Sufkut - Reisverslag uit Quetzaltenango, Guatemala van Erna Jonkman - WaarBenJij.nu Sufkut - Reisverslag uit Quetzaltenango, Guatemala van Erna Jonkman - WaarBenJij.nu

Sufkut

Door: Erna

Blijf op de hoogte en volg Erna

15 Januari 2019 | Guatemala, Quetzaltenango

Flores (Guatemala):
De jongen van het restaurant had iets heel doms met zijn stem. Die sloeg namelijk steeds over aan het einde van het woord. Hij zei “Tortilla?” waarbij “lla” heel hoog was. Later ook bij het teruggeven van het geld, en bij “hasta luego” waarbij “uego” heel hoog was. Hahaha. Ik had echt moeite met het inhouden van m’n lach. Na het eten liep ik terug naar m’n hostel. Ik voelde me wat lamlendig, maar dacht: ah, dat zal wel door de nachtbus en de collectivo van vandaag komen. Ik ging even douchen en dook m’n bed in. Maar daar gebeurde wat twee dagen geleden ook gebeurde: mijn buik zette enorm op en ik werd erg misselijk. Dormgenoten die wat in en uit liepen, vroegen hoe het ging. Hmoah, niet echt denderend. Na een paar uren creperen liep ik naar de wc waar ik alles eruit kotste. Ik mistte m’n moeder die m’n haren naar achteren hield, maar verder luchtte het wel op en dook ik m’n bed weer in. Mijn lichaamstemperatuur ging van -10 naar +80 en weer terug. De nacht was oké. Ik ging nog 1x naar de wc om te kokken en sliep tot een uur of 8. Het hele hostel werd wakker van hele harde vuurwerk knallen. Er scheen een dorpsfeest te zijn. Er werd vast geen alcohol geschonken op dat feest, want in Sint Nyk is het met de merke muisstil om 8 uur ‘s ochtends. Ik liep naar de tuin van het hostel die er heel leuk uitzag, met een barretje, hangmatten, chillplekken etc, en ging op een bank liggen. Ik voelde me nog steeds niet goed, dus lag daar de hele ochtend maar wat. Ik nam een gemberthee die ik binnen hield. Jeuj. Ik had vandaag twee dingen te doen: bedenken hoe lang ik hier ga blijven/wat ik ga doen/waar ik hierna heen ga, en m’n was wegbrengen. Na wat kijken, lezen, rondhangen was ik er nog niet uit en besloot ik nog maar een nacht bij te boeken in dit hostel. Vandaag kwam er toch niet veel van de grond. Daarna bracht ik m’n was naar de laundry service en liep ik een rondje door het dorp. Flores is een heel klein schiereilandje in het midden van een meer. Het ziet er heel schattig uit. Ik liep wat rond, maakte hier en daar wat foto’s en liep naar een koffie/lunchtentje met uitzicht op het meer. Ik had eigenlijk wel zin in wat dus bestelde een smoothie. Ik zat er heerlijk aan het meer, zag wat kinderen in schooluniform in een bootje stappen, begon aan m’n nieuwe boek en dronk m’n smoothie op. Na een uurtje ging ik terug naar het hostel. Rennend, bijna, naar de wc. Daarna ging ik in een hangmat liggen. Er huppelde een konijn om me heen, en ik zag een “kiwi” (zo’n klein vogeltje), wat salamanders en een schildpad om m’n hangmat heen lopen. Ik las weer wat, viel wat in slaap, haalde m’n was op en hing weer wat rond op een bank met m’n boek. Aan het tafeltje naast mij zag ik Julie zitten: de Nederlandse chick met wie ik kerstavond heb doorgebracht in Valladolid. Door mijn lamlendigheid had ik echter geen zin om ‘Hoi’ te zeggen. Ik dronk een gemberthee en vroeg wat Nederlanders hoe de tour naar Tikal was. Dat zijn maya ruïnes. Daar heb ik er inmiddels al aardig wat van gezien, dus ik weet niet of ik daar wel zo’n zin in heb. Maar goed, iedereen was heel enthousiast erover, dus wellicht dat ik er toch heen ga. Voordat ik m’n bed in dook, zag ik nog een mooie kamer staan op kamernet. Ik wilde reageren, maar het internet was te traag. Ik liep naar het restaurant waar ik die avond ervoor had gegeten en gebruikte daar het internet. Daarna liep ik weer terug naar mijn hostel. Om 19:00 uur dook ik m’n bed in. Er waren nog wat dormgenoten die vroegen hoe het met me ging. Lief. Ik draaide een prima nachtje en werd de volgende ochtend wakker met de honger ien’e hols. Ik bestelde pannenkoekjes met fruit. Dat viel goed, gelukkig! Mooi. Ik ben d’r weer. Ik boekte gelijk de tour naar Tikal om 12:00 uur en mijn vervoer naar het volgende plaatsje: Lanquín. De vrouw van de receptie vroeg of ik al een hostel had daar. Nee. Ik wilde waarschijnlijk in Greengos verblijven. Ze belde met iemand en gaf mij ineens de hoorn. Dus ik zei: “uh hello, Erna speaking”. De jongen stelde zich ook voor. Ik zei tegen hem dat de vrouw van de receptie mij haar telefoon had gegeven, maar dat ik geen idee had wie hij was. Hij was van Greengos. Ah, oké. Ik vroeg of er plek was voor mij voor morgen tm de 12e. Ja hoor. Oké. Ik ging weer in de hangmat liggen en maakte me daarna klaar voor mijn tour naar Tikal. Om 12:00 uur liepen we met een grote groep naar de bus. Ik zag Julie weer en zei haar gedag. Ze ging ook naar Tikal. Leukleuk. We stapten met z’n allen in de bus, maar 2 mensen konden niet mee. Voor hen was er geen plek, haha. Geen idee wat er met hen is gebeurd. Ik voelde me toch niet helemaal lekker. Gelukkig had ik een plastic zak meegenomen. In de bus viel ik weer gelijk in slaap en werd ik anderhalf uur later wakker. Ik voelde me alweer wat beter. We kochten een entreekaartje voor het park en moesten de bus weer in. We reden nog een stukje en toen we bij de ingang van het park aankwamen ging iedereen nog even naar de wc en kocht lunch. Ohja, ik ben weer op een tour. Wachten, wachten, wachten. Nou, na een tijdje gingen we eindelijk los. We liepen door de jungle en zagen gelijk al een aantal hollow monkeys. Later zagen we nog een aantal andere apen. Cool. Er was een jongen uit Canada in onze groep, maar met Aziatische roots. Dat kwam helemaal tot uiting toen hij, naast zijn grote camera die al om z’n nek hing, ook z’n kleine statiefje uit z’n tas pakte, z’n telefoon daarop zette en vervolgens alles begon te filmen. Zoals Chinezen ook altijd al filmend een restaurant binnen lopen ofzo. We liepen van ruïne naar ruïne. Het was een heel dorp. Of eigenlijk een stad. Het was gelukkig niet zo druk als de andere ruïne complexen waar ik tot nu toe ben geweest, en het grote plein was erg indrukwekkend. Op het grote plein hadden we 40 minuten de tijd om zelf even wat rond te lopen en wat dingen te beklimmen. Ik ging ergens zitten. Bijkomen. Hoewel ik me wel echt beter voelde dan eerder die dag, had ik weinig energie. Op het plein liep een beest rond dat heel erg op een wasbeer leek, maar dan anders. Hij was wel familie van de wasbeer en had een erg lange staart. Ik maakte wat foto’s van hem. We liepen verder met de groep. Terwijl het begon te regenen en we gingen schuilen zagen we een aap van boom naar boom springen, en toen we ons omdraaiden zagen we twee apen achter ons zitten. Cool. We beklommen nog een ruïne van waar we een heel mooi uitzicht over de jungle hadden. Het was ook zo mooi met al die geluiden van de brulapen en vogels op de achtergrond. We liepen verder naar de laatste ruïne van waar we de zonsondergang gingen bekijken. Daar beneden waren echt heel veel van die wasbeer-achtige beesten. Toen we de top van de ruïne bereikten begon het weer te regenen. Ik maakte wat foto’s van de “zonsondergang” die onzichtbaar was door de wolken. Het uitzicht was alsnog supermooi. Ik had geen zin om mezelf helemaal nat te laten regenen, dus ging weer snel naar beneden. Toen iedereen weer beneden was liepen we terug naar de ingang. Dat was nog wel even lopen. Doordat het al vrij donker was, door de wolken en de bomen, was het zicht beperkt. Een mooie knoffelerij dus. Uiteindelijk waren we rond 18:00 uur terug bij de bus, waar het dringen was voor een plekje. Niemand wilde namelijk op de middelste klapstoeltjes zitten. Terecht. Gelukkig had ik een propere stoel, maar voelde me wel lullig voor de grote jongen naast mij die op zo’n klapstoeltje zat. Maar ja, ook weer niet zo lullig om mijn propere stoel af te staan, haha. Na een uur rijden waren we terug in Flores. Het regende (nog steeds), dus ik sprintte bijna die bus uit en rende naar het hostel. Ik had ook zo’n honger, en volgens mij waren er meer mensen hongerig, dus ik wilde bij het hostel ook als eerste eten bestellen. Dat lukte enigszins, maar oh wat waren die mensen daar traag. Ik bestelde een linzensoep met veel groenten. Chill. Er was nergens plek om te zitten, dus ik schoof aan bij een stel uit Guatemala. Na een halfuur kreeg ik mijn soep. Geen linzen te bekennen. Het was gewoon bouillon met veel groenten. Dat wel. Nou, goed, daarna nam ik een douche en kroop ik m’n bed in. De volgende dag had ik om 6:00 uur de wekker, want papa ging een kamer voor mij bezichtigen in Groningen. Hij stuurde nog wat filmpjes en de dingen die ik op moest sturen. Ik ging gelijk aan de slag, stelde de mail op, nam ontbijt en liep naar het restaurant voor goede wifi om daar de mail te verzenden. Daarna pakte ik gauw m’n spullen en stond om 8:00 uur klaar bij de receptie. Ik nam de bus naar Lanquín. Bij de bus kwam ik het Franse meisje die twee dagen geleden bij me in de dorm sliep tegen. Ze ging ook naar Lanquín. Toen iedereen in de bus zat stonden we eerst nog een tijdje stil, reden een stukje, en stonden we weer stil. Jaaa, de Guatemalezen nemen het niet zo nauw met tijden enzo. Dus de vertrektijd was uiteindelijk niet 8:00, maar 9:00 uur. Ik zat bijna voorin, met m’n benen opgetrokken. Beenruimte? Uh nee. We reden over het platteland, door dorpjes. Ik hou daar van. Daar zie je het echte leven. Op een gegeven moment reden we op een rivier af. Er stonden meer auto’s en bussen voor de rivier te wachten, en toen zag ik vanaf de andere kant een pont (afgeladen met auto’s en bussen) aankomen. We reden op de pont en moesten ook gewoon in de bus blijven zitten. In Bolivia werden de auto’s/bussen overgevaren met de pont en de mensen met boten. De buschauffeur reed de bus op de pont. De bus stond deun op de volgende auto. Het gat tussen onze bus en de eerstvolgende auto achter ons was zo’n 2 meter. Naast ons stond een auto met een laadbak met daarin een stier. Halverwege de rivier moesten wij, als middelste bus, zover mogelijk naar achteren rijden en deun op de auto achter ons gaan staan. Voor het evenwicht, denk ik, haha. Daarna reden we verder en stopten om 11:00 uur voor een korte pauze. Phoe, even de benen strekken. Toen we weer on the road waren zagen we een dode hond met de darmen eruit op de weg liggen. Bah. Ja, dat zie je wel veel hier: straathonden. Om 14:00 uur stopten we weer. Lunchbreak, bij de McDonalds. Ik nam Guatemaleese kipnuggets en een koffie. Om 15:00 uur reden we verder. Nog twee uurtjes, zei de buschauffeur. De buschauffeur rochelde om het leven en spuugde steeds uit het raam. Gatver. Ik snap die rare gewoonte echt niet. Het laatste uur van de busrit was niet zo comfortabel. Ik had de hele busrit in m’n boek zitten lezen, maar nu hield ik met klamme handen de stoelleuning vast. De weg werd onverhard, en was was modderig, doordat het de hele dag geregend had. De uitzichten waren echt prachtig, de afgronden diep en de paden smal. Ik begon me af te vragen hoe goed de remmen van deze bus waren en kreeg het helemaal spaansbenauwd toen de buschauffeur de bus stopzette op de handrem, op een afdalende weg, met de motoren nog draaiende, uitstapte en even ging plassen. Zijn rijskills waren overigens prima en om 17:00 uur kwamen we heelhuids aan in Lanquín.

Lanquín:
De middle of nowhere. We stapten uit de bus en werden gelijk belaagd door locals. “Where you going? Miss, where you going?”, Greengo’s?”, “Zapote hotel? Zapote hotel?”. Kallum. Ik bemachtigde eerst m’n backpack, die op het dak van de bus had gelegen, en stapte daarna, met de Franse chick achterin de truck van Greengo’s hostel. Daar zat ook Josh. We stonden nog een kwartiertje te wachten op de volgende toeristenbus, maar daar zaten geen mensen in die ook naar Greengo’s gingen. We reden nog wat rond door het dorp, stopten een paar keer (geen idee waarvoor), en er werd ons nog drie keer (door verschillende mannen) gevraagd of we nog wilden pinnen. Op een gegeven moment stapten er nog 3 locals in en reden we eindelijk richting Greengo’s. Het was inmiddels al donker en de weg werd er niet beter op. We schommelden alle kanten op in die laadbak. Het was nog maar tien kilometer rijden, maar het heeft drie kwartier geduurd voordat we er waren. De locals die bij ons in de bak zaten, praatten in hun eigen (Mayan)taal. Ik herinnerde me dat de gids van Tikal zei dat mensen in de kleine dorpjes vaak geen woord Spaans spreken. We kwamen iets voor 19:00 uur (na een busrit van bijna 11 uren, 250 km verder) aan in het hostel. We liepen langs een lange muur met graffiti paintings naar de bar/receptie van het hostel. Wow, wat was het hier groot! Het terrein van het hostel zegmaar. Er stonden allemaal kleine huisjes en een groter huis met een aantal kamers. In een van die kamers sliep ik. De dorm was ruim en zag er supercool uit. Mijn bed bevond zich op borsthoogte met daaronder kluisjes. Het was steeds weer een hels karwei om erin te komen. Via de lattenbodem van het bed boven mij, en het “trappetje” (dat een paal was met aan beide kanten wat blokjes hout) hees ik mezelf steeds in mijn bed. Terwijl ik m’n spullen wat installeerde, kwam er een dormgenoot binnen gelopen. Het was Lola, uit Nederland. Ik praatte even met haar, ging daarna naar de bar waar ik een falafelwrap met hummus bestelde en ging aan tafel zitten bij Josh en veel andere backpackers. Ze speelden Ring of Fire/Kingsen. Ik deed niet mee, want ik wilde m’n lieve maagje nog niet blootstellen aan alcohol. Ik praatte met een jongen die in het hostel werkte. Mooie gek. Steven, een Aussie, kwam later naar me toe, dat hij m’n jackje geweldig vond. M’n falafelwrap was groot! En lekker! Toen ik die op had, deed ik een Houdini en ging naar m’n dorm. Het boek, waar ik die dag de hele dag uit had gelezen, was spannend, dus ik las het die avond nog uit. Om 6:00 uur had ik de wekker staan, omdat ik die dag te horen zou krijgen of ik de kamer in Groningen had, of niet, en om 6:00 uur zetten ze hier de wifi aan. Om die tijd zat ik dus in de bar (want alleen daar was wifi), waar locals wat aan het schoonmaken waren enzo. Om 6:15 uur was er nog steeds geen wifi en ik vroeg een local waar de wifi bleef. 7:00 uur, zei hij. Ah neeee. Ik ging terug m’n bed in en kwam om 7:00 uur terug. Ik liep de bar in waar een grote man achter de receptie zat met een hele nare aura. Ik liep voorbij en hij riep me achterna: “hee, hee, i need your towel and your sheets”. Ik zei niks en keek hem moe en vragend aan. “You’re leaving today, right?”. Ik zei “no” en liep door. Ja, er was wifi, maar nog beter nieuws: ik heb de kamer!!!! Hoe chill! Oh ik was/ben zo blij en opgelucht! Ik bestelde daarna ontbijt en kleedde me om. Ik praatte wat met Steven en wat andere jongens. Steven deed me echt aan Rob (“bonenhoofd”, die “chicken fried rice” had laten tatoeëren) van Vietnam denken. De jongens rookten wiet en vroegen of ik ook wilde, waarop ik zei: “nah, i only do hard drugs”. Hahah. Ik ging terug naar de bar en zag de Franse chick en Josh weer. Ik wilde vandaag naar de blauwe lagoons. Zij ook. We besloten samen te gaan. De Franse chick had inmiddels ook wat andere Franse chicks ontmoet die ook mee wilden. Ze zeiden dat ze over 5 minuten wel klaar zouden zijn. Het was erg mistig, maar het weer klaarde al snel op. Na een kwartier wachten keken Josh en ik elkaar aan. Ik zei dat dit typisch was voor de zuidelijke landen in Europa. Na een tijdje waren we dan klaar voor vertrek. Oh, nemen jullie je badkleding mee? Vroeg de een. Ja, antwoordden de anderen. Oh, dan moest zij die ook nog even gaan pakken. Ook was er een jongen, een stille willy, een ginger, die ook met ons mee wilde. Hij moest alleen nog even dit en dat pakken. Pfffff ik had al 3x op en neer naar die lagoons kunnen lopen, maar goed. Uiteindelijk gingen we toch van start en liepen we langs het pad naar Semuc Champey. Er was ons verteld eerst naar het uitkijkpunt te lopen. Dat deden we. Ik liep naast stille willy, die op slippers liep. Het pad werd alsmaar glibberiger en steiler. Ik vroeg hem of hij niet wist dat de paden zo waren, omdat hij slippers droeg. Hij zei dat het hem niet stoorde, en zei verder niks meer. Oh oké. Om bij de mirador te komen, moesten we even een flink klimmetje maken. Opzich vond ik het zo erg nog niet, al maakte ik me wel zorgen over de weg terug. Het pad was zo glibberig. Stille Willy had ons na 5 minuten al achter zich gelaten. Jeuzus, staan wij, vooral Josh en ik, de halve ochtend op iedereen te wachten, is hij vertrokken na een paar minuten. Dat snap ik dan echt niet. Ga dan gewoon alleen. Ook de Franse chicks klitten samen en waren alleen maar Frans aan het praten. Gezellig. Na een tijdje klimmen bereikten we de top. Het uitzicht was prachtig; hoge, groene bergen, een steile rotswand en in het dal de blauwgroene lagoons waar een rivier onderdoor stroomde. Na wat fotootjes begonnen we aan de afdaling. We deden het heel rustig aan, want die meiden waren ook allemaal op Birkenstocks. Na een tijdje waren we heelhuids beneden aangekomen en nam iedereen, behalve ik, een duik in de lagoons. Er zwommen van die vissen in die het eelt van je tenen afbijten enzo. Bah bah bah. Ik maakte hier en daar wat foto’s. Er zaten drie (oude) mensen (locals) langs de kant van de lagoons op een bankje. Ik vroeg of ik van hen een foto mocht maken. Ze lachten en zeiden ‘ja’. Na een tijdje kwamen Josh en de andere Amerikaanse het water uit en zeiden dat ze de rest kwijt waren. Die waren waarschijnlijk via de “glijbanen” in de lagoons meer naar beneden beland. We liepen daarheen en zagen ze daar inderdaad. Deze lagoons waren nog mooier, dus ik maakte nog meer foto’s. Ik had op een gegeven moment echt trek, de rest gelukkig ook, dus we liepen richting de uitgang. Het duurde allemaal weer een eeuwigheid met die Franse meiden, dus Josh, die Amerikaanse chick en ik waren vooruit gelopen. Bij de uitgang stonden wat eetkraampjes. Josh en de Amerikaanse besloten daar te gaan eten. Nou, mij niet gezien. Ik durfde het niet aan en liep in m’n eentje terug naar het hostel. In de bar trof ik de chick aan die hier werkte. Ze kwam uit Nederland, maar woonde inmiddels al 20 jaar in Zuid- en Midden-Amerika. Ik chillde wat met haar, bestelde eten, en boekte m’n ticket naar Xela/Quetzaltenango (dat dorp heeft twee namen?!). Abby, de Nederlandse chick, boekte een ticket voor me naar Panajachel, en zei dat ik tegen de chauffeur moest zeggen dat ik naar Xela wilde. Hij zou me er dan ergens uit laten. Oké. Chill. Na mijn lunch (groenten, hummus en een pita broodje) liep ik wat over het terrein van het hostel, op zoek naar een plekje om te chillen in de zon. Die vond ik. De twee Franse chicks lagen er ook. Ik lag heerlijk in de zon en praatte zo nu en dan wat met hen. Toen het afkoelde liep ik terug naar m’n dorm, nam een douche en ging naar de bar. Ik zette m’n boek in de boekenkast en haalde er een nieuwe uit. Daarna liep ik naar de bar en bestelde een drankje. De barman zei dat hij net een nieuwe cocktail had gefabriceerd. Het hoofdbestanddeel was whiskey. Ik trok een vies gezicht. Hij zei dat ik maar even moest proeven. Ach, ja, het was nog lekker ook. Doe er maar een. Ik vroeg wat de naam van de cocktail was. Die was er nog niet. Hij vroeg hoe ik heette. De cocktail kreeg de naam Erna. Oké, oké. Hij maakte een voor me klaar. Er zat ook eiwit in. Hmm. Anders. Hij deed het dopje van het ei ook in het glas en deed daar nog wat whiskey in. Het leek net alsof er eigeel in zat. Met mijn cocktail in mijn hand ging ik bij de Fransozen, Josh, de Amerikaanse en twee medewerkers van het hostel zitten. We speelden een spelletje. Een soort van Party & Co. Het was gezellig, maar rond 21:30 uur vond ik het wel welletjes en ging naar m’n dorm. Daar las ik nog even een hoofdstuk uit m’n nieuwe boek en viel in slaap. De volgende ochtend had ik om 6:00 uur m’n wekker. Ik pakte m’n spullen, m’n handdoek en lakens, en ging naar de bar/receptie. Het werd langsaam licht, en weer was het mistig. Ik checkte uit bij de nare man, die vroeg of ik naar Panajachel ging. Uhm ja en nee. Ik wilde namelijk naar Xela, maar vertelde hem wat Abby tegen mij had gezegd. Hij zei dat hij ging bellen om te kijken of dat kon. Engels was niet z’n eerste taal, maar hij was ook geen Guatemalees volgens mij. Ik verstond hem niet goed dus ik vroeg hem of hij het kon herhalen. Hij keek geïrriteerd en herhaalde zuchtend zijn zin. Oh sorry hoor. Hij zei dat de desbetreffende company vandaag niet reed. Hu, ik begreep het niet. Ik had gisteren aan Abby gevraagd of ik naar Xela kon morgen, ze zei ‘ja’, maar ineens kon dat niet meer?! Hij zei dat ik pas na middernacht aan zou komen dan. Ik zei iets terug, maar hij liet me niet uitpraten en herhaalde zijn vorige zin. Ik zei dat hij me best even uit kon laten praten en ik vroeg hem wat nu te doen. Hij antwoordde niet en vroeg de jongen naast mij wat hij voor hem kon doen. Nou, echt, tyf een end op vent. “I’m talking to you”, zei ik, ik liep weg en ging aan de tafel zitten. Shit, ik moest nu heel snel gaan uitzoeken wat ik moest doen, want over 10 minuten vertrok de pick-up. Er kwam een andere man bij me aan tafel zitten. Hij werkte hier ook in het hostel volgens mij. Ik had ‘m nog niet eerder gezien. Hij gaf mij advies, over wat ik het beste kon doen. Ah kijk, daar had ik wat aan. Tien minuten later werden we met z’n allen opgehaald bij het hostel. We zaten lekker opgepropt in de bak van zo’n pick-up en reden we in drie kwartier terug naar het “centrum” van Lanquín. Daar stonden de shuttle-busjes voor ons klaar. We stapten bijna allemaal in dezelfde. Wachtten nog even hier, reden verder, wachtten daar. Daar moest die er nog uit. Daar moest die er nog in. Uiteindelijk reden we de berg op, op weg naar Antigua, 315 km verderop. Onderweg stopten we een paar keer en kwamen om 15:30 uur aan in Antigua. Hier stapte iedereen uit, behalve ik. Ik ging nog door naar Panajachel. Een kwartiertje later reden we weer verder en stopten ergens. De chauffeur vroeg de weg aan een local, stapte uit de auto, liep wat rond. Even later stapten er twee vrouwen in, en reden we weer verder. We stopten later weer. Er stapte weer iemand in. Nee hè, moeten we nu nog allemaal hostels bij langs om mensen op te pikken? Ja hoor. Anderhalf uur hebben we rondgereden door Antigua om mensen op te pikken. Jeuzs wat was ik er klaar mee. Met de infrastructuur, met de bus, met de mensen, met alles. Toen het busje bijna vol zat, telde de chauffeur alle koppen. We reden weer verder, stopten weer. Er stapte weer iemand in. Hij telde weer alle koppen. Jezs vent, één persoon meer dan de vorige keer. Echt, ze kunnen hier nog geen twee seconden iets onthouden. Uiteindelijk zei hij: “listo” en reden we Antigua uit. Gelukkig maar, anders had ik ‘m wat aan gedaan. Oké, ik moet toegeven, de uitzichten waren wel weer fantastisch, met het dauw en de wolken rondom de bergen/vulkanen en dorpjes. Het dauw is echter soms geen dauw, maar de rook van verbrand plastic. Zodra je een dorpje binnenrijdt, ruik je dat alweer. Naarmate we Panajachel naderden, wat aan Lake Atitlán ligt, werd de weg hobbeliger en steiler. Rond 19:00 uur reden we Panajachel binnen.

Panajachel:
De chauffeur zette iedereen bij zijn of haar hostel af. Ik had nog geen hostel, dus stapte ook maar ergens uit. Het was een drukke straat met allerlei souvenirswinkeltjes/kraampjes. Ik wilde echt een privékamer voor die nacht. Daar had ik even zo’n zin in: geen (snurkende) mensen om me heen. Ik liep wat door de straat en vroeg bij enkele hotels of ze plek hadden, en hoeveel een kamer kostte. Nah, de kamers waren óf te duur, óf ze hadden geen plek. Ik liep wat rond, moe, zoekend naar een hotel. Dan ben je een makkelijk slachtoffer voor oplichting of berovingen of iets dergelijks. Er kwam een jongen (local) heel dichtbij/naast me lopen en stelde me wat vragen. Ik zei dat ik niks nodig had en vroeg of hij me met rust wilde laten. Hij bleef maar naast me lopen en zich aan me opdringen. Toen ik stil ging staan en nogmaals vroeg (nu op een iets hardere toon) of hij me met rust kon laten, liep hij uiteindelijk weg. De vrouw van het hotel waar ik daarvoor naar binnen was gelopen kwam naar me toe en vertelde dat verderop een “hospedraje” was dat wel redelijk goedkoop was. Ik liep daarheen en vroeg de man van de receptie of hij plek had. Ja, een privékamer met badkamer kostte €12. Mooi, die is voor mij. Hij bracht me naar de kamer. Die stonk echter wel echt als de neten, naar ongediertebestrijdingsmiddelen ofzo. Ik zette m’n spullen op het bed en liep nog even het dorp in en at een pizza in een restaurantje. Daarna ging ik terug naar m’n kamer en viel al snel in slaap. ‘S nachts hoorde ik van alles. Ik dacht eerst dat mensen langs m’n kamer liepen en daarbij veel geluid maakten, maar later dacht ik dat het waarschijnlijk honden waren die over de golfplaten liepen. De volgende ochtend was ik vroeg wakker en liep ik met m’n hele hebben en houden naar de plaats van waar de bussen naar Xela/Quetzaltenango vertrokken. Onderweg ontbeet ik nog ergens in een café’tje, met de zon in m’n gezicht. Heerlijk. Ik nam een zogenoemde chickenbus naar mijn volgende bestemming. Dat zijn oude schoolbussen uit Amerika die vooral door de locals wordt gebruikt. Mijn backpack werd op het dak geworpen en ik stapte in. Ik werd flink aangekeken en er waren wat mannentjes met hoeden op die gniffelden toen ik “hola, buenos dias” zei. Er werd leuke Spaanstalige muziek gedraaid in de bus. Gezellig. Toen we het dorp uit reden, de berg op, zag ik het mooie lake Atitlan. Over een paar dagen kom ik terug om wat langer van het meer te genieten. Er was geen directe bus naar Xela, dus ik moest twee keer overstappen. De eerste overstap verliep heel soepel. Onderweg passeerden we nog een dorpje waar volgens mij de burgemeester op bezoek kwam ofzo, die dag. Er was muziek, kraampjes, de mensen hadden allemaal hun mooiste (traditionele) kleding aangetrokken. De mannen zagen eruit als cowboys, maar dan met gekleurde kleding en een stoffen hoed op. De vrouwen hadden als altijd hun grote gekleurde rokken en top aan en een soort band in hun haar geknoopt. Toen ik weer over moest stappen, stond ik ergens bij een benzinestation op een kruispunt. Er waren allemaal bussen, maar geen een naar Xela. Er was wel een klein shuttlebusje naar Xela, maar die was weer vrij duur. Ik besloot even te wachten. Een local zei dat ik iets verderop moest staan en daar bussen naar Xela zouden vertrekken. Ik wachtte, er kwam een iets groter busje (dan de shuttle) aan. De deur ging open, er stapten een paar mensen uit, maar er zaten ook nog steeds mensen in. De chauffeur riep: “Panajachel” en “Solola”. Nee, die moest ik niet hebben. Daar kwam ik net vandaan. Om mij heen stonden ook nog wat mannen die naar Xela wilden. De chauffeur vroeg waar we heen moesten. Xela. Hij stuurde de andere inzittenden de bus uit en wij moesten heel snel instappen. Ik vroeg nog maar een keer voor de zekerheid of deze echt naar Xela ging. Ja ja. Oké, hahah pfim. We raceden de weg op. De chauffeur reed alsof we op de vlucht waren. Onderweg stopten we nog een paar keer om wat mensen op te pikken. Uiteindelijk kwamen we om 11:00 uur aan in Xela.

Xela/Quetzaltenango:
Het was 2,4 km lopen naar het hostel. Ik zag op maps dat er onderweg wat koffietentjes waren. Perfect, kon ik onderweg wel even ergens een koffietje drinken. Ik werd begroet door iedereen en begroette iedereen. Dit was echt een dorp dat totaal niet toeristisch was. Dat bleek helemaal toen het eerste, tweede en laatste koffietentje op mijn route gesloten waren. Ja, het was zondag. Daar zal het wel door komen. Ik bereikte m’n hostel, helemaal buiten adem, want ik zat weer eens op 2,2 km hoogte. Na het inchecken keek ik eerst, zittend in de zon, het schaatsen terug. First things first. Sven kramer werd voor de 10e keer Europees kampioen. Oh wat was ik blij. Zo mooi, haha. Daarna werd het tijd om wat dingen te regelen. Ik wil namelijk vanaf hier de driedaagse hike doen naar Lake Atitlán (waar ik dus deze ochtend vandaan kwam). Ik liep door het stadje naar de meest bekende touroperator die deze hike aanbiedt, maar die was dicht. Ai. Zondag hè. Onderweg kwam ik een lunchtentje tegen die open was. Daar lunchte ik. In de overdekte binnentuin. Er was een Guatemalees gezin (vader, moeder, zoon van 20+) dat steeds naar me keek. Oké, ik weet dat ik raar en vreemd ben hier, maar er zijn grenzen, Guatemaleesjes! Na m’n lunch liep ik naar een hostel die ook een travelagency had. Ik liep daar naar binnen, naar de receptie, en zei “hola!”. De chick van de receptie begon eerst nog even een gesprek met haar collega over niks, dus ik zei nog maar een keer “hola”. Toen het gesprek klaar was, keek ze me vragend aan, maar zei nog steeds niks. Uhm mag ik? Ik begon met een “hello” en vroeg of zij de hike ook aanboden. Ze belde even. Nee. Oké. Gelukkig ook maar, want ik gunde het ze ook niet. Ik liep over het centrale plein terug naar het hostel. Op dat plein merkte ik weer verschil tussen de ene en de andere ‘hola’. Waar mensen mij deze ochtend gewoon vriendelijk begroetten met een “hoi, wees welkom, wat leuk dat je hier bent toerist ‘hola’”, waren er nu weer van die mannentjes die zo’n geile “hola” naar m’n hoofd slingerden en me ongegeneerd nakeken. Ik voel dat en kijk dan ook altijd om, inclusief geïrriteerde blik. Normaal gesproken zou je je dan betrapt voelen en wegkijken toch? Nee, hier niet. Terug bij m’n hostel bedacht ik me dat ik de hike ook online kon boeken. “Sold out”. Noooo. Shit. Ik keek wat rond op andere websites, maar het leek erop alsof deze agency deze hike als enige aanbood. Ik vroeg bij de receptie nog naar wat touragencies. De jongen vertelde mij dat hier vlakbij eentje zat, die waarschijnlijk ook wel open was. Ik ging erheen. Dicht. Daarboven zat wel een cafétje ofzo, waar ik aan de jongen vroeg of hij misschien wist of de agency die trek aanbiedt. Hij vertelde dat ze inderdaad shuttle busjes hadden naar Lake Atitlán. Nee, ik wilde niet met de bus, ik wilde lopen! Hij sloeg bijna steil achterover. Lopen? Nee, dat kan niet. Jawel, zei ik. Hij geloofde me niet, haha. Oké. Ik liep weer naar het hostel en vertelde dat de agency niet open was. Het vrouwtje van de receptie belde nog met een andere agency en ik appte er nog een. Het antwoord was: zodra er 2 of meer gegadigden zijn, doen we de trek. Maar goed, ik was alleen, dus moest op zoek naar een mede hiker. Ik ging boven zitten, in de zon, op een bankje en keek nog wat tv-programma’s terug. Aan het eind van de middag maakte ik kennis met mijn Chinese (maar vloeiend Duits sprekende) en Duitse dormgenoten. De Duitse, Nicole, wilde de dag erna naar de hot springs. Ik wilde op zich wel mee, maar wilde eigenlijk eerst nog langs wat tour agencies. Oh pfim, ze zou met een andere Duitse uit het hostel gaan, maar ze waren toch niet van plan heel vroeg te gaan. Oké mooi. Zodra de zon weer onder was, was het weer koud. Ik nam een warme douche waarna ik weer redelijk opgewarmd was. Oeh het was echt zo koud. Ik deed heel wat lagen kleren aan, nam nog een kopje thee en dook m’n bed in. Het matras was zo dun, dan ik praktisch op de lattenbodem lag. Ook het kussen was veel te dun, dus ik pakte die van m’n bed erboven. Ondanks dit draaide ik echt een prima nacht en zat ik de volgende dag weer vroeg aan het ontbijt. Na het ontbijt zag ik Nicole met de andere Duitse chick zitten. Ik zei dat ik even naar die tour agency ging om te kijken of ze misschien nog plek hadden voor één persoontje. Ik verwachtte niet later dan 10:00 uur terug te zijn. Nee, dat vonden ze te laat. Ze waren eigenlijk van plan om uiterlijk 9:30 uur te gaan. Oké, zelf weten. Ik liep naar de desbetreffende tour agency en vroeg of ze nog plek hadden. Ze zeiden dat de groep uit 12 bestond, maar ach, 13 was ook niet zo’n probleem. Niceeee!!! Chill, ik moest die avond terug komen voor een briefing. Daarna liep ik terug naar het hostel. Daar zag ik Nicole weer en vroeg of ik nog mee kon. Zeker. Ze stelde me aan de andere Duitse voor, Jana. Jeetje, in al die maanden ben ik nog niet zulke sufkutten tegen gekomen. Slap handje geven, lekkere praktische kleding aan, wenkbrauwen niet bijgehouden. We liepen naar het desbetreffende punt van waar chickenbussen vertrokken naar Zunil. Ik had echt zo geen praat met die meiden. In Zunil namen we een tuktuk naar de hot springs. Om in te kunnen stappen, haalde de chauffeur de deur van de tuktuk uit het frame en zette het terug toen we met z’n drieën opgepropt in de tuktuk zaten. We reden in zo’n 20 minuten de berg op, naar de hot springs. Daar aangekomen wilden de meiden geen kluisje huren voor nog geen €2,- per stuk. Nou, mijn spullen zijn me meer waard dan dat, dus ik nam wel een kluisje. Ik liep de hot spring in. Het was een heel groot bad. Het was niet heel druk, gelukkig. We waren wel een van de weinige toeristen. Het water was echter niet echt ‘hot’. Op sommige plekken wel, soms. En dat kwam niet doordat iemand erin zat te pissen. Dat is natoer. Dat water wordt warm door de vulkaan die eronder zit. De beste spot in het bad was tegen de stenen aan, waar druppels water naar beneden kwamen. Daar was het echt warm. Op een gegeven moment had ik die spot bemachtigd. Het was wel even chill, maar op een gegeven moment hoorde ik steeds een constante kreun naast me. Ik keek die kerel eens raar aan, maar het hield niet op. Nou, laat maar. Ik hield het voor gezien en ging d’r uit, terwijl de sufkutten met een ouder Guatemalees stel aan het praten waren. Er zat ook een hele dikke vrouw in het bad. Het was echt niet normaal. Ze kon de ene voet bijna niet voor (of eigenlijk naast) de andere krijgen. Toen ik het bad uit liep, had ik het zo koud! Niet te doen! De bewolking was namelijk in de bergen gekomen. Ik droogde me snel af, deed m’n kleren aan en nam een chocomel in het restaurantje.

Ik heb geen tijd meer om het laatste gedeelte af te typen, want ik ga nu beginnen aan de 3-daagse hike. Wordt vervolgd!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Guatemala, Quetzaltenango

Midden- en Zuid-Amerika

Midden- en Zuid-Amerika

Recente Reisverslagen:

19 November 2019

Wij gingen naar Ghana!

13 Februari 2019

Ik bin bang!!

09 Februari 2019

Te vroeg gepiekt

01 Februari 2019

Wachten en verplaatsen

26 Januari 2019

Ik kan geen vulkaan meer zien ;)
Erna

Actief sinds 09 Sept. 2018
Verslag gelezen: 177
Totaal aantal bezoekers 10049

Voorgaande reizen:

11 September 2018 - 13 Februari 2019

Midden- en Zuid-Amerika

Landen bezocht: