afbouwen, omdat je pas belasting over het huis moet betalen vanaf het moment dat je huis af is. De chick uit Libanon zei die ochtend dat het in Libanon precies zo werkte. We kwamen er verder achter dat de beste vriendin van Jildo de stagebegeleider van Dennis (die jongen) was. Vet grappig. Jildo kwam overigens uit Sneek en kende Anita Agricola uit Sint Nyk, die ik van gezicht wel kende. Om 22:00 uur lag iedereen weer in z’n bed. Om 00:00 uur schrok ik wakker van onweer, jeetje. Wat een klappen. Zo hard had ik het nog nooit gehoord. Ook regende het super hard. Om 6:30 uur had ik mn wekker staan, pakte ik m’n laatste spullen in en nam ontbijt. Ontbijt was van 7:00 tot 10:00. Dus om 7:00 zat ik te wachten, samen met nog wat anderen. Twee Aziaten vroegen of ze bij me mochten zitten. Ja, pfim. Maar toen we het fruit kregen, begon de ellende weer: het gesmak. Beide. Ik heb m’n bord gepakt en ben ergens anders gaan zitten. Ze keken me aan.. hahah. Viesterds. Om 7:20 uur kreeg ik mn broodje met ei. Nou, lekker ertegenaan gegeten, want om 7:30 uur stond de taxi klaar. Ik moest de trap aflopen, en daar om het hoekje stond de taxi. De taxichauffeur was een jaar of 60, had hele rode, waterige ogen en sprak 0 Engels. Ik gaf hem mijn ticket die ik van het hostel gekregen had. Hij zei iets van dertig. Ik snapte het niet. Ik had al betaald. Hij lulde aan een stuk door, over waar ik heen moest enzo. Nou, gewoon naar het vliegveld. Maar hij praatte maar door. Ik zei dattie even moest wachten en wilde teruglopen naar het hostel. Nee, nee, nee, het was goed. Oké. Ik stapte in. Hij reed als een debiel. Heel hard remmen voor niets, dat schakelen sloeg ook nergens op. Toen kwamen we bij een tolweg. Of ik ook geld had. Nee. Ik had al betaald. Even later kwamen we aan bij het vliegveld. Of ik ook geld had, want als je dat terrein op wilt rijden, moet je ook dokken. Nee, had ik niet. Ik had namelijk die hele rit al afgetikt, señortje. Ik stapte uit, en bedankte hem. Hij zei niets en reed weg, haha pfim. Dat vliegveld was heel klein, met 1 start- en landingsbaan volgens mij. Vreemd, voor zo’n grote stad als La Paz. Alles was mooi primitief en professorisch daar. Om 9:35 vertrok mijn vlucht, maar om 9:10 uur zag ik nog geen vliegtuig. Vijf minuten later zag ik de staart van een heel klein vliegtuigje boven een grote slurf uitkomen. Om 9:22 gingen we boarden. Ja hoor, we liepen naar dat hele kleine vliegtuigje toe. Er waren 12 rijen van 2x2. Ik zat op rij 6, bij het raam, niemand naast me. Om 9:34 uur reden we de startbaan op. Hahah dat had ik 20 minuten geleden niet verwacht. Het vliegtuigje was heel stil, en elk zuchtje wind voel je. Ik vond het doodeng. Vooral door die grote wolken heen te wrotten. De stewardess (ja, 1) gaf ons nog wat te drinken, maar halverwege haar rondje zetten we de landing al in. De bergen waren begroeid met bomen, ipv kaal of besneeuwd. Op een gegeven moment gingen we echt snel dalen: je voelde en zag de voorkant van het vliegtuig echt naar beneden duiken. Oh ik was blij dat we (na een vlucht van 35 min) aan de grond stonden.

Rurrenabaque:
Zodra we de landingsbaan af reden, reden we op een slecht geasfalteerde weg, met grote gaten erin enzo. Er kwam een motorbike met een karretje erachter aanrijden om onze bagage uit het vliegtuig te halen. Wij werden met een busje 200 meter verderop gebracht, naar het vliegveld gebouw. Dat was letterlijk een huis met een kamer voor de arrival, een kamer voor de departure en een loket wat als incheckbalie fungeerde. Anne zei al: “mooi persoonlijk vliegveld” haha, precies. Het was super warm, maar heerlijk, én ik kon weer ademen. Gewoon ademen, net als in Nederland. Heer-lijk. Er stond een man met een bord in z’n hand: “Erna Jonkman”. Hu, wow, ja, dat ben ik. Hij was van de organisatie waarbij ik de tour geboekt had. Ik zei dat mijn tour pas morgen begon. Ja, klopt. Oké. We wachtten op onze bagage, dat op een hoop, binnen vier afzetlinten, werd gegooid. Toen ik m’n backpack had, stapte ik in het busje met wat andere mensen die bij dezelfde touragency hadden geboekt. We werden afgezet bij de touragency waar we even “incheckten” voor morgen, en daarna werden we naar ons hostel gebracht, waar we toevallig allemaal hadden geboekt. De twee jongen uit de UK hadden die nacht doorgehaald in La Paz, dus doken snel hun bed in. Alli, een meisje uit Australië, en ik praatten wat, waarna ik ook snel naar m’n kamer ging en me omkleedde. Ik ging eerst het dorpje in om geld te pinnen en water te halen, en plofte daarna neer bij het zwembad. Heer-lijk. Al snel lag ik ook in het zwembad. Terwijl ik mooi aan het opdrogen was, kwam er een donkere lucht aan. De eigenaar, een Portugees die getrouwd is met een local, zei dat het ging regenen. En inderdaad, 10 minuten later begon het enorm te stortregenen, met onweer. Na een halfuur schuilen werd het weer droog en scheen de zon weer. Ik lag al gauw weer bij het zwembad. Ik kreeg honger dus ging het dorpje even in. Na de lunch liep ik over de markt terug, waar ik nog slippers kocht en Alli tegenkwam. Zij had ook net de pampas tour geboekt bij dezelfde agency. Ik liep terug naar het hostel en ging weer bij het zwembad liggen. Daar waren Rafel (meid uit mn dorm) en Alli ook al gauw. Met hen chillde ik bij het zwembad. Dani en Nimah, de andere twee meiden uit m’n dorm, sloten ook aan. We bestelden een fles wijn, en later nog een, en dronken die op aan het zwembad. Heerlijk. Daarna nam ik een koude douche en hadden we bbq. Dikke hompen vlees. Nouja, heb de helft maar weggegeven. Ook was het happy hour, dus ik had een dubbele gin en tonic voor de prijs van 1. Het was echt super gezellig. Om 21:30 uur lag iedereen weer in z’n bed. De dag erna begon het feest. We hadden ontbijt, ik pakte m’n laatste spullen, m’n haar was al helemaal nat van het zweet, ik checkte uit en wachtte samen met Alli bij de receptie. We werden om 9:15 uur opgepikt en zaten in de auto met Jessica en Martin uit Australië, en de twee jongens uit de UK, Will en Chris. We reden 3 uren lang, over onverharde, stoffige weg. Onze driver wilde cocabladeren kauwen, of we dat oké vonden. Ja, pfim. Onderweg zagen we van die typische koeien die ik herkende uit Colombia: lange hangoren en een vetbult op hun “schoft”(?!) (dat punt waar je de hoogte van een paard meet). Na drie uren rijden gingen we ergens lunchen. Daarna moesten we de auto weer in en reden we nog 10 minuutjes. Wat was het warm. Niet normaal. We kochten entreetickets voor het park en kwamen aan bij de rivier. Daar leerden we onze gids Luis kennen en laadden we de boot in. Toen ik de heuvel op liep, was ik blij verrast: ik kon in een keer doorlopen en was niet helemaal buiten adem! Jeuj! Dat zal over een paar dagen wel weer wennen zijn als ik weer op hoogte zit. Om 14:00 uur werden de trossen los gegooid en vertrokken we met z’n 6en, 2 koks en Luis in ons langwerpige bootje. Er waren 8 best comfortabele stoeltjes in gefabriceerd. Na 10 minuten had Jessica al een kaaiman gespot. Ik was jaloers. We spotten capibara’s. Dat zijn grote bever, zo groot als een varken, die deels op het land leeft. Ook zagen we de “paradise bird” die familie is van de kalkoen. En ja hoor, daar zag ik ook een kaaiman. Het was superwarm, dus ik had het liefst dat we doorvoeren, dan stond er tenminste nog een briesje. We spotten de “gewone” kaaiman, die ongeveer 4 meter wordt, maar later ook de “zwarte”, die zo’n 6 meter wordt. We zagen ze in het water, met hun ogen net boven de waterspiegel uitkomen, maar ook op de wal, onder bomen ofzo. Soms met de mond open op hun lichaamstemperatuur te reguleren. Verder zagen we nog heel veel schildpadden, “jungle flamingo’s” die van kop tot half romp wit zijn, van half romp tot tenen roze zijn en ze hadden een lepel-achtige snavel, en vogels met hele lange, rode poten. Ohja en de “snake bird”. Als hij zwemt zie je alleen zijn lange nek en snavel boven het water uitkomen, waardoor het net lijkt alsof er een slang zwemt. Op een gegeven moment stopte Luis de boot. We konden zwemmen. Uhh nee bedankt. Hij, de koks, Will en Alli gingen erin. Dapper. Op een gegeven moment werd Will gebeten. “Oh yeah, could be piranha”, zei Luis. Die bijten weleens wat, maar zijn niet heel agressief. Toch hielden Alli en Will het voor gezien. We voeren verder, en toen de rivier iets breder werd, zei Luis: “guys, look, dolphins”. Waaauww jaaa, rivierdolfijnen. Ze waren een beetje roze-achtig, met een kleine, niet heel puntige vin op hun rug en ze waren kleiner dan de dolfijnen van het Dolfinarium. We voeren verder en zagen later nog een hele groep. Will en Chris probeerden er tussen te zwemmen, maar de dolfijnen waren vrij schuw. Op de valreep zagen we nog wat zwarte apen in de boom zitten. Na drie uren varen kwamen we aan bij de lodge. Alles was hier op palen gebouwd, want in het regenseizoen staat het water zo’n 5 meter hoger dan nu. Ik sliep met Alli, Will en Chris in een kamer. Toen we daar naartoe liepen, zagen we een aantal doodshoofdaapjes (die aapjes van de Apenheul) in onze “achtertuin” zitten. Nadat we onze klamboe’s om de matrassen hadden gedaan, kregen we in de algemene ruimte nog een raar, paars, mierzoet drankje en wat popcorn, en moesten we snel de boot weer in. We voeren naar een plek waar we de zonsondergang keken. De rivier staat nu erg laag, dus vanaf het punt waar we aanlegden, klommen we 5 meter omhoog, en vanaf daar was het landschap helemaal vlak. Welcome to The Neth, uhh the jungle. Vanuit het hutje/boerderijtje waar wat mensen woonden, hadden we uitzicht over de wijde omgeving. Er liepen wat varkentjes, konijnen, kippen enzo rond. We kochten een biertje, en zaten met z’n allen op een rijtje de zonsondergang te aanschouwen. Heel mooi. Daarna gingen we terug in de boot, met hoofdlampen op, om de ogen van de kaaimannen te spotten. Het waren er superveel. We hebben over de hele dag wel zo’n 200 gezien. Tijdens de boottocht werd Martin nog geraakt door een vis die uit het water sprong. Het bootje ligt zo laag dat je hand het water raakt als je ‘m buiten boort doet. Iets over 7en waren we weer in de lodge en om 19:30 uur stond het eten op tafel. Ook nu hadden ze er oprecht weer iets lekkers van gemaakt. Na het eten speelden we met z’n allen “bullshit” (ik won 2x), en daarna nam ik een koude douche. Pfim. Toen ik weer helemaal ondergedompeld was in mosquito spray, dook ik mn klamboe/bed in, en viel al snel in slaap. Het matras was eigenlijk net te klein voor mij, en was al helemaal doorgezakt, nog voordat ik erop had gelegen. Om mosquito bites te voorkomen, moest ik niet tegen die klamboe aan liggen. Ik heb dus de hele nacht in een gat gelegen, op de lattenbodem, met gebogen knieën. Pfff. Om 6:00 uur werd ik wakker van een (zwarte) brulaap. Het geluid leek wel op dat van een gnoe of varken ofzo. Aan het ontbijt hoorde ik mensen zeggen dat ze dachten dat de generator weer aan ging, haha. Om 7:00 uur was ik klaarwakker doordat er drie apen over ons dak heen liepen en ik ging naar buiten. Daar zag ik op 2 meter afstand gelijk al een doodshoofdaapje met een baby op z’n rug. Toen ik verder om me heen keek, zag ik er een stuk of 10. In bomen, op de steigers, op ons huisje.. Ik ging zitten en maakte wat foto’s. Ze kwamen echt heel dichtbij. Om 8 uur hadden we ontbijt, waarna we allemaal een paar laarzen aandeden en in de boot stapten, op zoek naar anaconda’s. Tijdens de vaartocht kwamen we weer heel veel kaaimannen tegen. Luis voer de boot met de voorkant op de wal zodat we de kaaiman van dichtbij konden bekijken. Hij was zo’n 2 meter bij ons vandaan. En ‘t was een besten. Toen we weg wilden varen, kregen we de boot niet los. We moesten even heen en weer wiebelen met z’n allen. De kaaiman vond dat wat eng, en begon in beweging te komen. Hij draaide een kwartslag en stond met z’n neus naar mij toe. Ik zat het dichtst bij hem, maar ik zat bijna helemaal bij Alli op schoot, die zich vervolgens achter mij verschuilde. We gilden het uit met z’n allen. De kaaiman draaide zich om en zwom langs de boot weg van ons. Onze boot was los en we voeren weg. Alli en ik trilden die minuten daarna nog steeds. Even ter info: kaaimannen eten alles, alleen zijn ze overdag niet zo gebrand op eten, maar meer op het opslaan van energie. Hun huid werkt als een zonnepaneel. Na een paar minuten varen kwamen we aan bij de plaats van waar we moesten lopen. Terwijl Luis ons wat uitlegde, plukte hij een soort tak/wortel van een boom en wikkelde dat om mijn waterfles zodat ik die als een rugzak kon dragen. Haha, amazing. We liepen ongeveer een uur lang door hoog riet, door een weiland met koeien en langs een meertje. Het was er allemaal weer hartstikke vlak. Net Nederland. Om het tempo bij te kunnen houden op m’n te grote laarzen, liep ik stijf achter Luis. Ik zweette me helemaal dood. Op een gegeven moment liepen we door het hoge riet en zag Luis een anaconda. Hij sprong er achteraan. Wij deden drie stappen achteruit, haha. Ik vond het doodeng in dat riet, want daar zag je niets. Luis kreeg ‘m niet te pakken, dus we liepen verder. Vanaf toen gingen we in het bos zoeken. Na een halfuur hadden we nog niks gevonden. Luis liep door het riet langs de ene kant van het beekje, en wij langs de andere kant. We spraken af bij de boom. Toen we bijna bij die boom waren, stonk het daar verschrikkelijk. Wat bleek: onder die boom lagen allerlei overblijfselen van dode kaaimannen en een koe. Gatver. Luis kwam eraan, zonder anaconda, en brak wat tanden uit de kaak van een dode kaaiman. Daarna moesten wij daar blijven zitten, en ging hij nog iets verder even kijken. Na 10 minuten hoorden we hem roepen. Als gekken renden we erheen. Hij had een anaconda vast, en drukte die snel bij Martin in de handen, want hij had ook nog een cobra gezien. Hij dook er snel achteraan, maar kon ‘m niet meer vinden. Iedereen maakte foto’s van de anaconda, waarna Luis ‘m weer vrij liet. “If he comes to you, don’t move”. Ohja, nee, best. Maar hij zwom mooi door het water naar de andere kant van het riet. Het was inmiddels half 12, en redelijk opgewarmd. In die bloedhitte liepen we terug. Na ruim een uur kwamen we weer aan bij de boot. Wat een tocht. Weer terug in de lodge kregen we lunch en daarna was er tijd voor een siësta. Ik “joeg mie del” in een van de hangmatten. Heerlijk. Om drie uur stonden we weer paraat. We gingen de boot weer in en voeren een eindje totdat we bij een plek kwamen waar we goed piranha’s konden vissen. Onder toezicht van twee kaaimannen, gooiden wij ons haakje met een stukje beef eraan in het water. Binnen 5 seconden, geen grap, beten ze al. Je moest alleen wel op het juiste moment een ruk aan je draad geven, anders zat hij er niet aan. Luis had al snel wat gevangen: een gele piranha. Will en Chris vingen alleen maar hele kleine visjes: “sardientjes”. Later gebruikten ze die als aas voor de piranha’s. Ik had op een gegeven moment ook beet! Een iets groter sardientje, en later nog een gele piranha (10 cm). De mannen vingen de grotere (15 cm), rode piranha’s. Dat waren er in totaal 10. Luis maakte ze schoon en reeg ze aan een tak. Na het vissen gingen we weer naar zo’n boerderijtje waar we de zonsondergang keken. Bij het boerderijtje kocht ik een cola. Zo’n zin in. We hadden het uitzicht op een kudde koeien, een kat met kittens, wat ganzen en dus de zonsondergang. Even later voeren we terug naar de lodge. Er vlogen nog wat ara’s (papegaaien) over ons heen. Onderweg sprong er nog een kaaiman richting onze boot. Ik had echt het idee dat ze vandaag agressiever waren dan gisteren. Toen we er gisteren langs voeren, verdwenen ze steeds heel sneaky onderwater, maar nu bleven ze ons recht in de ogen aankijken. Ook zagen we de buik van een dood paard boven de “rivierspiegel” uitsteken. Die werd binnenkort wel opgegeten door kaaimannen, zei Luis. Maar de huid moest eerst nog wat weker worden. In de lodge kregen we diner, waaronder onze zelf-gevangen piranha’s. Luis at bijna alles van dat beest, inclusief de ogen, de tong en de hersenen, haha. Na het eten speelden we weer “bullshit”, daarna nam ik weer een koude douche en ging naar m’n bed. De volgende ochtend stonden we op om 5:30 uur, we hoorden de brulaap weer, en stapten in de boot, om verderop de zonsopgang te kijken. Onderweg zagen we nog drie brulapen in de boom zitten. Na de zonsopgang voeren we terug naar de lodge. Onderweg sprong er nog een vis in onze boot, vloog er een hele groep ara’s over ons heen en zagen we nog een paar dolfijnen. Aaahhh. Om 8:00 uur hadden we ontbijt. Toen kwamen de apen ook weer tevoorschijn. Die waren de hele ochtend nog nergens te bekennen. Na het ontbijt ging ik op een boomstronk zitten, vlakbij de restjes van het ontbijt, waar de apen op af kwamen. Het waren echt een stuk of 30. Daarna gingen we de boot weer in, op zoek naar dolfijnen. Die vonden we vrij gauw. Samen met nog 2 toeristenboten aanschouwden we de dolfijnen. Een paar van ons gingen ertussen zwemmen. Mij niet gezien natuurlijk. Nadat de twee toeristenboten weg waren, waren wij nog alleen. De dolfijnen kwamen echt dichtbij! Oh ‘t was echt mooi. Later voeren we terug naar de lodge, maar we haakten nog even aan bij Pedro. Luis parkeerde de boot, stapte uit en liep de bosjes wat in terwijl hij Pedro riep. “Ah, there is Pedro. Come here, guys”. We stapten de boot uit en zagen een grote kaaiman zitten, haha. Luis lokte hem de bosjes uit met een stuk vlees. Iedereen, behalve Alli en ik, ging achter Pedro zitten, hem aaien en met hem op de foto. Daarna gaf Luis hem dat stuk vlees en gingen we terug in de boot. Weer kregen we de boot niet lekker los, en kwam Pedro weer angstvallig dichtbij ons. Maar Luis bleef kalm, want hij en Pedro waren goede vrienden, hahah. Terug in de lodge kregen we lunch en pakten we onze spullen. Na de lunch stapten we in de boot, terug naar het begin-/eindpunt. Na een halfuur begon het wat te druppen. Ah, lekker even. Toen begon het iets harder, en voordat we het wisten regende het zo hard dat het gewoon pijn deed als de druppels je raakten. Na ruim een uur varen kwamen we helemaal zeiknat aan bij het eindpunt. Het was toen wel weer droog. Toen we een beetje waren opgedroogd, namem we afscheid van Luis en stapten we in de auto terug naar Rurrenabaque. Na drie uren over onverharde, stoffige weg te hebben gereden, kwamen we weer aan in Rurrenabaque, wat eigenlijk verdacht veel op Zuidoost-Azië lijkt, met al die tuktuks, de hitte en de groene bergtoppen. Toen we aankwamen in het hostel, waren Danielle en Nimah ook net terug. We wisselden verhalen uit bij het zwembad. Tot zover m’n reisverslag! Houdios!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Bolivia, Rurrenabaque

Midden- en Zuid-Amerika

Midden- en Zuid-Amerika

Recente Reisverslagen:

19 November 2019

Wij gingen naar Ghana!

13 Februari 2019

Ik bin bang!!

09 Februari 2019

Te vroeg gepiekt

01 Februari 2019

Wachten en verplaatsen

26 Januari 2019

Ik kan geen vulkaan meer zien ;)
Erna

Actief sinds 09 Sept. 2018
Verslag gelezen: 408
Totaal aantal bezoekers 10509

Voorgaande reizen:

11 September 2018 - 13 Februari 2019

Midden- en Zuid-Amerika

Landen bezocht: