Oui oui, in het Fransje, oui oui, in het Fransje - Reisverslag uit Sucre, Bolivia van Erna Jonkman - WaarBenJij.nu Oui oui, in het Fransje, oui oui, in het Fransje - Reisverslag uit Sucre, Bolivia van Erna Jonkman - WaarBenJij.nu

Oui oui, in het Fransje, oui oui, in het Fransje

Door: Erna

Blijf op de hoogte en volg Erna

16 Oktober 2018 | Bolivia, Sucre

Rurrenabaque:
Die avond hadden we weer bbq in het hostel. Jessica en Martin joinden ook. Het was weer delicioso. Ik ging echter snel slapen daarna, want had wat hoofdpijn. Overdag waren de waterflessen van onze tour namelijk op. Oh wat was het warm in onze dorm. Ik was aan het zweten ‘s nachts en droomde over de inbraak op It Sein. Ik schrok wakker. Later kon ik wel weer slapen, gelukkig. Om 7:00 uur stond ik op, pakte m’n backpack in en las wat in m’n lonely planet. Ik besloot hierna naar Sajama te gaan: een national park met een vulkaan. Het schijnt heel hoog te liggen, dus hiken is daar voor mij niet echt een optie. Er zijn echter wel een aantal dagtrekkingen langs de vulkaan, een aantal geisers en wat hot springs. Om 9:30 uur werden Alli en ik opgepikt door de taxi. Het regende super hard. Ah, daar zaten Jessica en Martin ook in de taxi! Gezel. Na een kort ritje kwamen we aan bij het vliegveld, wat nog steeds lachwekkend is: een gebouwtje, met een loketje waar boven staat “check-in”, daar gaf ik m’n backpack af en kreeg ik een ticket. De paspoortcontrole was een man die in de deurpost stond en even naar je paspoort keek, net na de deurpost moest m’n handbagage in een bak. Niet dat die bak door zo’n scanner ging, nee, alles werd gewoon uit de tas gehaald. Ik had nog een twee literfles water erin zitten. Geen probleem. Ik moest door een poortje lopen en de vrouw zette mijn bak met mijn handbagage erin op een tafel aan de andere kan van het poortje. In diezelfde ruimte moesten we wachten met z’n allen. Danielle en Nimah waren er ook weer. Op een gegeven moment moesten we in een busje en reden we de hobbelige weg over naar het vliegtuig. Het vliegtuig zagen we 100 meter voor ons landen. 10 minuten later zaten we erin. Het was erg gewolkt, dus al gauw stuiterden we door de wolken heen. Bah. We gingen nog hoger vliegen, in een dikke laag donkergele(?!) bewolking. Daar hadden we echt wat turbulentie. Doordat het uitzicht uit beide ramen wit/donkergeel was, werd ik even flink misselijk. Geef me aub mijn horizon terug! Na 10 minuten stuiteren, werd de daling gelukkig ingezet en kon ik de horizon weer zien. Ik zat achterin het vliegtuig, dus zag nu echt de punt van het vliegtuig van horizontaal naar verticaal naar beneden gaan. Na een vlucht van 35 minuten stonden we weer aan de grond.

La Paz:
Koud hier! Alli, Jessica, Martin en ik namen een taxi naar het hostel. We gingen naar Loki hostel, waar zij voor Rurrenabaque ook zaten. Het was echt een mega groot en heel chill hostel. Nadat we hadden ingecheckt brachten we eerst onze was naar de wasserette, want gatver, wat was alles vies en klam. Daarna gingen we naar de rooftopbar, bestelden we eten en keek ik boer zoekt vrouw terug. Heerlijk. Alli ging naar de kabelbaan. Martin, Jessica en ik sloten later aan om naar de wijk “El Alto” te gaan. Onderweg stond ik nog op een losliggende tegel met water eronder waardoor ik de rest van de middag natte voeten heb gehad. Ik had ook alweer honger. Ongelofelijk wat hoogte met je doet. Ik moest ook continu plassen. Bloedirritant. We meeten bij de rode kabelbaan en namen die met z’n vieren naar El Alto. Dat was nog eens zoveel meter hoger gelegen dan het centrum van La Paz. Het uitzicht over de stad met de besneeuwde bergen op de achtergrond was weer super mooi. Even later kwamen we aan op de plaats van bestemming, waar een hele grote markt was, waar je werkelijk alles kon kopen. Van autoradio’s, -bumpers, -banden, tot kleding, tot sloten.. We liepen wat rond in de rottige kou, en ik werd lang niet goed. Hoogte. M’n benen trilden, ik had hele grote pupillen, zag dingen dubbel en was heel duizelig. Ik kocht het eerste de beste eten wat ik zag (koekjesachtige dingen?!), ging even zitten en dronk een bult water. Het ging wel weer, maar eigenlijk wilde ik wel zo snel mogelijk naar beneden. Gelukkig had de rest het ook wel bekeken, en pakten we de kabelbaan terug. Bij ons in de gondel zat een heel lief vrouwtje die vertelde dat ik rustig aan moest doen en suiker moest nemen. Ze wees ons overigens ook op een auto die verticaal in de rotsen zat. Oh wow. Beneden aangekomen kocht ik eerst een flesje coca cola en liepen we terug naar het hostel. Daar chillden we even en haalden onze schone was op. Heerlijk. Daarna nam ik gelijk een warme douche en praatte met twee Zweedse jongens in de kamer. Ze vroegen waar ik vandaan kwam. Ik antwoordde, ze zeiden dat ze dat eigenlijk ook wel wisten. “You’re so Dutch”. Haha ja, weet ik. Iedereen weet vaak gelijk al dat ik Nederlands ben. Samen met hen ging ik naar de rooftopbar en sloten ons aan bij Jessica, Martin en Alli. Ik nam keurig een theetje, en de jongens ook. Ze waren namelijk intens brak de hele dag en hadden alleen maar in bed gelegen. Rond 22:00 uur vertrokken we met z’n allen weer naar de dorm waar we nog een tijdje met z’n allen praatten. Om 5:15 uur ging mijn wekker. Ik ging naar het busstation. De man van de receptie zij dat ik een taxi moest nemen. Ik vond dat onzin, want het busstation was hier 500 meter vandaan en het was bijna licht. Hij zei dat ik echt beter een taxi kon nemen. Nou, hè, doe dan maar. Rond 6:00 uur was ik op het busstation waar ik een ticket kocht naar Patacamaya. Die vertrok om 7:00 uur. Ik hing nog wat rond op het busstation en stapte in de bus. Die was echt nog half leeg toen ‘ie vertrok. Prima. Na een halfuurtje rijden, reden we een wijk in. Wat een volk. De bus werd opgevuld met Bolivianen, en terwijl dat gebeurde kwamen andere Bolivianen nog dingen verkopen of schooien in de bus. Zo kwam een man met twee afgezette handen en een blind oog ergens voor schooien, en verkocht een vrouw met zonder tanden wat empanada’s. De mensen die instapten waren veelal traditioneel geklede vrouwen. Die vrouwen hebben 7 lagen rokken aan waardoor ze nog dikker lijken dan ze al zijn, een te kleine, hoge bolhoed op hun hoofd, een kleed met daarin spullen of een kind achterop hun rug geknoopt, twee lange vlecht met aan het uiteinde kwastjes erin geknoopt, en soms nog een schort voor. Dat dikke schijnt hier een schoonheidsideaal te zijn, omdat dat uitstraalt dat die vrouwen sterk zijn. Nou, toen iedereen z’n doeken met spul had ingeladen en toen iedereen eindelijk z’n plekje had gevonden, begonnen ze ook nog ongeduldig te worden: “vamos”, riepen een paar. Mooi nou, overal alle tijd voor (nemen), maar in het verkeer zijn ze zo ongeduldig als wat. We reden tussen de kale heuvels door. Op deze hoogte vind je niet echt meer bergen. Ik had al tegen het hulpje van de buschauffeur gezegd dat ik er in Patacamaya uit wilde (de bus ging verder naar Oruro). Na een tijdje keek ik op m’n maps, zag ik dat we op dat moment langs Patacamaya reden. Ik ging naar de buschauffeur toe en zei dat ik eruit wilde. Die jongen sprong ook op. De jongen gaf me m’n backpack en toen reden ze verder.

Patacamaya:
Ik liep naar het “centrum”, op zoek naar een busje naar Sajama. Ik wist dat die ergens vlakbij restaurant ...(?!) vertrokken. Ik vroeg wat rond en vond het busje, het vertrok pas rond 12:00/13:00 uur had ik gelezen, en het was toen 9:30 uur. Ah. Nog even geduld. Ik praatte wat met het mannetje van het busje en ging op een stoepje zitten. Een halfuurtje later kwam daar een andere backpacker aanlopen. Chill. Het was Andy uit Duitsland. We laadden onze backpacks op het dak en streken weer neer. Dit was wel zo’n echte echte Duitser die niet juicht bij een goal van de Deutsche mannschaft en die gelijk na de wedstrijd naar huis gaat, ongeacht de uitslag. Maar goed, we praatten wat, ik liep even een rondje, kocht een pet en ging weer bij Andy zitten. De tijd kroop echt voorbij, dus om 11:00 uur stelde ik voor een koffie te gaan drinken. Andy was in. We gingen naar een restaurantje toe en vroegen om koffie. Koffie? Ze begrepen niet wat ik bedoelde. Of we ontbijt wilden. Nee, gewoon koffie. Vonden ze maar raar. Er kwam weer iemand anders aan onze tafel. Wat we wilden hebben. Nou, uh, koffie. Na heel veel herhaling en verontwaardigde blikken kwam daar dan toch onze koffie, haha. Andy bestelde later nog een soep. Ook heel lastig, want dat is een deel van de lunch. Het lukte uiteindelijk toch allemaal. Om 12 uur liepen we terug en gingen weer op het stoepje zitten. Even later kwamen er twee backpackers aanlopen, liepen ons straal voorbij en legden ook hun backpacks op het dak. En weer even later kwamen er weer twee backpackers aan. Hee, die (her)kende ik van Isla del Sol. Iedereen kocht wat broodjes enzo en ging maar in het busje zitten. Daar zaten ook nog wat locals in. Het busje zou vertrekken als het vol zat. Om 12:30 uur startte de chauffeur de motor. Ha, we gaan. Oh nee, toch niet. Er waren nog drie zitplaatsen vrij. Of nouja, 2,5. Ik nam bijna het hele bankje in, omdat er 0 beenruimte was. Dus ik moest wat overdwars zitten. Er stapte nog een local in en om 13:00 uur reden we. Jeuj. Onderweg stapten er nog twee bij in en toen waren we echt tot de nok gevuld. We reden het platteland op. Al snel moesten we een omweg nemen vanwege een gekantelde vrachtwagen. Verder moesten we in die drie uren om de haverklap stoppen om locals erin en eruit te laten. De uitzichten waren wel echt fantastisch, en toen hadden we het mooiste nog niet eens gezien. Een uur voordat we in Sajama waren, kwam de besneeuwde vulkaan in beeld. Prachtig! We betaalden de entree voor het national park en reden over een onverharde weg, met uitzicht op 2 besneeuwde vulkanen, een besneeuwde berg en platteland met lama’s verder naar Sajama.

Sajama:
Dit is niemandsland. Onverharde wegen, weinig te doen, klein. We stapten uit en werden gelijk belaagd door mensen die een slaapplek aanboden. De twee die ik kende van Isla del Sol en Andy gingen met het ene vrouwtje mee, de twee Fransozen en ik met de andere. De Fransozen spraken echt supergoed Spaans en wisten de prijs naar beneden te krijgen naar €4,50 per nacht. Pfim. Het waren allemaal kleine huisjes naast elkaar. Ik kreeg een huisje voor me alleen. Het vrouwtje legde nog wat uit over het national park en daarna liep ik het dorp even in. Er was een klein winkeltje dat wat dingetjes verkocht. Ik kocht een cola tegen mijn hoofdpijn en een fles water en liep terug naar mijn rietgedekte huisje. Ik trok mijn thermomaillot onder mijn broek aan, mijn thermoshirt onder mijn trui, handschoenen aan, muts op, sjaal om, jas aan en las wat in mijn Lonely Planet over hoe en wat de dagen hierna. Om 19:00 uur hadden we diner in een gebouwtje naast onze huisjes. Er was nog een stel dat hier verbleef. Weer Fransozen. Dat werd een leuk Frans onderonsje. Jeetje wat spreken die mensen slecht Engels zeg, niet normaal. Maar goed, gelukkig deden ze zo nu en dan hun best. We kregen soep, rijst met een aardappel en een stukje vlees (wat volgens mij ‘s middags nog aan de waslijn hing te drogen), 3 worteltjes, 2 schijfjes tomaat en als dessert een paar schijfjes ananas. Je wint er de oorlog niet mee, maar goed, dat is hier ook niet gaande, dus helemaal prima. Er stond een gasfles met een rooster erop te branden in de hoek, zodat de rookpluimen net niet uit ons mond kwamen. Ah mooi. En we hadden thee. Om 20:30 uur hield ik het voor gezien en dook in bijna dezelfde kleren (jas uit, andere trui aan) m’n bed in. Wat een rotkou hier. Rillend van de kou viel ik toch in slaap. Rond 1:30 uur werd ik wakker en had het bloedheet, haha. Ik deed een trui uit en m’n muts af stak even een been buiten de dekens, nou, toen was ik snel weer op temperatuur. Om 6:50 ging mijn wekker, kleedde ik me om en ging ik naar het gebouwtje. Ik had nog steeds havermout in m’n tas zitten. Dat had ik in Cusco gekocht. Ik had daarom tegen het vrouwtje van hier gezegd dat ik alleen een thee’tje wilde. Dus ik deed de havermout in een kom, deed er een schepje chocolademelkpoeder bij, en vulde de mok met water: hatsikideee, lekkere beukenootjes. Het Franse stel (niet met wie ik hier aan kwam) kwam ook al gauw, en kreeg pannenkoeken van de gastvrouw. Oeh nice. Ik moest van de gastvrouw ook een proberen, om te kijken of ik het lekker vond (zodat ik morgen waarschijnlijk ook zou nemen). Ik nam een halve. Ja hoor, pfim. We hebben best wel lang en gezellig zitten praten. Het andere Franse stel hebben we niet gezien. Om 8:15 uur vond ik het wel prima en pakte m’n spullen. Ik liep naar het dorpje voor nog wat brood en/of fruit. Nou, ik kon gelukkig terecht bij het vrouwtje waar ik gisteren ook wat kocht, want werkelijk niks was open. Dat vrouwtje had geen fruit of brood, dus het werden 2 lions (soort van?!) en een fles water. Ik ging 12 kilometer lopen naar een meertje. Toen ik van start ging, zag ik Andy lopen. We praatten even, klaagden over het weer (het was bewolkt), en gingen onze eigen weg. Hoewel de weg vlak was, was ik eigenlijk na een halfuur lopen al bekaf. Ohja, ik zit immers op 4,2 km hoogte. Ik stapte kalm aan door, maar had al snel twee happen van m’n eerste lion op. Ik had veel te weinig eten meegenomen. Op hoogte verbrand je je eten veel sneller, omdat je hart continu sneller klopt. Dat vrouwtje in de kabelbaan in La Paz vertelde dat je ongeveer 4 tot 5 goede maaltijden per dag moest eten. Nouja, ik liep maar weer verder. Na 2,5 uur lopen kwam ik eindelijk aan bij het meer. Ach, wel mooi. Ongeveer 50 meter bij me vandaan liep een kudde vicuñas: dit zijn eigenlijk de beter gelukte alpaca’s/lama’s. Hun wol is ook het duurst van allemaal. Er stopte een rode jeep waar twee meiden en hun gids uitstapten. Ik zei “hoi” en liep weer terug naar het dorp. Inmiddels was ik door m’n snacks en m’n laatste twee slokken cola heen en had weer een kloppende hoofdpijn te pakken. Ik begon maar weer met lopen. Wat een rotend. Dat ik ook nog “Herman moest naaar brada” van Pigmeat in m’n hoofd had, maakte het er ook niet beter op, haha. Na 4,5e kilometer (of eigenlijk 12 + 4,5) te hebben gelopen, kwam de rode jeep aanrijden. Ik stak m’n duim uit, en mocht instappen, gelukkig. De twee meiden kwamen uit Spanje en woonden tijdelijk in Oruro, hier 5 uren rijden vandaan. Ze gingen naar de hot springs. Ah, die stonden ook op mijn lijstje. Onderweg passeerden we het Franse stel met wie ik hier aan was gekomen. Hoooooi. Even later kwamen we bij de hot springs aan. We zagen allemaal kleren hangen. Wat bleek: die Bolivianen doen hier de was, haha. We zagen vier mensen (locals) in de hot springs zitten. Die waren zichzelf mooi aan het wassen daar. Zeep, shampoo, crèmespoeling: alles hadden ze bij de hand, haha. Ook waren er wat locals die daar wat zaten en de was deden terwijl hun kindjes daar wat rondliepen. Terwijl wij lagen te dobberen, keken de kindjes vanaf het droge toe en vroegen ons of wij wisten hoe je moet zwemmen. Jawel. Één meisje deed haar kleren uit en kwam ook in de hot spring. Ze wilde zwemles, haha. De twee Spaanse meiden gingen druk met haar in de weer. Ik lag heerlijk te dobberen. Na een kwartiertje ging ik eruit. Phoe wat was het warm. Ik zat mooi op het droge, terwijl de kindjes me kwamen inspecteren. Toen de zwemles klaar was, kwamen de Spanjaarden ook uit het water en kleedden we ons weer om. We sprongen weer in de auto en reden weer richting het dorpje. De meiden wilden nog verder, naar een uitkijkpunt ofzo, maar ik had hoofdpijn, honger en het begon echt slecht weer te worden, dus ik stapte uit. Ik liep weer langs het vrouwtje voor wat eten, een cola en een fles water en ging terug naar mijn huisje. Daar maakte ik m’n kleren wat schoon, kleedde me om, en ging ik m’n bed liggen, terwijl ik het onweer op de achtergrond hoorde. Later begon het zelfs nog te hagelen. Ik deed even een siësta en werd rond 17:00 uur weer wakker. Het onweerde nog steeds. Om 18:30 uur klopte het vrouwtje op mijn deur met de mededeling dat het eten klaar was. Er zaten twee nieuwe mensen aan tafel. Die jongen had het haar van Oboema (de blanke neger), zo’n stoffige bril op en hij keek steeds wat omhoog als je tegen ‘m praatte. Dat meisje was ook wat anders. Ze kwamen uit Frankrijk. Wat een gezelligheid. De andere Franse stellen sloten ook aan. Zat ik dan, tussen 6 Fransozen. Ze deden weinig moeite voor me, qua Engels praten, maar het Franse stel met wie ik hier aankwam, Guillame en E...?!, praten wel met mij. De soep kwam op tafel, maar ik had totaal geen honger. Ook van het bord spagetti nam ik 3 happen en toen was het klaar. Kregen we ook nog pudding na. Pfff. Ik heb de spagetti teruggegeven met de vraag of ze het wilde bewaren voor morgen. Om 20:00 uur ging ik naar m’n huisje. Ik was niet echt fit en had flinke hoofdpijn. Van Guillame had ik nog wat pillen gekregen tegen de hoogte. Kijken of het helpt. De volgende dag zouden we “laat” (8:00/8:30 uur) ontbijten, omdat het die hele ochtend slecht weer zou zijn. Ik deed om 7:30 uur m’n deur even open, en keek recht tegen de felle zon in. Toen ik weer iets kon zien, zag ik de strakblauwe hemel. Oké. Ik kleedde me om en liep iets over 8 naar het gebouwtje. Daar was nog niks of niemand. Ik ging terug naar mijn hutje waar ik op de houten pallet die voor m’n deur lag ging zitten. Even later kwam Oboema met de vrouw. Goh, ik moet weer m’n best doen om niet hardop te lachen om dat domme haar, die domme bril en die opgetrokken bovenlip. Rond 8:30 uur kwamen ook de andere Fransozen uit hun hutje. We liepen naar het gebouwtje, waar nog steeds niks gaande was en gingen maar zitten. We zagen dat er een dikke laag ijs op het water in een teiltje zat. Even later kwam de gastvrouw. Het duurde een eeuwigheid, maar na 9:00 uur kwam er toch thee op tafel. Later werd er nog jam, twee pakken van die vierkante “cream” crackers en 5 gepelde sinaasappels op de tafel gezet. Dat was serieus ons ontbijt. Als ik ergens niet van hou, dan is het jam, dus ik heb wat droge crackers en een sinaasappel gegeten en dat was het. De gastvrouw kwam zich nog even verontschuldigen, ze hadden gisteren namelijk een feestje gehad. Hahah. Nou, best. Rond 10:00 uur liep ik richting de geisers. Wat een mooie omgeving hier, met die besneeuwde bergtoppen, de vulkanen de lama’s en de bijna strakblauwe hemel. Bijna ja, want inmiddels was de hemel alweer redelijk gevuld met wolken en sneeuwde het alweer op de vulkaan. Na 7 km lopen was ik wel weer redelijk gebroken, maar daar waren gelukkig ook de geisers. Het was al 11:30 uur, wat betekent dat die geisers niet meer zo actief zijn. Daar baalde ik wel wat van. Maar goed, er waren nog steeds een stik os 6 die redelijk brubbelden en waar een rotte ei geur vanaf kwam, dus dat was best genôg. Ik liep weer terug. Na een paar minuten kwam ik Guillame en E...?! tegen. Die gingen ook naar de geisers en daarna zouden ze nog wat omhoog klimmen voor een lagoon. Ik liep verder en hoorde en zag een onweersbui voor en later ook achter me. Niks an. Ik keek omhoog en zag een hele donkere wolk boven me hangen. Ik begon harder te lopen. Het begon te druppen. Ik was nog 1,9km verwijderd van een “gehucht”, dus zette de pas erin. Een kwartier later zag ik wat hutjes staan, en ging maar onder een stuk dak staan schuilen dat zo’n 30 cm uitstak. De hutjes leken verlaten, maar toch zat op elke deur een groot hangslot. Na het buitje keek ik weer even naar de lucht, die eigenlijk steeds grijzer begon te worden. Ik ging maar even zitten in de buitenkeuken (?!). Dat was een spoelbakje, met een klein verroest vierkanten fornuisje ernaast, en nog wat koperen dingen. Even later begon het weer te regenen. Het afdakje was eigenlijk net te klein, dus ik liep terug naar de buitenkeuken waar ik een grote koperen bak vond en die op m’n hoofd zette. Parfe (perfect). Ik heb daar denk ik wel drie kwartier gezeten. Toen de lucht weer wat opgeklaard was, liep ik weer verder. Vlak voordat ik aankwam in het dorp, liep ik nog tussen een kudde lama’s door. Dat levert altijd mooie plaatjes op. Om 14:00 uur was ik terug in het dorp en probeerde iets van lunch te scoren, maar alle supermarktJES waren dicht. Ik kroop m’n bed maar weer even in om op te warmen. Rond 17:00 uur klopte het vrouwtje op mijn deur, met de vraag of ik ook wilde avondeten. Ik zei dat ik mijn spaghetti van gisteren wel wilde. Ohja, ohja. Mevrouwtje had een flink katertje. Ik praatte even met de Fransozen die net terug waren. Vanwege het onweer durfden ze de berg niet meer te beklimmen. Nee, terecht. Ik liep het dorpje weer even in op zoek naar eten/drinken. Eindelijk vond ik een winkeltje waar ze bananen en brood hadden. Jeuj. Ik liep terug naar m’n huisje, chillde nog even en ging naar het gebouwtje voor het avondeten. We zaten weer met hetzelfde clubje aan tafel. De man des huizes kwam even voor een jeuzel bij ons. Dat doet hij elke ochtend en avond. Hij heeft zo’n grappige lach, en lacht ook om alles. Mooi. Hij zei dat we even naar buiten moesten kijken. Daar zagen we drie Fransozen hun tenten opzetten. Ze hadden de dagen hiervoor een twee-daagse trekking door de bergen gemaakt. Zonder gids. Het waren ervaren hikers. Gisteren hadden ze heel veel regen, sneeuw en een beetje onweer gehad. Gatver, wat ‘n wille. En nu weer kamperen! Wij kregen het eten. Geen soep vandaag!?!?! Mevrouwtje had sowieso een flinke kater. De rest kreeg iets met rijst en ik kreeg mijn opgewarmde spaghetti van gisteren, yesss. Daarna kregen we nog een perzik uit blik, hahaha. Ik moest aan vroeger denken, toen Sven, Marjan en ik altijd zeurden om perzik uit blik. Dat was toch ook gezond? Daarna kwamen de drie Fransozen binnen en namen plaats aan de tafel. Nou, toen begon de ellende. Ik zat tussen zeven Fransozen, dus de rest van de avond werd er alleen maar Frans gesproken. Oboema deed nog wel z’n best met een vraag waar in Nederland ik vandaan kwam, maar dat was het. Ik liep naar het vrouwtje toe en vroeg om te betalen. Morgen ga ik weer naar de bewoonde, iets warmere wifi-wereld waar ik best wel naar uit kijk. Om 20:30 uur lag ik weer in m’n bed. Mooie tijd. Om 5:00 uur ging de wekker, want de minivan die elke dag van Sajama naar Patacamaya gaat, vertrekt om 6:00 uur. Ik pakte m’n spullen en ging naar Guillame en E, die vertelden dat de minivan ons hier kwam ophalen. Wow, service.. oké. En inderdaad, om 5:30 werden we opgepikt en reden we naar het plein waar de rest instapte: 80% was toerist, waaronder Duitser Andy. Gezel. Er werden nog wat gasflessen op ons dak bevestigd, er werd nog 3x lang getoeterd (je zal maar aan dat plein wonen) en toen om 6:00 uur reden we. De eerste twaalf kilometer was onverharde weg, dus dat was even taai. Maar met de opgaande zon, de lama’s in het veld en de besneeuwde bergen op de achtergrond, was het ook wel weer prima. Na 2,5 uur rijden waren we alweer in Patacamaya. Dat ging vlot. Terwijl de meesten weer een minivan pakten naar de volgende bestemming, liepen Andy en ik naar de hoofdweg om vanaf daar een normale bus te pakken. We waren helemaal klaar met die minivan; geen beenruimte en een klapstoeltje met een halve rugleuning. Hij pakte de bus naar La Paz. Die kwam vrij snel aanrijden. Ik heb nog ongeveer een kwartier in die snijdende wind staan wachten, maar om 9:00 uur kwam er ook bus naar Oruro aanrijden. Ik was de enige toerist in die hele bus haha. Na anderhalf uur rijden kwamen we aan in Oruro, waar ik eigenlijk de bus naar Sucre wilde pakken. Ik vroeg wat rond bij verschillende maatschappijen, maar de eerstvolgende (nacht)bus naar Sucre ging die avond pas. Hee, daar waren Guillame en E ook weer! Zij hadden hetzelfde plan, maar dat slaagde bij hen ook niet. De bussen naar Potosí vertrokken wel over zo’n 20 minuten. We besloten een ticket naar Potosí te kopen en vertrokken iets na 11 uur. De ene na de andere verkoper kwam binnen: gelatine (in verschillende chemische kleuren, in een plastic bekertje of in een langwerpig plastic zakje), koekjes, drinken.. alles passeerde de revue. Toen die mensen weer weg waren, stond er een meisje op die door die bus begon te schreeuwen over rugpijn en een oft ander wondermiddel. Ik deed m’n vingers in m’n oren. Wat een kut stem. Uiteindelijk verliet ook zij de bus, gelukkig. Ik verbaasde me over de vele monumentjes die langs de weg staan, voor overleden mensen. En ik verbaasde me ook over het gedrag van de Bolivianen. Wij denken dat wij milieuvervuilers zijn, met onze fabrieken en uitlaatgassen, maar deze mensen kunnen er ook wat van. Steltsje zwijnen. Alles, maar echt alles wordt na consumptie in de natuur gegooid; flesjes, chipszakken, papier, plastic zakken met de lege wegwerp lunchbox erin. Zo zonde, maar ja, de mensen zijn hier niet echt hooggeleid gii. Om 13:00 uur stopten we ergens voor 10 minuten. Dat werden er 20 natuurlijk. Ik kocht er een gefrituurde aardappel met ei en salsa saus erin. Best te pruimen. De Bolivianen sloegen eten in voor 5 dagen: ze kwamen de bus weer in met allerlei plastic zakken met warm eten (complete lunches) erin. We reden verder richting Potosí. Op een gegeven moment zag ik in een scherpe bocht driehoekige stapels geel geverfde stenen staan. Dat waren de reflectieborden van hier, haha. Soms stopten we even in de middle of nowhere; dan moest er weer een local uit. Zo stapte er ook een oud mannetje uit die ook zijn bagage uit het ruim moest hebben. We hoorden ineens flink gekakel. Zaten er kippen in het ruim, en een haan. De haan was echter ontsnapt, dus een aantal man, waaronder de buschauffeur achter die haan aan, hahah. Het lukte niet om ‘m te vangen, dus we reden weer verder. De uitzichten waren weer zo mooi: allemaal gekleurde bergen, net als die rainbow mountains in Peru. Om 16:30 uur kwamen we aan in Potosí. Dit zag er niet echt uit als een denderende stad. De Fransozen en ik hoopten echt dat we nog een bus konden nemen naar Sucre. Dat kon. Die vertrok om 17:00 uur. Perfect. Precies om 17:00 uur vertrokken we, maar om 17:10 uur stonden we weer stil. De locals stapten in, wat weer een eeuwigheid duurde. En ook nu schreeuwden ze allemaal weer “vamos!!”. Nou, om 17:30 uur “vamossten” we dan echt. Gelukkig speelden ze nog een hele foute, slecht geacteerde film af. Weer was er een vrouwtje die haar troep uit het raam gooide. De Fransozen en ik keken elkaar hoofdschuddend aan.

Sucre:
Na meer dan 14 uren reizen, kwamen we om 20:30 uur aan in Sucre. Jeuj. En het is warm hier! Of nouja, ‘s nachts zo’n 15 graden. Dus vergeleken met Sajama.. De Fransozen en ik namen een taxi, en op het centrale plein scheidden onze wegen. Ik ging naar hostel Kultural Berlin, in de hoop wat Duitsers te treffen, ipv Fransozen. Toen ik aan kwam lopen, stapten er ook net twee jongens naar binnen. De man van de receptie wist niet wat hij met deze drukte aan moest. De jongens checkten in. Dat duurde een eeuwigheid. Er zat ook een restaurant bij dit hostel, dus ik vroeg of ik ondertussen even eten kon bestellen. Goed. Ik bestelde een kipcordonbleu met groenten en aardappelpuree. Toen ik terug kwam, waren ze nog niet klaar met inchecken. Jeuzus. Nou, 10 minuten later was ik eindelijk aan de beurt. Ik vulde snel de gegevens in, waarna die kerel van de receptie dat in moest voeren in de computer ofzo. Dat duurde ook weer eeuwen, dus ik ging in de tussentijd even naar de wc en checken of m’n eten al klaar was. Nee. Terug bij de receptie vroeg die kerel waar Sajama ligt. Nou, tegen de grens van Chili. Of het mooi was daar. Ja, prachtig. Hij kende het niet. Of ik lang had gereisd om hier te komen. Ja, vanochtend zat ik om 6:00 uur in de bus, dus ik ben heeeel moe. Hint, hint. Hij wilde me nog van alles uitleggen over Sucre zelf. Ik zei dat ik daar morgen wel naar zou vragen. Hij gaf me een rondleiding. Hier zijn de wc’s... Ja, weet ik. Net geweest. Hier is het restaurant. Ja, weet ik, daar heb ik net m’n eten besteld. Pffff vent, breng me naar m’n kamer. Toen ik gesetteld was, ging ik terug naar het restaurant. Ah, daar was m’n eten al. Het was heeeer-lijk. Daarna ging ik terug naar m’n kamer, waar 4 andere kamergenoten waren. Allemaal Fransozen, gdvr. Als er morgen niemand van hen uitcheckt, vraag ik om een andere kamer. Ik word gek van die lui. Vraag ik om het wifi wachtwoord: “it’s mojito dies”, alsof de hele wereld maar Frans kent en weet dat “dies” “tien” betekent. Ja, momenteel is alles even teveel. Eerst maar slapen, haha, doe-hoeg!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Bolivia, Sucre

Midden- en Zuid-Amerika

Midden- en Zuid-Amerika

Recente Reisverslagen:

19 November 2019

Wij gingen naar Ghana!

13 Februari 2019

Ik bin bang!!

09 Februari 2019

Te vroeg gepiekt

01 Februari 2019

Wachten en verplaatsen

26 Januari 2019

Ik kan geen vulkaan meer zien ;)
Erna

Actief sinds 09 Sept. 2018
Verslag gelezen: 449
Totaal aantal bezoekers 10048

Voorgaande reizen:

11 September 2018 - 13 Februari 2019

Midden- en Zuid-Amerika

Landen bezocht: