Wij gingen naar Ghana!
Door: Erna
Blijf op de hoogte en volg Erna
19 November 2019 | Ghana, Accra
Om 12:30 uur verzamelden Sven, Marjan, Kimberley en ik op Schiphol. Via Marjan haar SkyPriority status hadden we overal voorrang en zaten we al snel aan de cappuccino bij een sapbar, waar Sven met het rolletje €2,- muntstukken betaalde die we van heit hadden meegekregen. Dank dank. Daarna liepen we naar de gate, en, heel stom van mij dat ik daar niet over na had gedacht, maar alle stoeltjes waren daar gevuld met donkere mensen. Ook kwamen we fotograaf Joris daar tegen die foto’s van de hike gaat maken. We stapten in het vliegtuig -priority ofc- en settelden ons voorin het vliegtuig, in de economy plus. Ik begon alweer zenuwachtig te worden voor de vlucht en haalde m’n verkrampte vingers pas uit elkaar toen we al 3 uren in het vliegtuig zaten. Ook ging ik toen even naar de wc. Het heeft 26 jaar geduurd, maar nu weet ik hoe mensen seks op de wc van een vliegtuig kunnen hebben. Niet dat ik het heb getest, maar deze wc was gewoon veeeel ruimer dan de wc die ik ken van de huis-tuin-en-keuken-vliegtuigen. Sven had na 2 uren alweer een houten reet en kwam zo nu en dan met z’n kont weer even omhoog uit de stoel, waarop ik dacht dat hij een scheet liet. Hier zijn binnen ons gezin al meerdere ruzies uit ontstaan, maar dit maal bleek het vals alarm. Ik luisterde naar de KLM playlist met daarin Kiss Me en How to save a life: voor mij de ultieme ik-ga-ver-weg-met-het-vliegtuig muziek. Ik keek uit het raam totdat het donker werd en kon nog net een glimp opvangen van de Sahara. Of Algerije, dat zou ook kunnen. Een halfuurtje voor de landing werd er omgeroepen dat ze voor de landing de cabine vol moesten spuiten met insectenspray om de muggen buiten te houden. Nog geen vijf minuten later kwamen twee stewardessen al spuitend met anti-insectenspray (in elke hand een bus) door het gangpad lopen, haha. Mooi tafereeltsje. Toen we aankwamen moesten we even door de douane, haalden onze koffers op en liepen naar buiten. Daar kregen we echt een klap in ons gezicht van de hitte. We zagen Linda staan; een van de organisatoren van de hike. Zij vertelde dat een stel wandelaars die dag 5 km hadden gelopen en echt helemaal kapot waren. Oké oké. We namen weer afscheid van Linda en wilden een uber pakken. Uber werkt hier iets minder goed dan in NL, dus uiteindelijk eindigden we in een heeeeele skere taxi; de dop van de benzinetank was eraf, alle handgrepen waren eraf, de kofferbak ging niet goed dicht, er zat over de gehele breedte een barst in het voorruit, maar voorruit, we hadden geen keus, dus we stapten in. Mooi ritje was dat. We zagen gebouwen van Nestlé, Puma, KFC, Nissan. Noh, viel me niet tegen. Na een kwartiertje rijden kwamen we aan bij ons hotel. Omg, dat was echt superluxe! Het zwembad, de strandstoelen, het appartement; niks te klagen. We installeerden ons, namen om 22:00 uur nog snel een duik in het zwembad en gingen daarna slapen.
Vrijdag 15 november:
De volgende dag bestelden we ontbijt en zaten we op een stoel voor ons huisje, in de zon, te zweten. De poort ging open en er liepen 3 vuilnismannen naar binnen. De mannen waren allemaal gekleed in beschermende, maar dus ook ontzettend warme kleding, waren allemaal flink ouder dan wij en sjouwden en ploeterden om met die grote, vieze, zware vuilniszakken. Oh wat voelde ik me naar en bezwaard. Zaten wij daar: 4 blanke, jonge mensen prinsheerlijk te luieren voor ons huisje met het uitzicht op die mannen. De mannen zagen ons zitten, ik wist niet zo goed of ik nou iets moest zeggen of juist niet, en een van de mannen zei vrolijk: “heeeeee helloooooo!! How are you today?”. Het ijs was gebroken. Net zo vrolijk zeiden wij terug dat het goed ging en wensten we ze een fijne dag. Zij ons ook. Even later werd ons ontbijt bij ons huisje gebracht: pannenkoeken, omelet, havermout, cornflakes, fruit, fruitsap. Oké, oké, goeie bodem, en wat een luxe weer. Even later lagen we aan het zwembad. Oeh wat was het alweer heet. Ook al deden we niets, het zweet stond continu op ons voorhoofd. Aan de andere kant van het zwembad zat een wat oudere man in z’n eentje te chillen. Hij zou zomaar Nederlands kunnen zijn ook. Sven en ik liepen het zwembad in, en echt waar, ik let daar echt niet op, maar ik keek gewoon tegen zijn hele zaakje aan. Hij had zo’n ruime zwembroek aan, zat een beetje met de benen wijd en ja, zo keek je zo z’n broekspijp in. Wat het nou precies was, ik weet het niet, maar al snel wees ik de rest erop en had ik tranen van het lachen. Na wat chillen en slapen aan het zwembad liepen we de stad even in, op zoek naar een pinautomaat. Onderweg zagen we al kleine huisjes/winkels van golfplaten, mensen met manden op hun hoofd etc. Maar ook zagen we grote, moderne winkels. We pinden even wat geld en Marjan kocht bij een marktkraampje een blouse en een schilderij voor €20,- hahah. Die man hoeft de komende jaren niet meer te werken. Hij liet nog vol trots zien hoe goed hij kon drummen op zijn trommeltjes. Mooi man. We liepen snel verder want moesten ons om 15 uur melden bij de ambassade. We stapten weer in een mooie, oude, verlepte taxi en arriveerden even later bij de ambassade. Alle (Nederlandse en Ghanese) deelnemers en iedereen van de organisatie was daar. Zo leuk om Debby en Anouk ook weer te zien. Die kenden we nog van de shoot. In de tuin van de ambassade moesten we even wat formulieren invullen. Formulier nummer 3 was een medische verklaring die we moesten afgeven bij arts Johan. Hij ging deze dagen ook mee. Hij was gestresst, druk in z’n hoofd, chaotisch. Nadat hij mij m’n tentnummer had gegeven, moest ik hem weer 3x datzelfde tentnummer doorgeven. “Uh Annette, kun jij intussen die man hier rechts van mij even helpen?”. Hij legde een Ghanese deelnemer uit waar die z’n naam op moest schrijven. “Uh and here you fill in..” hij keek op zijn lijst hoe die jongen heette, maar dat bleek een hele moeilijke naam te zijn “... uh, what you also filled in here”, wijzend naar die jongen z’n naam op de lijst. Sven en ik moesten al lachen. We liepen naar binnen. Er liep een Ghanese man met een wollen hoed op z’n hoofd voor ons. Z’n pak was echt een bij elkaar geraapt zooitje. Er was echt niets dat bij elkaar paste. Sven en ik moesten alweer lachen. Er was niet zoveel plek meer in de zaal, dus wij zaten eerste rang. Een van de organisatoren van de hike legde ons het een en ander uit. Hij vertelde ook dat de first lady van Ghana zo langs zou komen. Oké. Hij legde daarbij het hele protocol uit, want dat was nogal strikt. Even later kwam de first lady binnen en begon de hele poppenkast. Er zat een gezin achter ons die ook wel moesten lachen om het hele tafereel. Toen iedereen ging zitten, zagen we dat de 5 rode stoelen die voorin de zaal stonden gevuld waren met oa de first lady, Ron (de man van de Nederlandse ambassade) en die Ghanees met de wollen hoed. Sven en ik moesten alweer lachen, dat die man daartussen zat. De tranen rolden over onze wangen. Toen de first lady klaar was met haar praatje en de man met de wollen hoed met hele schorre stem “thank you momma” tegen haar zei, proestten Sven en ik het uit. Gelukkig klapte iedereen toen, dus dat was prima. Toen iedereen z’n zegje had gedaan, kreeg Johan nog even het woord. Nouuuuuu. Hij kwam daar aanlopen met enórme zweetvlekken in z’n overhemd, dus wij moesten daar alle vier al om lachen. Het werd er niet beter op toen Johan niet het Engelse woord voor ‘mug’ en ‘laarzen’ wist. Ook vroeg hij zich af wat ‘armband’ in het Engels was, maar hij bevestigde zelf al “bracelet? Bracelet? Yes, bracelet!”. Tot slot demonstreerde hij (uiteraard weer heel onhandig) nog de folie die je moest gebruiken bij oververhitting. Hij haalde deze uit z’n kontzak en daardoor hing de binnenzak uit zijn broek. Dat had hij niet door, dus dat ding hing er steeds uit. Wij zaten ons zo te verbijten en ons lachen in te houden. We jankten er weer over. Alle vier. Wat een beschamende vertoning. De man van het gezin achter ons, Jan, zei later nog: “jullie hadden de slappe lach zag ik”. Ik verontschuldigde me en legde uit dat het ook alleen maar erger werd omdat we juist niet mochten lachen. Jan vond het helemaal mooi en begreep het ook. We praatten nog even met hen (Jan, Evelien en haar twee kinderen Tommie en Lulu), de ambassademan Ron, z’n vrouw Conny en fotograaf Joris. Ron had vertrouwen in ons en rekende op ons tijdens de afterparty, zondagavond in zijn tuin. Oké, oké. We gaven iedereen nog een handje en pakten de taxi naar het hotel. We mochten eigenlijk geen bier meer hebben van Johan, maar ja, wij hadden nog wat staan in de koelkast, en ja, dat gooi je niet weg. Sven en ik dronken 2 biertjes aan het zwembad. Mensenkinderen, wat een hitte. Nog steeds. Later pakten we onze spullen in voor de dag erna en gingen even uiteten. We doken vroeg ons bed in, want de wekker ging om 4:30 uur.
Zaterdag 16 november. Hike dag nummer 1:
Om 5:00 uur zaten we in de taxi naar een plein. Daar verzamelden we met de organisatie en de Nederlandse deelnemers. We kregen een ontbijtje mee voor onderweg. Rond 5:30 uur vertrokken we in bussen. De beenruimte was hoe ik die gewend was van busjes in het buitenland. We reden ruim 2 uren en pikten onderweg de Ghanese deelnemers op. Toen we de bus uitstapten was het alweer lekker warm. De organisatie vond het een goed idee om midden op een grasveld een warming-up te doen. Hmm oké. Sven, Marjan en Kim hadden hun tassen op het drassige gras liggen, waarop Johan zei: “Jonkmannetjes, letten jullie op jullie tassen?”. Hahahhah Jonkmannetjes. Hoe kende deze man ons nu ook alweer?! Na de warming-up smeerden we ons nog even in met alle chemicaliën die we bij ons hadden. Het zweet zeikte echt van Sven z’n hoofd. Hij had steeds een drup aan z’n neus hangen. We werden toegewezen aan een gids. Onze gids heette Virginia. Samen met Linda, Debby en nog 20 anderen (Nederlanders en Ghanezen) zaten we bij haar in de groep. Virginia was een grote, witte Fransoos met een rood petje op. Echt zo’n akela. Om bang van te worden. Om 8:50 uur begonnen we met lopen, tezamen met de andere groepen. Dat liep dus allemaal wat door elkaar heen; groep 1 haalde groep 2 in, dan stond groep 1 weer even stil en haalde groep 3 hen weer in etc. Daarbij komt ook dat bijna iedereen z’n blauwe hike shirt aan had. Je raadt het al: binnen mum van tijd waren die groepen weer helemaal gemixt en liep alles door elkaar. De hitte was echt niet te doen, en er was bijna niet tegenaan te drinken. De omgeving was saai, kaal, vlak met hier en daar een huisje. In de verte waren wat bergen en soms zagen we weer wat mensen op het land werken. Er waren weinig tot geen bomen, dus even pauzeren deden we ook in de brandende zon. Eigenlijk vonden wij dat super irritant. Loop maar gewoon kalm door, ipv steeds weer stil te staan. Na een halfuur knapte er iets bij Virginia en ze werd super kwaad: we moesten elkaar in de gaten houden, ze wilde dat iedereen de eindstreep haalde, als we managers van een restaurant zouden zijn zou alles in de soep lopen etc etc. Ik zei tegen Virginia dat het eerste probleem misschien wel was dat we elkaar niet kenden. We hadden geen voorstelrondje gedaan ofzo, en met al die blauwe shirtjes, beige broeken en hoofddeksels op was iedereen sowieso de incognito versie van zichzelf. Daarnaast had ik genoeg aan mezelf, dus geen kracht om ook nog anderen (naast Sven, Marjan en Kim) in de gaten te houden. Virginia zei kwaad dat we elkaar dan nu maar even aan moesten kijken. Op dat moment liep er een andere groep langs met vooral zingende Ghanezen. Ze hadden muziek mee en waren aan het zingen en dansen. Oké, zei Virginia, wie over wil stappen moet dat nu doen. Joe, moiiiii. Onder andere Sven, Kim, Marjan, Debby, Linda en ik liepen zonder enige twijfel over naar het andere team met de zingende Ghanezen. Die hadden de pas er lekker in en stopten niet om de 10 minuten. Beter. Voor ons liep op een gegeven moment een vrouw met tape en ti-raps om haar schoen. Hahah oh wat kut dat je wandelschoenen na 1 uur lopen al aan gort zijn. Wij moesten lachen. Slechts een halfuur later zei Sven dat zijn zolen ook los begonnen te laten. Enkele 100en meters verder was het gedaan met zijn schoenen, lag bij 1 schoen de hele zool eraf en verruilde hij z’n wandelschoenen voor z’n Reebokjes die hij gelukkig ook mee had genomen. Na ongeveer 2 uren lopen was daar de eerste grote boom in zicht, die schaduw bood over de gehele weg. Gohhh we renden er bijna naartoe. Marjan was misselijk en naar, maar na wat rust en een banaantje was ze er weer. Ook kwam Johan aansnellen. Druk, druk, druk. “Alles goed hier jongens? Mooizo. Goedzo. Ga zo door hè”. Micha, een van de organisatoren, brede man, geboren leider, zo’n legerman, riep Johan bij ‘m. Johan snelde naar Micha toe, in draf. Man, wat dost diezelf an. Wij zouden eigenlijk weer verder lopen, maar wilden dit tafereel nog even aanschouwen. Johan knielde, met z’n walky-talky in z’n hand en een vinger in zn oor, ging steeds dichter bij de grond zitten, want daar was de verbinding het best en vervolgens hoorden we hem zeggen: “temprature rising?... temprature rising?... tenprature stable... yes, i confirm, i confirm”. Gohhh deze man was een karikatuur van zichzelf. Hij had ook zo’n echt rangerhoedje op (inclusief koord), zo’n beige broek aan, liep steeds heel breeduit en stond altijd paraat. Altijd op scherp, en chaotisch. Wij liepen weer verder en kregen inmiddels lucht van de situatie; er waren al meerdere mensen onwel geworden, met de ambu opgepikt etc. Ook vertelde Johan dat de omstandigheden nu veel zwaarder waren dan vorig jaar (toen was de hike in kaapverdië). Zo nu en dan moesten we met aan auto door een klein riviertje heen, want we mochten het water absoluut niet aanraken. We moesten alweer lachen want 1x zaten we bij “thank you momma” in de auto. Na in totaal 4 uren lopen en 5,5 liter water te hebben gedronken, werd iedereen van de route af gehaald met een bus en reden we nog 10 minuten naar de lunchplek. Het was een koel gebouw met ventilatoren. De “vrouwen bouwen” zaten er ook al, met allemaal hun haar nog helemaal in de plooi. “Vrouwen bouwen” is een initiatief van vrouwen met een groot netwerk die van alles doen voor SOS Kinderdorpen. In de praktijk zijn het allemaal Katinka’s van een jaar of 50/60 uit het gooi met een hete aardappel in de keel en veel geld (in hun netwerk) die met één actie al eens €250.000 hebben opgehaald. Maar goed, de 9 “vrouwen bouwen” waren er dus al eerder dan wij, terwijl wij in de eerste bus zaten. Die hebben sowieso niet alles gelopen. Later sprak ik Monique: een vrouw van 60 die met haar zoon Tim liep. Monique was na een uur van de route gehaald door een ambu, heeft ORS toegediend gekregen en heeft aan de hartbewaking gelegen, en zo hoorde ik steeds meer verhalen van mede wandelaars. We schepten eten op en zaten alles wat te evalueren. Sven zei dat hij met Marjan onderweg een spelletje had gespeeld en vertelde daar iets over. Marjan keek hem vragend aan, en ik zei: “nee, dat was met mij”. Sven dacht echt dat hij dat met Marjan had gespeeld. Ook was ik zelf al lang niet meer helder, wist ik sommige gedeeltes niet meer en kreeg soms koude rillingen over m’n hele lichaam tijdens het lopen. Toen we klaar waren met lunchen vertelde de organisatie de rest van het programma, namelijk dat we tot 14:00 uur in dat gebouw bleven, dan 1,5 uur met de bus gingen en daarna nog 1,5 uur lopen.. Ze zeiden het niet met zoveel woorden, maar de route is aangepast omdat de omstandigheden gewoon te zwaar waren. Ook deed Johan natuurlijk nog even een woordje, wat neerkwam op: goed drinke en ORS nemen. Na de lunch was iedereen wel weer redelijk opgelapt en gingen we de bus in. Over onverharde paden hobbelden we een end weg. Om 15:30 uur begonnen we aan onze laatste tocht. Ik voelde al wat blaren opkomen, en dat werd na de pauze alleen maar erger. Ik ging dus anders lopen, om die blaren te ontzien, maar daardoor kreeg ik juist last van m’n heup, haha. Kloat. De lucht werd donkerder en donkerder en in de verte zagen we lichtflitsen en hoorden we de donder. We passeerden nu kleine dorpjes met Pater Iede huisjes gemaakt van koeienpoep of golfplaten en met bladeren op het dak. De mensen zwaaiden allemaal en waren heel vrolijk. Ze spraken nauwelijks Engels, maar via de Ghanese deelnemers (die naast Engels ook de locale taal spraken) konden we toch een beetje met hen communiceren. Ook liepen we langs een huisje waar een klein meisje naar ons toe kwam lopen. Wij zwaaiden en zeiden ‘hello’. Ze zei eerst niks terug, en later zei ze: “i’m fine, thank you”, hahaha. Johan liep op een gegeven moment voor ons, samen met een vrouwtje. Wij vonden het net zo’n stelletje. Die vrouw was ook erg apart. Op een gegeven moment zei Johan: “kijk hier! Een slang!”. Hij en die vrouw stonden er met de neus op. “Ohnee, een stuk rubber”. Hahahag wij lachen. Wij bleven er ook maar om lachen en die hele scene opnieuw naspelen, net als de scene met de walky-talky. We liepen een dorpje in. Het begon langsaam wat te druppen, en binnen een minuut kwam de regen met bakken uit de hemel vallen. Iedereen zocht snel onderdak. Ik eindigde onder andere met Sven, Kim, Evelien, Jan en Tommie in een kippenhok (een paar stenen muurtjes met wat golfplaten erop), dachten we eerst. Hoe langer we daar stonden te schuilen, des te meer het besef kwam dat het ook de wc was van de mensen die in dat huis woonden. Soms kwam er ook even zo’n vlaag van stank langs. Gatver. Na een kleine tien minuten was de ergste regenbui over en liepen we verder. Het onweer was nog wel redelijk vlakbij, maar ja, als de organisatie door blijft lopen, zal het wel goed zijn. We kwamen Marjan ook weer tegen, die vertelde dat ze met Johan had gescholen en daarna in een van de volgauto’s met hem zat. Johan zei door de walky-talky dat iedereen moest schuilen voor de regen en het onweer. De bui was wel weer redelijk over, dus Marjan zei dat ze wel weer kon lopen. Johan gelijk weer door de walky-talky: “nee, we kunnen weer lopen. Iedereen weer lopen!”. Hij was weer mooi op dreef, en wij waren jaloers op Marjan natuurlijk. We waren inmiddels lekker afgekoeld door de regen. Heerlijk. We liepen het laatste stukje naar de boot, wat op het laatst afliep en glibberig was. “De chick” van Johan ging onderuit, waardoor Johan helemaal in z’n element was. We stapten in bootjes en voeren naar de overkant van de rivier waar het dorp lag waar we gingen slapen. We werden opgewacht door de locals en kregen wat te drinken. Sven liet echt een immens dikke boer, per ongeluk. Een Ghanese gids keek hem aan en zei dat ze dacht dat iemand een speaker aanzette ofzo, haha, nee. Ik deed m’n wandelschoenen uit en m’n wandelsandalen aan. Phoe. Ik had aardig wat blaren opgelopen. We liepen het dorp in waar Ron Blaauw aan het koken was en de locale bevolking ons stond op te wachten. Ze waren echt aapjes aan het kijken, haha, maar goed, wij ook. De kindjes zwaaiden allemaal en riepen ‘hello!!!’, ‘welcome!!’. Op het sportveld stonden tafels en stoelen voor ons klaar en verderop stonden al onze 1-persoons pop-up tentjes klaar. We schoven aan bij Monique, Tim en Debby. Ron Blaauw deed even een woordje, zei dat het eten klaar was en verzocht iedereen om niet gelijk, met z’n allen op dat buffet af te stormen. “Inderdaad” zei Monique, “maar wij gaan wel eerst”, hahaha. Ze stond op en wij liepen als makke lammetjes achter haar aan. Het eten was top. Dat had Ron goed gedaan. Ma het eten zaten we nog wat te praten. Monique zei: “wat me wel opvalt, is dat we zo warm welkom worden geheten door die mensen. Ze zijn allemaal zo aardig”, ik zei: “ja, dat mag ook wel voor dat geld”. Wij lachen. Monique zei dat ik al net zo slecht als haar was. De locals hadden een dansje voorbereid dus waren met trommels muziek aan het maken en daarop aan het dansen. Ze haalden soms mensen uit het publiek om mee te dansen. Toen was het voor mij tijd om te gaan. Ik was er klaar mee. Later hoorde ik van Sven, Marjan en Kim dat Johan ook nog had gedanst. Ai. Balen dat ik dat heb moeten missen. Om 20:00 uur zocht ik m’n tent op, blies het matje op, en legde voor de sier mijn slaapzak op het matje. Ik kleedde me om en waste me met babydoekjes. Nee, een douche hadden we niet vanavond. Ik hoorde buiten nog wat muziek enzo, maar toen mijn hoofd mijn bezweette kleren raakte (deze fungeerden als kussen), sliep ik.
Zondag 17 november. Hike dag nummer 2:
Ik werd ‘s nachts een paar keer wakker maar draaide eigenlijk echt een prima nacht. Rond 4:00 uur koelde het wat af, dus trok ik mn slaapzak over mn schouders heen. Om 5:30 uur ging de wekker. Of nouja, hoorde ik hanen kraaien, geiten blaten (Sven dacht dat er een kind aan het huilen of lachen was) en hoorde ik mensen praten. Ik kleedde me aan en maakte de rest wakker door op hun tentje te slaan. Ohja, door de warmte waren die helemaal beslagen aan de binnenkant, dus doordat ik erop sloeg, hadden Sven, Marjan en Kim gelijk gedoucht. Zelf had ik supernat haar omdat ik tegen het tentzeil aan had gelegen. Dat is dus de rest van de dag niet meer droog geweest. Toen ik de eerste stappen van die dag zette, knapten m’n blaren. Auw. Ook had ik goed last van m’n heup, haha. Echt zo’n oude mensen kwaal. Ik besloot die dag te gaan lopen op m’n wandelsandalen. Klink heel onsexy, maar in de praktijk valt dat wel mee (vind ik). We gingen ontbijten en gelijk kwamen er alweer Ghanezen met een speaker met luide muziek aanzetten. Ik zei tegen Sven: “sommige mensen voelen gewoon niet aan dat 6:30 uur niet het juiste moment is om zulke muziek zo hard op te zetten.. Of zeur ik nu? Of ben ik gewoon oud aan het worden?”, Sven: “Ja”. Monique kwam nog geen minuut later aanlopen en zei: “Misschien ben ik een ouwe zeur, maar die muziek, moet dat hier en nu?!”, hahahahaha. Wij lachen. Even later zagen we Johan achterin de bak van een brommer wegrijden. Toen hij doorhad dat mensen dat zagen begon hij te zwaaien. Het was weer zo’n dom, grappig gezicht. Als een ware koning verliet hij het dorp, op zoek naar medicatie voor Debby. Tijdens het ontbijt werden de snurkers nog even op hun plek gezet, en daarna konden we even door het dorp heen lopen. Het was alsof we door een openluchtmuseum liepen. Alsof het niet echt was. Er waren allemaal huisjes van klei, sommige van hout, er stond buiten een pan op een kampvuurtje te branden. Hier en daar liepen wat geiten rond, waren mensen aan het wassen of zaten thee te drinken. Die thee zetten ze, en dronken ze, uit grote blikken. Lekker. Alle bewoners van het dorp waren super tevreden en blij en lieten ons vol trots hun dorp zien. Ik moest echt vechten tegen de tranen. Wat hebben wij het toch goed, mensen, en wat hebben wij toch veel domme luxeproblemen. Deze mensen hier zijn zo vrolijk en blij, met helemaal niks. Ja, dat kwam wel even binnen. Bij een huisje stond een oude man in de deuropening. Hij was blind en maakte deurmatten die hij verkocht voor een euro. Sven vroeg hoe oud ik dacht dat die man was. “Nooo, ier os 60?”, “106”, zei Sven hahaha. Maar goed, ze verzinnen natuurlijk hun eigen geboortedatum daar, dus ja, uiteindelijk zullen we het nooit zeker weten, maar hij was lig geen 60, hahah. Na zo’n drie kwartier rondgelopen te hebben, was het tijd om afscheid te nemen en naar de boten te gaan. We gingen weer naar de andere kant van het water, waar we de hike voortzetten. Wij waren als een van de eersten aan de overkant en deelden onszelf in bij gids Samuel, voordat we weer bij Virginia in de groep zaten. Samuel was een Ghanees, zei weinig, maar was een goede gids. Rond 8:30 uur begonnen wij met onze groep en gids Samuel te wandelen. Het was alweer lekker warm, maar toch hadden we het idee dat we wel wat beter tegen de hitte konden. Ook dit gedeelte van de hike was in de brandende zon, en ditmaal over asfalt. Erg saai dus. Wel stond Monique steeds langs de kant met water en koekjes. Die mocht niet meer lopen van Johan en was daarom gepromoveerd tot vrijwilliger, haha. Ook was het wel gezellig dat alle mensen op motoren en in auto’s naar ons zwaaiden. We hadden het tempo er lekker in en Samuel zorgde ervoor dat we niet werden aangereden door het overige verkeer. We praatten wat met alle mensen uit de groep. Sommigen zaten die dag ervoor ook bij Virginia in de groep. We waren het er roerend over eens dat deze gids 100 keer beter was. Zo nu en dan lag er weer een stukje rubber op de weg, waarop er steeds wel iemand zei: “hee, een slang! Ohnee, toch niet”. Na anderhalf uur lopen, met max 5 minuten pauze, werden wij als laatste groep opgepikt door bussen en moesten we een end rijden, naar de lunchplek. Ik kwam naast Valentine (een van de ‘vrouwen bouwen’) en achter arts Johan te zitten. Marjan, Sven en Kim waren jaloers natuurlijk. Valentine kwam uit Loenen aan de Vecht. “ Oh gemeente Utrecht”, zei ik. Hahhaha, dat is natuurlijk gewoon het Gooi, maar die erkenning gaf ik haar niet Ik vroeg Valentine wat ze voor werk deed. Nou, dat heb ik geweten. Valentine was zelfstandig ondernemer, had met haar man een eigen advocatenkantoor en was de rechterhand van haar man. Maaaar, twee jaar geleden is haar man gevallen voor -ik citeer- een “ Ghanees hoertje” van 28 en sindsdien is Valentine alles kwijt. Na 35 jaar huwelijk is alles kapot. Het enige contact dat ze nog hebben zijn tijdens de rechtszaken. Binnenkort komt rechtszaak 8 voor, en ze leeft van beslag op beslag. Ze heeft recht op de helft van alles, maar haar ex-man beheert alle rekeningen, heeft het geld weggesluisd en Valentine kan dus geen kant op. Ze kwamen ook al jaren in Accra, waar ze een vakantiehuis hadden. Ook daar kon Valentine nu niet in. Alle sloten waren vervangen etc, terwijl die ex-man hier toch niet meer kan komen omdat hun Ghanese vrienden hem met de nek aankijken, omdat hij Valentine zo slecht behandelt. Ook heeft Valentine een geadopteerde dochter uit Sri Lanka, die ooit slachtoffer is geworden van loverboypraktijken. Ze praatte continu in de verleden tijd over haar dochter, dus daar heb ik verder niet naar gevraagd. Van Debby hoorde ik later dat Valentine geen contact meer heeft met haar dochter. Ja, want die dochter kwam toch uit een lager milieu, had een laag niveau, en daardoor was eigenlijk de hoop gelijk al opgegeven. Ik vroeg Debby hoe oud dat meisje dan was toen ze werd geadopteerd door Valentine en haar ex. “Nou, precies, dat dacht ik ook: 4 maanden”. Jeetje, nou, dan kun je er heus nog wel wat leuks van maken, zeiden wij. Om het drama compleet te maken was Valentine door alle stress van de trap gevallen, van de eerste trede, en had 3 gebroken nekwervels opgelopen. Ze liep daarom ook continu met een nekbrace om. Johan deed soms ook nog even een duid in het zakje, maar had toch een ondergeschikte rol in dit gesprek, gedurende de twee uren. Jammer. Na twee uren rijden kwamen we aan bij de lunchplek, waar wilde bavianen rond liepen. We mochten deze beesten geen aandacht en eten geven, want ze waren agressief. Oke. We liepen een beetje bij een heuvel op naar een gebouwtje waar we gingen lunchen. Het was alweer bloedheet: geen zuchtje wind en geen schaduw. Na de lunch stapten we weer de bus in en reden we nog een klein stukje. Vanaf daar mochten we kiezen of we nog 3 of 8 kilometer gingen lopen. Wij deden natuurlijk de 8. Het kwik was inmiddels gestegen tot 38 graden en nog steeds was de luchtvochtigheid heel hoog, maar vol goede moed begonnen wij aan de laatste hike, door de Shai Hills. Ook was ik inmiddels super stijf en voelde ik al snel dat ik wat blaren rijker was. Maar goed, we gingen gewoon door natuurlijk. De eerste drie kwartier ging het nog, al was het weer ontzettend zwaar omdat er nergens schaduw was. De volgauto’s gaven ons continu flessen water, wat goed geregeld was, hoewel we er weer niet tegenaan konden drinken. De eerste drie kwartier praatten we nog wel met elkaar, maar daarna werd het weer ieder voor zich en jezelf vragen blijven stellen om te kijken of je er nog bij was. Ik heb echt nog nooit zo gezweet. Alle sluizen stonden wagenwijd open. Ook die dag ervoor was het niet zo erg als die laatste kilometers. Het was echt niet normaal en er viel niet tegenop te drinken. Een gids wees ons op een kudde antilopes. Sven zei dat hij inmiddels ook al een olifant had gezien, haha. Lekker hallucineren. Niks loos. Tijdens de laatste kilometers werden ook weer verschillende mensen van de route gehaald; oververhit. We moesten steeds even aan de kant op plek te maken voor de volgauto’s die ons net daarvoor hadden voorzien van water, en soms zaten daar ook weer mensen in die oververhit waren. Op een gegeven moment was het weer zover en stonden Kim, Marjan, Sven en ik aan de kant van het pad zodat de auto er langs kon. De ramen stonden open, en toen de auto ons passeerde duurde het 1 seconde voordat wij in lachen uitbarstten. Wie zat er namelijk in de auto? Onze gids Virginia, hahahahaha. Oh men, zo sneu, maar we moesten zo lachen. We ploeterden onszelf door die laatste kilometers en kwamen hand-in-hand over de finish. Jeuuujj, made it. Uiteindelijk hebben wij in 2 dagen tijd 42 kilometer gelopen. Nou, best genoeg dacht ik zo. Er werden nog wat groepsfoto’s gemaakt en daarna stapten we in bussen, op weg naar het huis van ambassademan Ron en z’n vrouw Conny. Na ruim anderhalf uur rijden kwamen we daar aan, in onze bezwete, vieze kloffie. Het huis, en de tuin waren echt immens groot. Groot hek eromheen, bewakers bij de poort. In de tuin waren barren opgezet, dus al snel zaten wij aan een heerlijk kald Heinekentsje. We praatten nog even na met Monique. Wat een mooi mens. Er waren nog wat mensen die met Marjan op de foto wilden. Onder andere ‘vrouwen bouwen’. Die stonden ook al binnen mum van tijd met Ron Blaauw op de foto. Monique wilde ook met Marjan op de foto, want had tenslotte ook poseercursus van Marjan gekregen, haha. Monique zei tegen mij: “iedereen wil nu met Marjan op de foto, maar hoe mooi zou het zijn dat Marjan met MIJ op de foto wil?!” hahaha. Dus ik zei dat tegen Marjan en zo vroeg Marjan of ze met Monique op de foto mocht. Monique vond het prachtig. Jan en Tommie wilden graag met de zus van Marjan op de foto en wilden dat Marjan dan de foto maakte, hahaha. En zo geschiedde. Ook deelden wij onze kijk op Johan. Tommie kwam met een prachtig filmpje van Johan aanzetten die inmiddels fungeert als gifje. Prachtig. Op een gegeven moment was het moment daar dat het eindbedrag bekend werd gemaakt. Dit werd gedaan door ambassademan Ron, de baas van SOS Kinderdorpen en nog wat belangrijke Ghanezen. Het aftellen en het omdraaien van de cheque verliep mooi rommelig, maar uiteindelijk kwam het hoge woord eruit: €106.429,-. Net raar jild, dachten wij zo. Toen het bedrag bekend was stond ambassademan Ron met de cheque in z’n hand te zwaaien en lachen naar de camera’s; alsof hij het zelf bij elkaar gewerkt had, terwijl de beste man geen stap heeft gezet. Maar hemaal mooi. Na dit momentje was het weer tijd voor bier. Johan kwam ook bij ons staan, hij vroeg of we nog wat wilden drinken, nam 3x de bestelling (verkeerd) op en kwam terug met bier. Top Johan. We deelden het filmpje dat we van hem hadden ook met hem, en hij vond het zelf ook prachtig. Daarna wees hij ons erop dat we onze malariapil nog moesten innemen, en dat deed hij weer geheel op z’n Johan’s: “jongens, even een alarm voor het innemen van de malariapil-il-il-il-il-il-il”, waarbij hij een zwaailicht gebaar met z’n vinger maakte. Oh, we gingen door de grond. Wat deze man ook deed, alles was gewoon grappig. Zelf vond hij het ook grappig en hij deed dit alarm op commando nog een paar keer, zodat we het konden filmen. Hhahaha. Ook vertelde Johan hoe hij hier zo bij kwam, om dit te doen. Annette (van de organisatie) haar man was een studievriend van Johan. “Ja, Robrecht en ik kennen elkaar uit Leiden”. Wij moesten alweer lachen om die naam. Ook vertelde Johan dat hij drie kinderen heeft: Marieke, Willemijn en Kareltje. Weer moesten wij lachen. Oh het was gewoon sneu. Maar Johan lachte lekker mee. We bleven uiteindelijk nog met een select groepje over, dronken nog een laatste biertje, bedankten iedereen even en namen afscheid. Om 20:00 uur waren we weer in het hotel (redelijk aangeschoten), en al snel lagen we ook weer in het zwembad. Oh wat waren we daar aan toe. Na een warme douche doken we snel ons bed in. We waren echt kapot. Al met al, terugkijkend op de hele hike was het gewoon heel goed geregeld en heb ik in Guatemala en Peru veel meer afgezien dan nu. Daar waren geen volgauto’s, moest je zelf je water en slaapspullen dragen, kregen we geen diner van Ron Blaauw en was het ’s nachts -5 graden ipv +30. Het was nu gewoon ontzettend goed geregeld, maar dat moet ook wel als je met 100 man gaat hiken. Wat deze hike zwaar maakte was de temperatuur en de brandende zon (en geen schaduw), maar verder: top geregeld.
Maandag 18 november:
De day after. We werden wakker met heel veel spierpijn en liepen erbij als een stel oude mensen, haha. We ontbeten weer lekker luxe in het hotel en lagen bij het zwembad. Om 9:30 uur gingen we even naar de markt om wat souvenirs te shoppen. Halverwege de markt zeikte het zweet alweer langs mijn benen. Haha. Oohhh hoe kun je in zo’n klimaat leven en functioneren?! We kochten snel wat flessen water en maakten dat we weer bij het hotel kwamen. We doken het zwembad in, en even later maakten Marjan en Kim zich klaar om naar het sponsorkindje van Marjan te gaan. Marjan moest nog met haar op de foto voor de Viva (volgens mij. Of voor SOS Kinderdorpen). Sven en ik bleven bij het hotel, haalden bij de plaatselijke supermarkt even wat biertjes en lagen prinsheerlijk aan het zwembad. Genot. Wat een leven. Aan het einde van de middag kwamen Marjan en Kim terug, kleedden we ons om, en gingen we naar het vliegveld. Daar kwamen we de halve SOS clan weer tegen: van Debby tot Anouk, tot Ron Blaauw, tot Micha en… JOHAN! Hahah die zaten allemaal bij ons in het vliegtuig. We aten nog even wat (ik was echt hangry) en zouden daarna onze laatste Ghanese flappen uitgeven. Bij de Duty Free shop hadden Sven en ik het een en ander bij elkaar gescharreld aan spullen, waaronder een zak Skittles van 12 Ghanese munteenheden. Omgerekend was dat 2 euro. Bij de kassa bleek dat de prijzen in US dollars waren, hahahah omg, nee. Lit mar. 12 dollar/euro voor een zak Skittles?! Nee nee. We gingen naar de gate en stapten in. Binnen mum van tijd lag ik al een soort van ’te slapen’. Wel hadden we steeds wat turbulentie, dus echt lekker zat ik niet. De stewardess kwam langs met eten. Ik zei dat ik geen eten wilde, maar dat ik alleen wat bemoedigende woorden nodig had dat deze vlucht helemaal goed zou komen, dat vliegen de veiligste manier was etc etc. Uiteindelijk was het een prima vlucht die best snel voorbij ging. Toen we het vliegtuig uitstapten konden we geen genoeg krijgen van de frisse, koude lucht. Oooh wat lekker. Toen we bij de bagageband stonden, werden we nog een keer getrakteerd op een Johan-op-z’n-best-momentje: Johan werd opgehaald door zijn nieuwe liefde Erika, die aan de ander kant van het raam hem stond op te wachten. Hij rende naar haar toe en stond te springen voor dat raam, met z’n AED tas nog om, haha. Daarna belden ze met elkaar. Hij kon niet wachten om haar in de armen te sluiten. Te schattig. Johan zei tegen ons dat we hem niet uit mochten lachen. Ik zei dat we allemaal jaloers waren omdat niemand ons op stond te wachten om 6 uur ’s ochtends. Johan glunderde weer. Hij was zo blij met zijn Erika. Wachtend op de bagage zag Johan ineens een muis door de hal rennen. “Een muis!! Een muis!! Kijk nou!”, waarop Marjan droog zei: “is het geen rubber?” hahaha. We hadden onze tassen al snel en namen weer afscheid van iedereen. Daarna namen we een taxi naar huis, en dat was het. Eind goed, al goed. Dan rest mij nog een ding: afsluiten met de les die ik uit dit reisje heb getrokken:
Tevredenheid is blijven verlangen naar wat je al hebt
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley