EHBO, dat leer je zo
Door: Erna
Blijf op de hoogte en volg Erna
05 Oktober 2018 | Bolivia, La Paz
Terwijl ik met m’n laatste huiswerk bezig was, dacht ik ineens: Ajax! Die moeten zo spelen! Ik appte Stijn waar hij ging kijken. Hij was al in Copacabana. Helaas. Ik kon zo snel niet een goede livestream vinden, dus er zat niets anders op dan de berg op te lopen naar de touragency waar ik ook Ajax-Athene keek. Ik hoopte maar dat ze het uitzonden. Toen ik daar aankwam, zag ik wel een groene grasmat, maar geen Ajax. Ik vroeg of ze ook Ajax hadden. “Ajax? Waar komt dat vandaan?”. Uhhh oké. Maar ze zetten het op voor mij. Lieffff. De eerste (tegen)goal had ik al gemist, maar de rest heb ik geconcentreerd zitten kijken. Als er mensen binnenkwamen, ging de tv zachter. Op een gegeven moment kwamen er 3 backpackers binnen die een Aywashka sessie wilden doen. De touroperator bood hen een 3-daagse tour aan. Drie dagen zo stoned als een garnaal zijn!! Asjeblieft. Die man zei dat ze zijn telefoonnummer maar even toe moesten voegen. Hij heette Juan, maar zijn “jungle naam” was Antonio ofzo. Hahaha hilarisch. Net als die gangsters in Amerika, die allemaal een “street name” hebben. De wedstrijd eindigde in 1-1. Daarna ging ik in een koffietentje m’n laatste huiswerk afmaken en om 18:00 uur liep ik naar huis. Daar zou ik m’n laatste avondmaal krijgen. Om 19:00 uur kwam Luana boven met wraps. Daarna nam ik afscheid van hen, chillde nog even boven en pakte een taxi naar het busstation. De taxichauffeur probeerde me overigens nog op te lichten voor €0,30. Jammer papi, niet gelukt. Het zou ook kunnen zijn dat hij verkeerd gerekend had, want die mensen hier kunnen echt niet hoofdrekenen. In alle koffietentjes waar ik ben geweest berekenen ze sommen als 10+5 met de rekenmachine. Geen grap. De taferelen op de busstations zijn ook altijd mooi. Locals die met hun hele inboedel mee hebben, vrouwen in van die traditionele kleding met een grote zak achterop hun rug geknoopt met allemaal spullen erin, bustour operators die allemaal door elkaar heen schreeuwen, een oft ander vaag balie’tje waar je nog een tax moet betalen voordat je het busstation mag verlaten.. Nou, toen ik alle stappen doorlopen had, liep ik naar de bussen toe. Ik had op internet gelezen dat die busmaatschappij van mij best kut was, omdat ik na de grensovergang moet overstappen in een klein busje. Oké, nou, als dat het enige is.. De stoelen waren superchill! Wat zeg ik? Stoelen? Het leken wel bedden. Serieus, in zo’n nachtbus heb je meer comfort dan in een vliegtuig. Ik kon helemaal plat liggen, kon zo’n voeten/kuiten steun helemaal horizontaal zetten, ik had een meter beenruimte, en de stoel was 1,5e persoon breed. Ik viel al snel in slaap, werd een paar keer wakker, maar draaide een goede nacht. Om 7:00 uur werd ik wakker. We stopten ergens waar we onze soles om konden wisselen in Boliviaans geld. Ik snap niet dat mensen dat doen, want de koers is hier op de grens natuurlijk heel ongunstig. Daarna reden we verder en even later moesten we uitstappen. Met z’n 10en stonden we te wachten op een nieuw busje. Nou, er stonden er genoeg, maar, die waren allemaal “privado” en deden mee aan een politieke campagne mars. Het mannetje zei dat we moesten wachten. Ja uhhhh, hoe lang? Later zei hij dat we een taxi moesten nemen en zelf betalen. Nee, nee, nee, we hebben een ticket tot Copacabana gekocht, dus we gaan naar Copacabana. Even later sprongen we toch met z’n allen in een busje. Ik stapte als laatste in, maar gaaatver, de enige stoel die nog over was, was naast 5 kratten en 2 emmers vol dode, vers gevangen vis. Hahah. Ik ging wel achterin staan. Het was maar een klein busje, dus ik stond een halfuur gebukt in het gangpad. Oh, zere nek. Maar goed, no way dat ik naast die vissen ging zitten. We kwamen aan bij de grens, daar kregen we een stempel in het paspoort, en liepen de grens over naar Bolivia.
Bolivia:
Jeujjjj. Na wat invulwerk en een stempel van Bolivia, liepen we naar een nieuw busje. We waren met z’n 10en, waarvan een jongen uit Amerika kwam. Ik had al verhalen gehoord, over dat Amerikanen veel dingen in moesten vullen en veel moesten betalen om Bolivia binnen te komen, en idd, dat moest hij ook. Maar meneertje had niks voorbereid. Geen pasfoto’s mee, de papieren nog niet ingevuld, geen kopieën van zijn paspoort en creditcard.. Na ruim een halfuur wachten, kwam hij eraan. Hij moest onder andere $160 aftikken om Bolivia binnen te komen. Wauw. We reden naar Copacabana, waar we 10 minuutjes later aankwamen.
Copacabana:
Er zijn meer hondjes die Fikkie heten, dus dit is het Copacabana in Bolivia, niet te verwarren met het Copacabana in Rio (mem ;) ). Het dorpje ligt aan het Titicaca meer: een van de hoogst gelegen meren ter wereld (3,8 km hoog). Met een baai’tje en wat bootjes doet het wat mediterraans aan. Nadat ik geld had gepind, liep ik naar het hostel; een eco-friendly vegetarisch hostel. Normaal gesproken niet echt iets voor mij, maar ik had er goede verhalen over gehoord. Er was een grote tuin, met hangmatten, een moestuin, een grote “kantine” met allerlei muurschilderingen en buiten de hekken stonden paarden. Goede plek om even te relaxen. Om 12:00 uur kreeg ik een bed toegewezen, praatte ik met m’n dorm-genoten en besloot ik even het dorp te verkennen. Op naar de “boulevard”. Er waren heel veel forel restaurantjes. Ik liep verder. Daar waren de wat meer westerse restaurants, met houten stoelen ipv plastic enzo. Daar nam ik m’n ontbijt/lunch, in het zonnetje, met uitzicht op het meer. Daarna liep ik de berg op, naar een uitkijkpunt. Dat was wel weer een klimmetje hoor, maar de uitzichten (behalve al het afval) waren supermooi. Daar bovenop de berg waren nog wat mensen die kaarsen verkochten, zodat je daar een gebed kon doen, maar er waren ook twee mannen die speelgoedautotjes verkochten(?!). Na wat foto’s te hebben gemaakt, liep ik weer naar beneden en kwam ik nog wat mensen tegen met wie ik die ochtend in de bus zat. Ik kocht een bootticket naar Isla del Sol voor de dag erna, en een busticket naar La Paz voor de avond erna. Ik liep nog over een marktje en langs een supermooie kerk die ik vanaf het uitkijkpunt al had gezien en liep terug naar het hostel. Daar chillde ik in de hangmat met mijn Duitse en Franse dormgenoten. Het is hier overdag echt heerlijk weer. Dan kun je gewoon in korte broek en korte mouw rondlopen, maar vanaf 17:00 uur wordt het ineens flink koud. Rond de 3 graden. Ik had op een gegeven moment m’n thermomaillot, m’n sportbroek, een blouseje, een trui, een jasje en dikke sokken aan, haha. Gelukkig was ik niet de enige. Om 18:30 u keken we met een hele groep de zonsondergang vanaf het balkon van een van de dorms. Daar ontmoette ik Rens uit Nederland, Richard uit London en Emma uit Londen. Samen met hen en mijn Duitse en Franse dormies gingen we eten in het restaurant van het hostel. De falafel hier scheen echt de beste te zijn hier. En idd, die was erg goed. We hebben de hele avond met elkaar gepraat. Helaas was alcohol verboden in dit hostel, maar goed, ook zonder dat biertje was het gezellig. De baas van het hostel kwam er ook bij zitten en vertelde over zijn “missie”. Op het terrein van het hostel verbouwd hij z’n eigen groenten. Hij wil mensen laten inzien dat eten zonder vlees ook super lekker kan zijn. Dat is bij de locals best nog wel iets onbekends. Om 21:30 uur ging ik slapen. Maar die dekens.. het waren van die hele zware, dikke kleden die ook nog eens drie keer dubbelgevouwen waren. Het was net alsof er iemand bovenop me zat hahah. Ik kon me ook niet omdraaien. Na een prima nachtje ging mijn wekker om 6:45 uur en zat ik om 7:30 met Rens en Richard aan het ontbijt. We kregen fruit, bruin(!), zelfgebakken brood met zelfgemaakte pindakaas. Top ontbijtje. Daarna liepen Rens, Richard en ik naar het strand, vanwaar de boten naar Isla del Sol vertrokken. Ik had bij een andere agency geboekt, dus stapte op een ander bootje. Je kon binnen of buiten zitten. Die wind is vrij fris, dus ik ging mooi binnen zitten. Het meer was super rustig en die boot vaarde super langzaam, dus al snel lag ik te slapen. Anderhalf uur later kwamen we aan op Isla del Sol. Ik wachtte op de kade even op Richard en Rens. Die kwamen ook al snel aan, maar stapten ook weer in de boot. Zij gingen nog naar een ander (wat ik had gehoord: heel saai) eilandje, maar ik dacht dat ze dat als laatst gingen doen. Maar nee. Dus ik liep in m’n eentje het eiland over. Ook pfim. Het was weer een hels klimmetje, zo in die brandende zon. Het eilandje was mooi: de paden waren gemaakt van grote stenen, wegen waren er niet, de huisjes hadden allemaal een kleurtje en in de tuintjes stonden ezels, lama’s of alpaca’s. Toen ik in een dorpje aankwam, was het eerst weer tijd voor een fruitshake, haha, met een heel mooi uitzicht over de baai van het eiland. Daarna klom ik nog een klein stukje, naar het hoogste punt van het eiland. Oh ik kon niet meer. Om de 50 meter stopte ik. Ik weet niet of jullie weleens iets op 4 km hoogte hebben gedaan, behalve uit een skilift springen en naar beneden skieën, maar dat is echt geen pretje. Je krijgt echt 0 lucht. Maar goed, bovenop de berg was het uitzicht wel heel mooi. Normaal gesproken kun je een mooie hike doen van het zuiden naar het noorden van het eiland, maar omdat kamp noord ruzie heeft met kamp zuid, kan dat niet. Ik liep door een bos naar nog een ander uitkijkpunt en at daar op een rots m’n lunch; de quinoaburger van het hostel. Top. Quinoa komt hier (Peru, Bolivia) vandaan en het zit echt overal in: van soep tot hondenbrokken tot sapjes. Daarna liep ik weer naar het dorpje, nam een coca thee tegen de hoofdpijn en liep weer helemaal terug naar beneden, naar de haven. Daar chillde ik nog even in het gras en om 15:00 uur voer de boot terug. De golven waren een tikkeltje hoger, dus ik heb anderhalf uur lang apathisch die horizon in de gaten gehouden. Ik liep naar het hostel, en al gauw kwam Rens daar aangelopen. Hij vond dat andere eiland maar saai. Wist ik. Hhaha. We bestelden nog wat eten en liepen daarna naar de bussen. Ik had mijn busticket bij een andere touragent geboekt, dus we stapten elk in een andere bus. Om 18:30 vertrok de bus richting La Paz. Na een uurtje rijden, moesten we uitstappen: we moesten een rivier over. Wij, de passagiers, moesten de bus uit en in een klein bootje de vrij wilde rivier over, in het pikkedonker. De bus ging op een grotere boot de rivier over. Aan de overkant moesten we in de kou nog even wachten op onze bus, maar die kwam al gauw. De lege plekken achterin de bus werden opgevuld met Bolivianen. We reden verder. Ik hoorde al dat de bussen in Bolivia koud zijn, en nu wist ik waarom: er zitten van die schuiframen in de bus. Tussen de overlapping van die ramen zitten flinke kieren. Én, die ramen zitten vrij los in het kozijn. Bij elk hobbeltje hoor je zowel het dak, als de ramen rammelen. Het tochtte dus als een malle in die bus, en met 0 graden buiten, is dat geen pretje. Maar goed. Op een gegeven moment begon er iemand wat raar te hoesten ofzo, achterin de bus. Een paar seconden later kwam er ook wat raar geluid bij, en weer wat later begonnen mensen te schreeuwen. Was er zo’n dikke Boliviaanse vrouw aan het stikken in haar eten. Toen ik omkeek stond ze in het gangpad en deed een andere Boliviaan de Heimlich greep bij haar. Hij kon z’n handen maar net bij elkaar krijgen. Zij draaide met haar ogen. Paniekk. Geheel tegen de leer van Akke en Anja in, deed ik m’n vingers in m’n oren en dook weg. Toen de bus werd stilgezet, was het net gelukt. Ze kon weer ademen. Ze bedankte iedereen en ging mooi weer door met eten. Rond 21:30 uur kwamen we aan in La Paz.
La Paz:
Wauw, La Paz ligt in een “canyon”, omringt door bergen. We kwamen aanrijden vanuit de bergen, en keken dus zo de verlichte canyon (La Paz) in. Supermooi. Met twee Duitse meiden nam ik de taxi naar ons hostel. Daar dook ik vrijwel meteen m’n bed in. De dag erna nam ik ontbijt en praatte ik met een Engelse chick. Daarna ging ik even douchen, en nu zal ik de stad even wat verkennen. Houdios!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley