De klaplong - Reisverslag uit Tulum, Mexico van Erna Jonkman - WaarBenJij.nu De klaplong - Reisverslag uit Tulum, Mexico van Erna Jonkman - WaarBenJij.nu

De klaplong

Door: Erna

Blijf op de hoogte en volg Erna

27 December 2018 | Mexico, Tulum

Merida:
Ik sliep al vroeg, en werd de volgende ochtend ook weer vroeg wakker. Ik wilde douchen, en zag dat de douchekop zo’n hele grote regendouche is. Chill. Maar toen ik eronder stond, bleek de waterdruk heel laag te zijn. Ik moest bijna heen en weer springen om wat water te vangen. Na de douche liep ik met al m’n spullen weer naar de dorm, en haalde nog een keer mijn slaapshirt door m’n haar om het nog wat droger te maken. Daarna hing ik m’n handdoek en t-shirt uit enzo, maar dacht: shiiiit, waar is mijn ondergoed dat ik uit heb gedaan? Ik dacht: misschien ben ik het verloren en ligt het nog in de douche of op de gang. Ik liep weer richting de douche en kwam een jongen tegen die ‘hi’ zei en wat raar naar m’n haar keek. Ja, ik had snel een knot op m’n hoofd gedaan. Toen ik hem gepasseerd was, deed ik toch m’n haar maar even los, en voelde tot mijn grote schrik dat mijn ondergoed om m’n knot heen zat! Hahahah. Hierna schoof ik aan in de keuken/ontbijtzaaltje voor ontbijt. Bij het buffet vroeg een oude, Amerikaanse man zo uit het niets aan mij waar ik vandaan kom. Ik zag deze man gisteren al zitten, hoorde ‘m praten en dacht gelijk: dit is weer zo’n typische Amerikaan. Dus ik antwoordde nu op zijn vraag met “Holland”, waarop hij zei dat ‘ie dat had kunnen weten omdat ik lang en blond ben. Ik knikte, pakte fruit en een pannenkoek en ging aan de lange tafel zitten. Gelukkig ging er een vrouw van een jaar of 55 uit Frankrijk naast hem zitten. Kon hij mooi tegen haar aan praten, en dat deed hij ook. Even later schoof Julie aan, een meid uit mijn dorm waar ik gisteren al even mee praatte. Ze zei dat ze vandaag naar Uxmal ging, naar wat Maya ruïnes. Ik vroeg of ik mee mocht. Ja! Oké. Mooi. We zaten nog even aan de ontbijttafel, met oa de Amerikaanse jongen die zag dat ik ondergoed in m’n haar had. De Franse vrouw mengde zich ook in het gesprek toen we het hadden over waar we allemaal geweest zijn en hoe lang we aan het reizen zijn. Julie was onder andere 10 dagen met haar vader op Galapagos geweest en ik vertelde dat ik 5 maanden reis in totaal. De Franse vrouw zei dat ze het raar vond dat ze zo veel reizigers heeft ontmoet die “on a budget” reizen, maar die dan wél naar Galapagos gaan. Ze zei dat vaak de ouders van deze mensen meebetalen aan hun reis en ook dat zij vroeger niet 5 maanden kon reizen, omdat haar ouders toen niet mee betaalden. Ik zei geïrriteerd dat ik “worked my ass off” de afgelopen anderhalf jaar, naast mijn studie, en dat mijn ouders hier echt niet aan mee betalen. Ook Julie zei iets van: mijn vader wilde samen met mij een mooie trip maken, en ik was in Zuid-Amerika, dus, ja, toen werd het Galapagos. Wat een dom wijf. De oudere Amerikaan vroeg waar ze haar ring vandaan had ofzo en wat voor kleur het was, waarop ik zei: “did your parents pay for that?”. Ze zei niks, en ik kreeg een lach en een duimpje van Julie en de Amerikaanse jongen. Later deed ze nog wat provocerende uitspraken over Duitsers en Nederlanders, dat we kille en koude mensen zijn ofzo, terwijl ze wist dat ik uit Nederland kom. Ik ging er niet op in. Het was gewoon te dom voor woorden. Haar geloofwaardigheid nam helemaal af toen ze zei dat er uitzonderingen zijn, omdat haar man namelijk een Duitser is. Jonge, jonge, jonge. Het deed me denken aan Hitler en z’n vrouw Eva, die ook Joods was. Zij was vast ook die uitzondering. Nou, na dit enerverende ontbijt hing ik nog wat rond in de keuken. Julie en ik gingen naar de ruïnes, maar de bus ging pas om 10:40 en het was een kwartiertje lopen naar het busstation. De oude Amarikaan begon tegen me aan te lullen over Guatemala, dat het zo geweldig was. Hij had bij Lake Atitlán gewoond en vertelde dat het meer het mooiste was wat hij ooit had gezien. Hij maakte er twee jaar lang de beste wijn, van blackberries.. hmm oké. Ik zou wijn van druiven maken, maar goed. Iedereen kende hem daar ook rondom het meer, en toen hij een paar jaar geleden terug ging herkenden ze hem allemaal nog, en zwaaiden ze allemaal naar hem. Hij vertelde nog wat sterke verhalen over mensen die dood waren geschoten ofzo. Gezellig. Ik was al heel snel klaar met z’n verhalen. Hij was echt een echte Amerikaan: alles overdrijven, niet luisteren, alles weten.. Om 10:00 uur zei Julie dat ze nog even lunch ging halen bij de supermarkt. Pfim. Om 10:24 was ze nog steeds niet terug in het hostel. Huuu, waar was ze? Ik liep naar beneden en wachtte op de stoep. Daar kwam ze aan rennen, met lege handen. De kassa waar ze voor stond deed het niet. Dus het duurde allemaal veel langer dan verwacht, en uiteindelijk was ze zonder iets te kopen de supermarkt uitgerend. We liepen snel naar het busstation. Met nog 2 minuten over, waren we nog op tijd, dachten we. Totdat we de rij voor de ticketverkoop zagen. Er stonden zo’n 12 mensen voor ons, en er was maar een loket open. We stonden een kwartier in de rij, en toen we aan de beurt waren, zei de vrouw dat de volgende bus om 12:00 uur ging. Oké, bale kale, maar het was niet anders. We kochten de ticket en liepen naar buiten. Julie wilde nu wel lunchen en we namen plaats bij een streetfood tentje waar ze twee taco’s at. Daarna liepen we nog wat rond, want ik wilde een banaan hebben. Bij een restaurantje/winkeltje zag ik één liggen en kocht ‘m, waarna Julie daar nog een koffie dronk. Daarna was het tijd om weer naar het busstation te gaan. De buschauffeur scande de tickets en typte daarna nog een nummer over in zijn scherm. Dit deed hij bij de tickets van alle passagiers. Wat een wurk. 15 minuten later dan gepland vertrok onze bus. Na anderhalf uur rijden door een bosachtige omgeving, kwamen we aan bij de ruïnes. Ik moet eerlijk zeggen dat ik onder de indruk was van die maya ruïnes. Het waren een soort van supergrote piramides. We beklommen de grootste twee, vanwaar we een heel mooi uitzicht hadden over de bossen en het hele ruïne complex, en liepen wat rond. We zagen ook nog twee leguanen lopen. Na anderhalf uur hadden we alles gezien en liepen we terug naar de in-/uitgang. We hoorden al dat het nemen van de bus terug enige problemen op kon leveren, omdat er niet zoveel bussen reden, en deze meestal al halfvol zaten. Toen we bij de halte aankwamen, zagen we heel veel mensen staan. We zagen zelfs de mensen staan die we tegenkwamen toen wij het park in liepen. Oh. We vroegen waar we een ticket konden kopen, maar een mannetje zei dat we gewoon tussen die mensen moesten staan en in de bus een ticket moesten kopen. Toen we net bij die horde mensen gingen staan, kwam de bus aangereden. Hij stopte vlak voor ons neus en we konden dus als een van de eersten instappen. Julie voelde zich er niet comfortabel bij. Ach, you win some, you loose some. Volgende keer staan wij weer ergens twee uren te wachten. Na een kleine anderhalf uur waren we weer terug in Merida en liepen via een supermarkt, waar we wat biertjes kochten, terug naar het hostel. De supermarkt was een kopie van de 7-eleven, waar je ook kunt eten. Gezellig, eten in de supermarkt. Terwijl Julie haar eigen eten klaarmaakte, ging ik naar het centrale plein om wat te eten. Ik nam een Sol biertje en Fajita’s. Het was echt heel lekker. Toen ik het eten op had, kwam een hele dikke Mexicaan naast me zitten. Hij was de zoon van de eigenaar van het restaurant en vertelde van alles over Mexico en Merida. Hij was ook in Nederland geweest. Hij stelde steeds vragen en beantwoordde die zelf: “Where i’ve been in The Netherlands? Well, in Rotterdam, Volendam and Delft. Why i’ve been there? Well, ....” hahag. Mooi gesprek. Hij probeerde me nog de allerbeste sigaren aan te smeren, maar ik zei dat ik niet rookte. Nee, maar dit was anders en dit was iets voor speciale gelegenheden. Een paar dagen geleden had een vrouw zes sigaren van hem gekocht, voor kerst en oud&nieuw. Nou, mooi voor haar. Hij schudde me de hand en bedankte me voor het gesprek. Ja, insgelijks. Ik stond op en liep nog wat over het plein. Er kwam een man (Mexicaan) naast me lopen en vroeg waar ik vandaan kom. Toen ik Holanda zei, zei hij: “hartstikke mooi”, hahah. Hij vertelde dat hij hier voor het “stadhuis” (zei hij letterlijk) werkt. Ik vroeg waar hij was geweest in Nederland. Hij was er nog nooit geweest, maar sprak gewoon vaak mensen hier op straat aan en kende zodoende wat Nederlandse woorden. Hij vroeg waar ik heen moest, en liep met me mee naar m’n hostel. Lief. Ik hou echt van Mexico. De mensen zijn echt zo aardig. Toen ik terug was in het hostel, ging ik bij Julie aan de tafel zitten en namen we een biertje. Er zaten ook nog andere mensen aan de tafel: Flor uit Spanje (maar met Aziatisch uiterlijk). Zij was echt zo gek als een deur. Echt een aparte. Ook wel een beetje aandachtsgeil. Ook was er een Amerikaanse chick met hele droge humor, nog een Julie uit Frankrijk, ginger Tom uit Engeland en Riku uit Japan. We besloten met z’n allen “never have I ever” te spelen, en daarna gingen we “kingsen”. Tussendoor haalden we nog wat bier bij de supermarkt. Een regel met kingsen was dat kaart 5 betekende dat je als een salamander op de grond moest liggen of tegen een muur aan moest staan. Steeds als die kaart gepakt werd en we allemaal zo snel mogelijk in die houding gingen staan, viel de stoel van die Amerikaanse chick met droge humor op de grond. Het waren van die grote, logge, houten stoelen, dus het was steeds een flinke klap. De jongen van de receptie kwam steeds een kijkje nemen als dat gebeurde, raapte steeds weer wat blokjes hout van de grond (die van die stoel af kwamen) en zei dat we het iets kalmer aan moesten doen. Er zat ook een wat oudere man met lang haar aan het einde van de tafel. Volgens mij ergerde hij zich groen en geel aan ons. Om 22:30 uur was de receptionist klaar met werken en nam ons mee naar een bar. Ik nam een mojito en praatte met de Japanner, die in Amerika studeert en vroeger ook in Duitsland heeft gewoond. Hij legde me iets uit over het Japans. Omg, dat is dus nog erger dan het Chinees (Mandarijn) omdat ze drie “alfabetten” hebben/gebruiken: een Japanse, een buitenlandse en het Mandarijnse “alfabet”. In totaal hebben ze meer dan een miljoen tekens en hij zei dat er nog steeds tekens zijn die hij niet kent. Ik krijg nu nog meer respect voor autistische Kees (van “Het beste voor Kees”), die zichzelf Japans aanleert. Na een paar drankjes had iedereen genoeg moed verzameld om een dansje te wagen bij het podium met live salsa muziek. Toen Julie en Riku zeiden dat ze weg gingen, rekende ik ook snel af en liep met hen mee terug naar het hostel. Om 1:00 uur lag ik in het mandje. De volgende dag was ik weer vroeg wakker, praatte ik met een Italiaan tijdens het ontbijt en ging ik naar de tourist information. Daar startte de walking tour. De groep bestond uit zo’n 40 mensen.. Serieus? De gids vertelde alles in het Spaans en Engels. Het duurde een eeuwigheid. We liepen eerst een rondje door het stadhuis, en daarna legde hij wat dingen uit op het plein, over een paar gebouwen daar. Ik praatte met een stel uit Amsterdam. Ze waren hier op vakantie. Toen we op het plein stonden te luisteren en te switten, en ik nog maar weinig had verstaan van de gids, besloot ik weg te gaan. Ik zei het Nederlandse stel gedag en liep nog een klein rondje door de stad, op zoek naar een nieuwe zonnebril. Die vond ik bij een soort van H&M. Voor €4,-. Net raar jilt. Daarna ging ik met Julie naar een paar cenotes. Dat zijn vijvers in een (open) grot ofzo. Ik weet niet hoe ik het anders uit moet leggen. Ik zou zeggen: google het. We namen een collectivo naar een paar dorpen verderop. De beenruimte was (niet overdreven) zo’n 15 cm, dus ik was blij dat ik aan het gangpad zat. Na zo’n anderhalf uur rijden, stapten we uit en liepen we naar de eerste cenote. Door een gat in de grond, van ongeveer 5 meter doorsnee, keken we zo de cenote in. Het enige wat we echter zagen, waren heel veel mensen in zwemvesten. Nah, op naar de volgende. Er liep een man met ons mee naar de volgende cenote. Hij wilde ons overal heenbrengen voor een mooi prijsje. Nee, bedankt. Hij hield maar niet op met praten ook. Zo irritant. De tweede cenote lag op een resort. Er stond een grote toeristenbus naast. Nah. Daar hadden we ook geen zin in. We liepen naar de derde. Dat was een cenote in een dichte grot. We betaalden de entree en liepen de grot in. Het was echt supergroot! Al snel moesten we door water lopen om verder in de grot te kunnen en bij de daadwerkelijke cenote te komen. Ik haakte af. Die kerel zei dat er vissen in zwommen. Ik ging terug naar boven. Julie ging mee en vroeg het vrouwtje of die met haar mee verder die grot in wilde, want ze ging liever niet alleen. Terwijl ik buiten op een steen zat, gingen Julie en het vrouwtje terug de grot in. De eigenaar van de cenote begon tegen me aan te praten. Over dat hij vroeger in een restaurant werkte, en altijd dronk tijdens werktijd. Ah leuk. Er kwamen ook nog drie toeristen aanrijden in een auto. Ik praatte even met hen. Ze kwamen uit Tsjechië. Na drie kwartier kwam Julie weer boven de grond. Ze waren echt heel ver de grot in gegaan en waren uiteindelijk uitgekomen bij de cenote. Ah mooi. Nou, vamos. We moesten weer terug naar het hostel, omdat Julie de salsa les om 17:00 uur wilde doen. We liepen naar het park van waar de collectivos naar Merida vertrokken. Er kwam ons een tegemoet rijden waar we zo in konden stappen. Ha, weer een gelukje, net als gisteren. Rond 16:30 uur waren we terug in Merida en we verrekten van de honger. Bij het eerste de beste eettentje haalden we een broodje met kip. Julie liep door naar het hostel, en ik ging even langs de supermarkt. Ik liep weer langs die “H&M” en ging even “gnuuven”. Ik zag een heel leuk jumpsuit en een leuk jasje hangen en wilde dat gaan passen. Er stonden welgeteld 38 mensen voor me in de rij van de pashokjes. ‘T is dat ik toch niks te doen had, maar anders had ik rechtsomkeert gemaakt. Na een halfuur wachten kon ik dan eindelijk passen, nadat het meisje van de paskamer de luchtverfrisser nog door mijn hokje haalde. Bedankt. Had niet gehoeven. Ik rekende de jumpsuit en het jasje af (€24,-), ging naar de supermarkt en daarna terug naar het hostel. Ik chillde nog wat met Tom en Julie en Flor had zich helemaal verknocht aan een net aangekomen Amerikaan. Dat mens spoort echt lang niet. Toen ik wilde gaan slapen was er een Fransman in onze dorm die tegen me begon te praten. Hij kon echt bijna geen Engels, dus het gesprek verliep moeizaam. Hij zei dingen als “i was wenting to ...”. Om 22:00 uur ging ik slapen. ‘T was me allemaal wel boale. Die nacht werd ik wakker van gesnurk. Neeee, niet weer. Na een halfuur hield het op en kon ik verder slapen. De volgende ochtend pakte ik m’n spullen in, nam ontbijt aan de lange tafel (ik ging ver weg zitten van die oude Amerikaan en die domme Franse vrouw), praatte weer met die Italiaan en later schoven ook Julie, Flor, Adam en James aan. Het was oprecht gezellig zo met z’n allen, maar ik moest echt weg. De jongen van de receptie vertelde me dat er een bus van Merida gelijk naar Chiquila ging. Nice. Die moest ik hebben. De rit zou zo’n 5 uren duren, zei hij, en de eerstvolgende bus ging om 10:15 uur. Pfim. Met m’n hele hebben en houden liep ik naar het busstation, waar ik de bus naar Chiquila pakte. Na twee uren rijden waren we zo’n 40 km verwijderd van Merida. We reden namelijk binnendoor, langs al die kleine dorpjes. In totaal moesten we 313 km afleggen. Dat gingen we sowieso niet halen in vijf uren. Er lag op een gegeven moment een oude man heel hard te snurken, voorin de bus. Het was echt niet te doen. Eerst was het nog grappig. De man die naast mij zat moest ook lachen. Maar opt leatst wie dr niks meer an. Ook was er een oud vrouwtje die zich heftig verslikte in een maiskolf. Later werd mij ook een maiskolf aangeboden. Nee dank. Wel lief. Iets voor 18:00 uur, na bijna 8 uren rijden, kwamen we aan in Chiquila. Hier nam ik de boot naar Isla Holbox. Ik liep de pier op, naar de ticketverkoop. Ik zag dat de tickets 150 pesos kostten. Op de pier werd ik aangesproken door een jongen die me ook boottickets wilde verkopen, maar dan voor 80 pesos. Hu, oké?! Doe maar. Ik kocht de ticket, gaf m’n tas af en stapte de boot op. Vijf minuten later vaarden we weg. Het was een kalm boottochtje van twintig minuten. Tijdens die twintig minuten zag ik een van de mooiste zonsondergangen ooit. De wolken kleurden helemaal roze en oranje.

Isla Holbox:
Aangekomen op Isla Holbox pakte ik m’n tas aan. Gatver, die had op het dek gelegen en was helemaal nat. Onderweg naar het hostel/camping, kocht ik nog twee biertjes. De weg was overal onverhard, en soms zelfs heel blubberig. Ik checkte in bij het hostel/camping. Ik slaap hier 4 nachten in een hangmat. De meeste hangmatten zijn best chill, maar deze niet. Het is gewoon een net die tussen twee bomen is gespannen. Wel chill dat er een mosquito net omheen hangt. De grond is van zand. Overal hier op het eiland. Dus m’n backpacks zaten in een mum van tijd ook onder het zand. Ook is het heel vochtig hier. Dus alles voelt klam aan. Na het inchecken maakte ik m’n laatste tortilla’s met kaas warm en at die op. De jongen van de receptie zei dat ik wel steeds de deur van de keuken goed dicht moest doen, anders kwamen er racoons binnen. Omg, racoons?!?! Aaash vet. Hij zei dat ik ze sowieso wel ging zien. En inderdaad, toen ik later met een biertje in m’n hangmat chillde, zag ik er al een lopen. Cooooolll! Later deed ik een poging tot slapen, maar werd meerdere malen gewekt door die wasberen die aan m’n spullen zaten. Ik zette uiteindelijk m’n spullen maar bij me onder het mosquito net. Later die nacht werd ik nog een paar keer wakker van die wasberen. Ze maken namelijk een heel raar geluidje. Ook werd ik wakker van m’n oncomfortabele houding. Oeh. De volgende ochtend was ik gebroken. Ik stond op om een uur of 8 en nam ontbijt op het pleintje van het hostel/camping. Daarna liep ik even over het strand het dorpje in. Gatver wat een bende hier. Het hele strand lag bezaaid met aangespoelde, zwarte meuk uit de zee (zeewier achtig spul). Ook het water was niet bepaald helder ofzo. Het strand bestond uit allemaal strandbedden die bij resorts hoorden, waarvoor je €15,- moest betalen als je er de hele dag op wilde liggen.. hmm.. Ik liep het dorpje in, haalde wat spullen bij de supermarkt en ging terug naar het hostel. Daar hing ik wat om en vroeg aan de jongen achter de receptie waar een chill strand was. Hij vertelde me een aantal plekken: een zandbank, maar om daar te komen moest je wel tot je middel door het water lopen. Nee bedankt. Verder vertelde hij over een “geheim” strand, maar ook daarvoor moest je door water lopen. Nee bedankt. Ik besloot maar gewoon te gaan lopen, op zoek naar een chill strand. Ik liep de andere kant op dan waar ik die ochtend heen liep, en kwam al snel bij een “oké” strand uit. Er lag nog steeds een hoop zeewier, maar goed. Ik ging er liggen, maar werd al snel gezandstraald. Bah. M’n hele rechter arm, been en rechterkant van m’n gezicht zaten onder het zand. Ik stond op, pakte m’n spullen weer in en liep verder. Gatver, het strand werd er alleen maar goorder op en op een gegeven moment stonk het zeewier ook ontzettend naar rotte eieren. Bah, bah, bah. Ik liep verder en verder, maar het werd er allemaal niet echt beter op. Op een gegeven moment liep ik langs een strand waar veel mensen aan het kitesurfen waren. Ik aanschouwde het tafereel en liep weer verder en zag nog twee zwarte leguanen lopen. Ik kon niet verder lopen over het strand, dus liep over het pad daarachter. De paden lagen echter helemaal vol met water. Na een tijdje vond ik het wel heilig, en draaide om. Ik had geen zin om tot m’n middel door het water te lopen. Ik liep terug naar het eerste strand en ging daar achter een duintje liggen, in de hoop dat ik daar niet zo’n last had van het opstuivende zand. Toen ik daar 10 minuutjes lag, begon het te druppen.. gdvr.. Ik liep terug naar het hostel en chillde in m’n hangmat. Nadat het buitje overgetrokken was, ging ik naar het centrum waar ik in een café’tje een limo dronk, en daarna pannenkoekenmix kocht en pannenkoeken bakte in het hostel. Ik was de hele dag op zoek geweest naar m’n draai, maar kon ‘m niet vinden. En zelfs het bakken van pannenkoeken ging kut door die rot pannen. Toen ik m’n “gescrambelde” pannenkoeken op at, en ik bedacht dat ze wel goed smaakten, besefte ik dat dat het hoogtepuntje was van m’n dag. Ha, wat “sad”. Daarna ging ik weer even liggen in m’n hangmat, want ik was kapot, en daarna nam ik een warme (! Nog een hoogtepuntje) douche. Ik zat nog even op het pleintje en deed m’n best een boek te lezen, maar toen het donker werd, was dat ook geen mogelijkheid meer. Ik ging maar naar m’n hangmat, maar oh wat was het koud, wat waaide het hard en wat maakte ik daardoor weer een beroerde nacht. Halverwege de nacht trok ik m’n lakenzak uit m’n tas. Later legde ik m’n leren jackje over me heen. Zo nu en dan had ik het mosquito net weer in m’n gezicht. Nee, warm en comfortabel was anders. Rond 9:00 uur rolde ik m’n hangmat uit en wilde ik naar de wc, maar ik kon niet over het gewone pad lopen. De halve camping stond blank! Omg wat was ik blij dat mijn plek nog droog was. Ik keek op straat en ook die stond helemaal blank. Tijdens het ontbijt vroeg ik wat er was gebeurd. Felipe, die hier werkt, zei dat de wind het water uit de zee het land op geduwd had. Oké, heftig. Nee, dat gebeurde wel vaker. Oké. Tijdens het ontbijt schoof José Luis aan: een Mexicaan van 36 die hier op het eiland werkt. Hij vroeg wat ik vandaag ging doen. Uhm geen idee. Misschien naar punta coco?! Hij zei dat hij wel met me daarheen wilde lopen. Oké pfim. Tien minuten later stond ik paraat en liepen we naar punta coco. We liepen over de blubberpaden naar het strand, waar het echt ongelofelijk hard waaide. Ik had het maar koud in m’n jumpsuit met korte mouwen en korte broekspijpen. Het strand was nog steeds goor, en er lagen allemaal spullen verspreid over het strand die waren omgewaaid en verplaatst door de wind: borden, tafels, strandbedden.. We liepen op een gegeven moment langs een hutje waar vrienden van José Luis stonden. Hij rookte een joint met ze en ik stond er wat bij. Gezel. Daarna liepen we het dorpje in, en sprongen bij een vriend achterop de golfcard. Tien minuten later vervolgden we onze tocht bij voet. Het pad lag vol waterplassen. Soms waren die plassen zo diep dat we tot boven onze knieën in het water stonden. Dit was niks voor mij. Gatver. In dat vieze, blubberige, bruine water. Onderweg praatten we over van alles. Hij vond mij heel slim, omdat ik mijn mastersdegree heb. Ik zei dat ik slim zijn iets anders vind dan goed kunnen leren. Ik vind dat slim zijn eerder te maken heeft met tactisch denken, verbanden kunnen leggen, de gevolgen van een beslissing kunnen overzien etc. Tuurlijk heeft het met elkaar te maken, maar slim zijn is eerder iets waarmee je geboren wordt. Als ik nu na m’n hbo niet verder was gaan studeren, dan was ik toch niet minder slim geweest dan nu? Dan had ik minder kennis gehad. Hij begreep mijn denkwijze niet, en vond mij nog steeds slim. Oké, dat maakte hem in mijn ogen niet zo slim, haha. Onderweg kwamen we ook mensen in golfcards tegen. José Luis zei dat ze beter niet naar links konden gaan, omdat ze dan dichtbij het meer waren. Toen ik later vroeg wat er hier voor beesten leefden, zei hij dat in dat meer krokodillen, slangen (boa’s) en een soort van niet-giftige schorpioenen zaten. Hij vertelde verder dat als er zoveel water op het eiland zelf is, die krokodillen soms in het dorp komen, omdat hun territorium groter wordt door al die waterplassen. Omg. Ah. Het laatste stuk liepen we weer over het strand. Na in totaal een uur te hebben gelopen, kwamen we aan bij Punta Coco. Nou, mooi. Er zaten heel veel vogels en wat pelikanen op de pier, de zee was ruig en op het “strand” stonden wat oude, kapotte strandbedden enzo. Nou, prachtig. We gingen ergens zitten en José Luis vertelde dat hij econoom is, maar hij houdt ook van art. Hij vroeg me wie mijn favoriete schrijver is..?! Uhhh, Saskia Noort?! Haha, weet ik veel. Hij vroeg me ook wat mijn lievelingsmuziek is. Uhmmmm, ik antwoordde gewoon de top 40, hahaha. Hij was fan van rockmuziek. Oké, mooi. Hij was ook sjamaan trouwens. Hij zag dingen die anderen niet zien. Vooral in iemands ogen. We zagen nog een dode “cucaracha del mar” (kakkerlak van de zee) liggen. Het was een soort ronde krab van zo’n 20 cm doorsnee met een rare staart. Bah, bah. Hier op het strand waren ook weer vrienden van José Luis die de boel wat opruimden ofzo. Met hen rookte hij weer een joint en was daarna zo stoned als een garnaal. Hij vond mijn haar “magic”, omdat het zo blond was en door de zon verschillende tinten blond was. Ja, nou, mooi. We liepen terug naar het dorp. Deze keer kozen we een beter pad, en liepen we maar tot onze schenen door het water. In het dorp aangekomen dronken we een biertje op het bankje van de supermarkt. José Luis had twee grote dromen in z’n leven: hij wilde in een koud land wonen om daar te leren overleven, bijvoorbeeld Zweden, én hij wilde samen zijn, “and not particularly because of you”, met een blonde vrouw met blauwe ogen. Oké.. Ook vertelde hij terloops dat hij intelligentie heel belangrijk vond bij een vrouw. Toen we terug liepen naar het hostel vroeg hij of we vanavond nog wat gingen drinken. Ik sloeg zijn nummer op, en zou hem appen, al wetende dat dat niet kon vanwege de niet-werkende wifi in het hostel. Ik liep terug naar het dorp, waar ik bij een leuk tentje koffie dronk en lunchte. Zo nu en dan brak de zon even door, en in het dorp zelf waaide het niet hard, maar het strand was echt een no-go deze dag. Er kwam een chick bij mij aan tafel zitten; Tilly. Ze kwam oorspronkelijk uit Engeland, maar woonde al een tijdje in Canada. Ik had haar gezien bij Punta Coco en vroeg wat ze van het eiland vond. Ze was drie dagen geleden aangekomen, vanuit Canada, dus ze was al lang blij dat het warmer was dan daar. Oké, fair enough. We dronken wat koffie’s en praatten een uur ofzo. We wisselden nog nummers uit en namen daarna afscheid. Ik typte nog even een stukje van m’n reisverslag, haalde pannenkoekenbeslag bij de supermarkt (wat moest ik anders met mijn melk?!), nam een douche in het hostel, bakte pannenkoeken en ging op het pleintje zitten. Ik praatte wat met Felipe, die hier werkt. Hij komt uit Mexico. Hu?! Hij ziet er eerder Spaans uit ofzo. José Luis ziet er echt uit als een Mexicaan: donkere huid, grote neus, van dat zwarte, stugge haar.. maar Felipe, met z’n witte huid en gewone, donkere haar.. Hij lijkt trouwens ontzettend veel op Jeroen de Haas. Zijn gezicht dan. Gewoon eng, Toen Felipe op zoek ging naar een nieuwe plek voor z’n tent, praatte ik met Anna, aan de andere tafel. Ze kwam uit Duitsland. Ook Rafa uit Switserland sloot later aan, en zo nu en dan joinde Hugo ook de club. Hugo is ook een typische Mexicaan: klein, iellig, donkere huid, pikzwart haar, zo’n krulsnor, haha. Mantsje. Hij heeft een tattoo en piercing shop, en zet zelf piercings. Ik liet hem mijn piercing in mijn oorschelp zien. Die heb ik eind juli laten zetten, en ik heb er zo nu en dan nog steeds last van. Hij keek ernaar en zij: “this is bad work” hahsha jaaa, dat dacht ik inmiddels al. Ik vertelde dat ik het bij de juwelier had gedaan en dat ze het hadden geschoten, ipv gepierced. “Very, very bad”. Hahah jaaa dat dacht ik al. Hij zou me morgen wel even een goed oorknopje geven. Oki. Terwijl we een biertje open trokken, liepen er zo nu en dan wat wasberen om ons heen. Oooh zo schattig. Hugo zei dat ik ze kon voeren met de havermout die ik bij me had. Cool. Ik deed wat havermout in m’n hand en de wasbeer graaide het van m’n handpalm af, hahsh. Zooo schattig. Omdat de havermout heel fijn was, kon de wasbeer het niet goed pakken. Ik zei dat ik morgen wel even brood ging halen, en vroeg of ze dat lustten. Hugo zei dat je ze van alles kunt voeren. Dat ze ook dol zijn op chips. Hahah ja dat zal wel, maar dat is lang niet goed voor die beesten. Ah, jawel, zei Hugo. “They really like it”. Haha. Later zat er al zo’n beest op de kop in de prullenbak om de laatste stukjes doritos chips uit de zak te halen. We voerden ze die. Haha. Oh dat beestje bleef op z’n achterpoten staan en at met twee handen die chips op. Zo schattig. Het was super gezellig en we hadden veel lol. Om 23:00 uur gingen Hugo, Anna en Rafa naar het trouwfeest van de baas van het hostel. Vanaf 23:00 uur was iedereen welkom. Ze pushten mij ook om mee te gaan, maar ik had al heerlijk mijn kleding aan voor de nacht en was ook klaar voor de nacht. Had zo geen zin om me nog om te kleden ofzo. “Go like this, they will love it”. Hahah ja dat zal, maar ik bedank. Toen zij naar het feestje gingen, dook ik m’n hangmat in, mét fleecekleed. Ik ging weer een helse nacht tegemoet. Er was veel lawaai, een vrouw met een kutstem schreeuwde alles bij elkaar en de jongen in de hangmat naast mij snurkte als een malle. Gdvr. Ik heb alles bij elkaar gescholden, als in: “gdvr, alsof dizze kut hangmat ol net kut genog is. Hoar.dien.bek!”. Ik nam het ook op, als bewijsmateriaal. Ik was vastberaden om dit morgenochtend aan diegene te laten horen. Soms hield het gesnurk weer even op, maar het was helaas steeds maar van korte duur. Ik had het bovendien ook weer koud, hoewel de wind wel echt was gaan liggen. Toen ik ‘s nachts naar de wc ging, kwam ik Felipe tegen die nog steeds druk in de weer was met z’n tent, haha. Al lopend praatte ik tegen hem, en liep tegen wat takken op. Auw, schram op m’n hoofd, haha, kloat. De volgende dag was ik vroeg wakker. Vanwege het trouwfeest was het ontbijt vandaag pas vanaf 10:00 uur. Pff. Ik chillde in de hangmat en praatte met Alex, die hier ook werkt. Hij is ook Mexicaan, maar ziet er, net als Felipe, meer uit als een Spanjaard. Hij vertelde dat hij de Himalaya wil beklimmen. Ik zei dattie eerst maar eens moest gaan hiken in Huaraz, dattie dan wel anders zou piepen, haha. We waren echt niet hard aan het praten, en het was 9:40 uur toen we uit de dorm “ssssst” hoorden. Het deerde mij niet. Come on, het is bijna 10:00 uur. Om 10:00 uur had ik ontbijt en praatte met Anna en Rafa. We zaten in de zon. Er was geen wolkje aan de lucht. Het was zo heeeeet. Maggie (een oudere, vrij irritante Amerikaanse) kwam ook de dorm uit lopen, en ze zei dat ik haar wakker had gemaakt met mijn gepraat. Nou pfim. Jammer voor haar. Na het ontbijt ging ik nog even langs het hotel hiernaast, om een koffie te drinken, maar vooral om op hun wifi te kunnen. De wifi in ons hostel ligt er namelijk al 2 dagen uit. Anna kwam later ook, voor dezelfde reden, haha, gezel. Om 13:00 uur spoedde ik me naar het strand, want vandaag moést ik echt van de zon genieten, na twee dagen rotweer te hebben gehad. Ik liep nog even snel langs de supermarkt voor een fles water, maar liep recht op José Luis af. Hij vroeg waarom ik hem nog niet een berichtje had gestuurd. Ja, geen wifi in het hostel.. bale kale. Hij vroeg opnieuw of ik die avond wat ging drinken met hem, in Tribu. Daar was een salsa-avond vanavond. Uhmmmm joa, Julie kwam deze avond ook aan op het eiland, dus ik ging met haar wat drinken. Ik zei hem gedag en liep naar het strand. Door de harde wind en volle maan, was het strand nu volledig opgeschoond. Chill! De zee had zich teruggetrokken, waardoor het strand groter was geworden. Het was zo chill. Ik lag heerlijk op het strand de hele middag. Het water was wel ijskoud trouwens, maar dat was oké. Toen de zon in kracht afnam, rond 17:00 uur, ging ik terug naar het hostel waar ik een douche nam en m’n leukste kleding uit de kast trok. Iedereen vond m’n nieuwe, glanzende jacket super nice. En ik zelf eigenlijk ook wel. Julie zei dat ze in Tribu verbleef, en we spraken af dat ik haar daar zou meeten. Ze vertelde over de salsa-avond in de bar van het hostel. Yesss, i know.. Haha. Alex zei dat zij vanavond naar Tribu gingen, met de hele groep van het hostel. Oooh niceee. Rafa liep langs en ik vroeg hem of hij daar ook heen ging, maar hij wilde eerst eten. Ik zei dat ik eerst met Julie uiteten ging, en we daarna naar de salsa avond zouden gaan, en vroeg of hij meeging. Hij was voor, en liep met me mee het dorp in, naar Julie’s hostel. Na een kwartiertje lopen (lees: waterplassen en glibberige modderpaden ontlopen) kwamen we aan bij Julie’s hostel en gingen we uiteten bij een klein, lokaal tentje. Ik nam een “torta” wat een broodje met beleg is. Of eigenlijk, in dit geval, een broodje kipschnitsel met kaas, avocado en tomaat. Oeh nice. Rafa had een drankje bij zijn eten wat in een maatbeker zat. Zonder rietjes, of een glas. Haha luxe. Het was een sapje van een fruitsoort dat ik niet kende. Pff, nu ik dit aan het typen ben, heb ik zo’n moeite met het Nederlands, omdat ik al dagen alleen maar Engels praat. Goed, na het eten gingen we naar Tribu waar om 21:30 uur de salsa les begon. Ach, het was leuk, maar het start altijd met de basic basics, en er zijn altijd een paar van die noops die dat niet eens kunnen. Dus dat duurt dan altijd een eeuwigheid. Zo ook nu. Na een tijdje moesten we in koppels dansen. Altijd zo’n hekel aan. Maar goed. Ik danste met Rafa. Julie had het beter voor elkaar met haar Argentijnse dormmate. De bar was klein en we stonden dicht op elkaar. De jongen met wie de lerares danste, droeg een soort van Timberlands. Hij trapte daarmee twee keer op m’n voeten: één keer op m’n achillespees en een keer op de bovenkant van m’n voet. Kloat. Ik vroeg waarom hij zulke (lompe) schoenen droeg, terwijl iedereen op slippers of blote voeten danste. Hij lachte en zei nog een keer ‘sorry’. Ik zei dat het oké was, maar vroeg hem wel z’n schoenen uit te doen. Na een uurtje was de salsa les voorbij en kwam er een band spelen. Ze speelden salsa muziek, wat leuk is voor twee nummers, maar daarna niet meer. Julie en ik zaten samen met nog wat Franse vrienden van haar aan een tafeltje het hele tafereel wat te aanschouwen en dronken biertjes. Om 00:00 uur stopte de live-muziek en zag ik de mensen van mijn hostel binnendruppelen. Julie ging slapen want die was kapot. Ik sloot aan bij de mensen van mijn hostel, en praatte met Alex. Ik zag José Luis ook staan en ontweek hem continu, haha. Om 1:00 uur had ik het wel bekeken, en Alex ook wel. We besloten terug naar het hostel te lopen. Ik ging nog even plassen, maar 2 meter van de deur stond José Luis. Nog steeds ontweek ik hem en nadat ik de wc uit kwam, rende ik bijna naar de bar. Alex kwam achter me aan en vroeg waarom ik bijna de wc uit rende. Ik zei dat ik José Luis ontweek, haha. We liepen over het strand terug. Halverwege kwam er ineens een kerel uit de bosjes springen en zei heel hard “SSSSSSSSSSTTT!!!”. We vroegen wat er aan de hand was. Hij zei dat er een hele racoon familie in de struiken zat. Hahah oké. Die kerel stond helemaal strak. We moesten zo lachen. Langsaam en stil liepen we door en zei ik weer heel hard tegen Alex “SSSSSSSSSSSSTTTT!!!”, hahaha. Het was zo licht trouwens. Heel raar. Kwam door de volle maan. Terug in het hostel werd ik bij m’n hangmat weer verwelkomt door een aantal racoons. Om 8:00 uur was ik weer wakker en chillde ik in een hangmat op het pleintje. Later ging ik bij Rafa aan de tafel zitten en nam ontbijt. Pff ik was pekot. Later was Anna ook wakker en ging ik bij haar aan tafel zitten. Vandaag moest ik uitchecken, dus ik pakte m’n spullen in. Gatver, bijna alles was nog klam en goor en zat onder het zand. Toen ik klaar was met pakken, ging ik weer naar het pleintje waar ik weer bij Anna ging zitten. Later kwam Maggie er ook bij zitten. Jeetje, die vrouw was wel heftig. Ze vroeg om het wifi-wachtwoord van het hotel naast ons. Ik zei dat het “@kuka2018” was. Ze begreep me niet. Ik zei opnieuw “at” and then “kuka2018” en tekende op tafel het apenstaartje teken. Zei ze: “ooooohhhh addddd”. Nee, het is gewoon “AT”, Maggie. Anna en ik keken elkaar aan. Wtf. Later verbeterde ze Anna ook nog. Maggie moest daarna haar ontbijt afrekenen, wat 80 pesos was ofzo. Ze had 50 pesos bij haar, en vroeg Anna of Anna 30 had en of ze dat mocht lenen. Wij dachten dat ze geen cash meer had, maar Maggie zei daarop dat ze nog wel cash had, maar dat dat in haar kamer lag en ze geen zin had daarheen te lopen. Wtf. Dat was 50 meter ofzo! Ik had het nooit gedaan, maar Anna gaf haar die 30 pesos, wat €1,50 is. Het zou me niks verbazen als Anna het niet terug heeft gekregen. Terwijl Maggie iets op het bord voor de ingang van het plein tekende (deze vrouw noemt zichzelf namelijk een artist), chillden Anna en ik gewoon op het pleintje en hadden het over van alles en nog wat. Hugo liep ook langs en gaf me een nieuw knopje voor door m’n oorschelp. Tnx. Ik was van plan om naar het strand te gaan, maar het was een beetje bewolkt, dus uiteindelijk hing ik de hele dag rond bij het hostel. De hele middag chillde ik met Anna, Maggie, Alex, Tony van de receptie en Rafa. Iedereen (behalve ik) rookte wat wiet en hing rond in de hangmatten. Julie appte dat ze met een van haar Franse vrienden naar punto mosquito liep en daarna mij nog even gedag kwam zeggen in mijn hostel. Om 15:30 uur nam ik afscheid van iedereen, kreeg ik nog een armbandje van Anna, en liep ik naar de haven. Ik pakte om 16:00 uur de boot terug naar Chiquila. Ik zat boven op het dek, in de zon, en liet Holbox nu toch met pijn in het hart achter. Dat had ik een aantal dagen geleden niet gedacht. Om 17:00 uur vertrok de bus naar Valladolid. Binnen 10 minuten lag ik in diepe slaap. Na een tijdje werd ik wakker en zag ik dat we bijna in Valladolid waren. Dd buschauffeur nam een afslag richting het noorden, terwijl Valladolid ten zuiden van de hoofdweg lag. Hu?! Ik zag andere mensen ook al druk met hun maps in de weer. Na tien minuten keerde de buschauffeur om en reden we wel naar Valladolid.

Valladolid:
Ik kwam hier om 18:40 uur aan. Hu, raar. Ik had echt het idee dat we langer dan 1:40 uur onderweg waren geweest. Ik ging naar m’n hostel waar ik incheckte en waar mij werd verteld dat het hier een uur vroeger is dan op Isla Holobox. Aaaahhh oki oki. Ik liep de dorm in, waar een jongen op z’n bed zat. Ik zei “hi”, hij zei niks. Oké. Ik ging nog even naar een taco/torta tentje, liep nog een beetje door het stadje en daarna kroop ik snel m’n bed in. Het bed was echt za-lig en ik sliep tot de volgende ochtend 8:00 uur. De volgende ochtend stond ik op en zei “morning” tegen die ene guy, maar weer zei hij niets terug. Vast een local. Die hebben geen idee hoe je je in een hostel gedraagt. Ik chillde wat in de tuin van het hostel, met een jongen uit Cambodja en een local die hier werkt. Daarna skypte ik even met mem, Sven en Marjan en liep daarna het dorp in, gaf m’n vieze kleding af bij de wasserette en ging op zoek naar ontbijt. Het was een schattig stadje met veel gekleurde gebouwen. Het zag er leuk uit. Ik had niet echt veel keus qua restaurants, dus na een kwartiertje rondlopen streek ik maar neer bij een restaurantje aan het plein. Ik bestelde “hot cakes” wat Amerikaanse pannenkoeken zijn. Toen ik de eerste hap nam, bleken ze koud te zijn. Ik zei tegen de ober dat ik graag HOT cakes wilde, maar dat dezen koud waren. Hij nam ze mee en het duurde een eeuwigheid. Kerol, een minuutje in de magnetron was genoeg geweest. Na een tijdje kwam de kok de nieuwe hot cakes brengen, die wel een soort van hot waren. Ik liep daarna weer wat door het stadje en ging naar de cenote. Deze cenote was cool! Er zwommen alleen veel mensen met reddingsvesten en vissen in. Ik liep een rondje om het water en ging weer terug het dorpje in. Ik dronk ergens een goede koffie, informeerde bij het busstation over de bus naar Rio Lagartos, waar ik de dag erna heen wilde, en haalde m’n was op. Oh heerlijk, alles weer zo goed als zandvrij. En dat voor €2,-. Net raar jilt. Daarna chillde ik even in het hostel, haalde ik boodschappen bij de supermarkt, en bouwde tosti’s. Ik raakte aan de praat met Josh: een Aussie. Hij kwam net terug van Chitzen Iza: het Machu Picchu van Mexico, en ook een van de 7 wereldwonderen ofzo. Hij vond het verschrikkelijk. Veel te druk, en alles gaat in US Dollars, waar die verkopers natuurlijk dik van profiteren. En die domme Amerikanen betalen toch wel. Eerder raadde Julie het me ook al af. Mooi, hoef ik daar niet heen. Josh z’n accent was erg sterk. Hij vroeg de jongen die hier werkt: “you loik it hea?”. Hij verstond het na twee herhalingen nog niet, dus ik zei “if you like it here”. Haha. Terwijl we aan het praten waren, checkte een chick in. Ik dacht al: Nederlands. Ze liep naar ons toe en begon Nederlands tegen me te praten, hahah. Het is erg duidelijk waar ik vandaan kom. Ze heette Julie. Voor het eerst in een week tijd praatte ik weer Nederlands en dat ging voor geen meter hahah. Later ging Julie wat dingen regelen, en Josh ging even een ommetje maken. Ik praatte met nog wat Canadese chicks en typte m’n reisverslag. Later kwam Josh terug. Met bier. Ik kreeg een van hem. We gingen buiten aan de tafel zitten met de Canadese chicks en Scott (ook Australiër). De Canadese chicks hadden Mescal gekocht. Dat is een soort van tequila maar dan iets milder. Ach, het dronk wel lekker weg. Na het biertje haalden Scott en ik ook even bier en toen we terug kwamen, was Julie ook aangeschoven. Het was gezellig. Om 20:00 uur besloten we om even naar het plein te lopen, naar de kerk, waar de kerstmis bezig was. De kerk puilde uit en mensen stonden buiten. Wij stonden bij de zij-ingang en kregen nog net de laatste zegeningen mee. Daarna was de mis afgelopen en gingen we nog even naar binnen. Via het kinderkoor en de kersttal liepen we de weer kerk uit en maakten we een rondje over het plein, waar Julie en Scott een crepe wilden kopen met kaas en nutella erin. Dat is een dingetje hier. Helaas waren ze overal uitverkocht, dus het werden churros. Hè, vervelend. We liepen door naar een ander plein waar een lichtshow was. Onderweg liepen we nog even langs dezelfde drankwinkel voor wat bier. Het mannetje moest lachen en zei dat ik een wilde avond tegemoet ging. Haha. Daarna zei hij “tot morgen”, haha. Aangekomen bij het park was het heel rustig. Er stonden veel stoelen en zo nu en dan kwamen er weer wat mensen zitten, maar toen we bedachten dat de volgende show pas over 40 minuten begon, liepen we terug naar het hostel, waar we de rest van de avond zaten en onze alcohol nuttigden. Ja, het was een leuke kerstavond. Rond 1:00 uur lag ik in m’n bed, en de volgende dag had ik om 6:00 uur de wekker. Ik smeerde wat brood, en deed er ham en kaas op, hoe Nederlands, haha, en liep naar het busstation. Daar aangekomen vertelde de kerel mij dat de eerste bus niet om 7:00 uur ging, wat een andere man van het busbedrijf mij die dag ervoor had verteld, maar om 8:00 uur. Pff. Ik liep weer terug naar het hostel en kroop m’n bed weer in. Drie kwartier later liep ik opnieuw naar het busstation en pakte ik de bus om 8:00 uur naar Tizimin. Een uurtje later kwam ik daar aan en stapte ik over op een andere bus bij het busstation ernaast. Er stond een oud mannetje voor me, dus dat duurde uren, maar toen ik m’n ticket eenmaal had, zat ik ook snel in de bus en vertrokken we. Die bus was wel echt oud. Wat een bende. Maar goed, een uurtje later was ik in Rio Lagartos.

Rio Lagartos:
Ik stapte uit en er kwam meteen een kerel op een scooter naar me toe met de vraag of ik naar Las Coloradas wilde. Uhm, ja. Ik stapte bij hem achterop en we reden naar de haven. Hij vertelde me dat er 4 andere mensen waren met wie ik op de boot kon. Pfim. Terwijl hij dat aan het regelen was, praatte er een andere kerel tegen mij. Z’n Engels was niet al te best, maar ik kon eruit opmaken dat hij zei dat je er ook met de bus heen kon. Het meer waar je dan heen gaat is meer roze dan het meer waar je heen gaat met de boot. Met de boot zie je echter krokodillen, pelikanen en flamingo’s. Ja, die heb ik allemaal al gezien (luxeprobleem), dus ik wilde alleen naar het roze meer. De kerel zei dat het dan beter was om met de bus te gaan, maar toen kwam zijn “maat” weer aanlopen. Hij zei dat ik nu moest betalen en daar was de boot ook al. Ik zei dat ik misschien liever met de bus ging, omdat het meer dan mooier was. Nee, nee. Het meer wat ik nu ging zien was ook echt roze. Ik vroeg of hij het heel zeker wist. Ja. Oké, nouja, goed, gaan met die banaan dan maar. Ik stapte in de boot bij een Mexicaans gezin en we voeren naar het meer. Onderweg stopten we voor pelikanen, die heel dichtbij kwamen trouwens. Daarna gingen we een beetje de bosjes in met de boot, waar we op 1,5e meter van een krokodil waren. De “kapitein” trok de boot nog meer de bosjes in waardoor we op 1 meter afstand waren. De twee dochters, moeder en ik zeiden allemaal: “vamos!” en zaten met z’n allen aan de andere kant van het bootje. Haha. De man stond echt dichtbij de krokodil en maakte er foto’s van. Ik was blij toen we verder gingen. We kwamen aan bij een meer waar we in de verte een paar roze flamingo’s zagen. Oh, ze waren wel echt heel pink. Zo had ik ze nog niet eerder gezien. Cool. Daarna vaarden we verder en legden we aan. Toen we op de wal klommen, zagen we het roze meer. Hmmm. Hmmm. Ik weet wat roze is, en dit was niet echt roze. Ik maakte wat foto’s en daarna stapte ik weer in de boot. We stopten op een punt waar veel pelikanen waren. Ze kwamen allemaal aanvliegen en landden op onze boot. Eentje ging zelfs naast die man zitten. De man aaide hem over z’n hoofd hahah. Beste maten. Zijn dochters maakten voorin de boot selfie’s met 4 andere pelikanen, haha. Ze vroegen of ik ook zo’n foto wilde. Sure! Ik had mijn nieuwe jackje aan, dat roze met zilver glimmend is, en toen ik daar net 10 seconden zat, zat de eerste pelikanen snavel al om mijn arm heen, haha. We gingen weer verder en kwamen rond 12:00 uur weer aan bij de haven. Hoewel het meer niet echt roze was, vond ik het toch wel een coole tour. Ik dronk nog een sapje in een restaurant en ging terug naar het “busstation”, wat een klein gebouwtje was waar de bus stopte. Een Amerikaanse vrouw die hier woonde legde me precies uit waar het was toen ik wat zoekend om me heen keek. Ik kocht een ticket en de bus was er 10 minuten later al. Mooi rooit. Het overstappen verliep ook weer vlekkeloos en zodoende was ik tegen 15:00 uur alweer terug in Valladolid.

Valladolid:
Ik had inmiddels wel honger, maar ja, het was eerste kerstdag. Ik liep naar een paar cafétjes, maar echt alles was dicht. Bale. Ik ging terug naar het hostel en liep later naar het centrale plein, waar gelukkig wel een paar restaurants open waren. Ik ging ergens zitten en nam een gebraden kippetje met patat. Mooi kerstdiner. Ik kreeg nog nachochips met salsa en guacamole vooraf. Na mijn kerstdiner liep ik de markt nog even over en ging terug naar het hostel waar ik de hond van de Cambodjaan ontmoette. Het was een Pitbull van 5 maanden oud. Zo schattig! De hond was niet echt van hem, hij moest ‘m alleen vervoeren en bij iemand afleveren. Het beestje had ook geen naam, maar de Cambodjaan noemde hem
“Chihuahua” omdat hij daarop leek. Nu nog in ieder geval. Hij liet me namelijk foto’s zien van de vader van Chihuahua, en die zag er angstaanjagend uit. Marjan belde in toen ik een foto stuurde van Chihuahua op mijn schoot, dus ik skypte nog even met haar, mem en Dirk. Daarna ging ik douchen, maar toen ik schoon ondergoed uit mijn waszak wilde pakken, vond ik een kanten onderbroek en een wit hemd waarvan ik zeker weet dat het niet van mij was. Ik checkte de rest van m’n spullen in de plastic zak en zag dat ik alleen de waszak zelf mistte. You win some, you loose some. Prima. Mooi dat ik er weer een onderbroek bij had. Na de douche ging nog even bij de mensen van m’n hostel zitten. Ze waren allemaal, behalve Scott, vandaag aangekomen. Hanna, een Duitse, wilde de dag erna een fiets huren en naar cenotes gaan. Oh, dat klonk wel leuk. Ik zei dat ik haar wel wilde joinen. De mensen van m’n hostel gingen allemaal uiteten, maar ik zat nog steeds vol en kroop mijn bed in. Het was 20:00 uur, haha. Ik viel gelijk in slaap want was zo moe. De volgende ochtend was ik om 7:00 uur wakker, bakte m’n havermoutpapje op, kleedde me om, sprayde mezelf helemaal in met mosquito spray (want ik zat inmiddels onder de muggenbulten) en ging daarna met Hanna op zoek naar een fiets. We liepen door het dorp, maar alle fietsenverhuur companies waren dicht. We waren vlakbij de cenote waar ik twee dagen geleden al was en wierpen daar even een blik. Daarna liepen we via een markje terug naar het centrum om te kijken of de fietsenverhuur inmiddels open was. Nee, die was nog steeds gesloten. Een local wilde ons voor een paar centen wel naar een andere fietsenverhuur brengen. Nee bedankt. Een andere local vertelde ons dat aan de andere kant van het plein een fietsenverhuur was. Ach, zo liepen we wat rond. Uiteindelijk zagen we twee toeristen op een fiets en vroegen waar ze die vandaan hadden. Om de hoek. Ah chill. En inderdaad, daar om de hoek was een fietsenverhuur waar we voor €4,50 de neus een fiets huurden voor de hele dag. De fietsen waren nog best chill ook. We fietsten wat door de stad, op weg naar de cenotes. Het was zo chill. De zon scheen, het was gezellig en het was leuk om weer eens te fietsen. We fietsen op het “fietspad” naast de weg. De kwaliteit van het pad had beter gekund, maar ik was al onder de indruk van het feit dat er überhaupt een fietspad was. Na zo’n drie kwartier fietsen kwamen we aan bij de eerste cenote. Het waren er twee in één. De eerste was in een grot met redelijk veel daglicht. Het water was heel helder en het wat er niet druk. Er zwommen wat zwarte vissen met snorharen in. De jongen die alles wat in de gaten hield vertelde dat het catfish was. Terwijl ik vanaf de kant alles wat aanschouwde, nam Hanna een duik. Daarna liepen we naar de tweede cenote. Deze was ook in een grot, maar met heel weinig daglicht. Ook waren er een paar van die kalkgesteenten in het water. Het zag er wel cool uit. Een Israëliër van een jaar of 40 maakte een koprol in het water met z’n broek omlaag. Hij deed dat precies in de schijnwerper van die ene straal daglicht. Er waren wat kinderen die het prachtig vonden en schreeuwden dat hij het nog een keer moest doen. Zijn vrouw zat naast mij en zei tegen die kinderen: “no, you saw it once, this was it” en ze sloeg haar hand voor haar gezicht, hahah. Ze schaamde zich dood terwijl iedereen moest lachen. Nadat Hanna ook daar een duik had genomen, stapten we weer op de fiets en gingen we naar cenote nummer drie. Dit was een open cenote en er was een touw waaraan je kon slingeren en zo het water in kon plonsen. Het was mooi. Er was een Nederlands gezin waarvan alle kinderen via dat touw het water in gingen, wat echt vrij hoog was. Hanna durfde eerst niet, maar ja, toen die kinderen ook gingen, kon zij niet echt achterblijven. Ze ging ook. Twee keer. Ik maakte een filmpje en foto’s. Toen ze weer bij mij stond, de andere mensen te aanschouwen, was er ook een dikkig jongetje van een jaar of 15 die ook aan dat touw ging slingeren. Hij kon zichzelf echter niet goed houden, liet na 2 seconden, middenin de “swing”, al los en klapte vol met zijn rug op het water. Hahaha. Oh, het was zo’n mooi gezicht. Hanna en ik moesten lachen. Toen hij boven kwam, ging hij heel dom paniekerig ademen en riep hij steeds iets. Zijn broer redde hem, wat ook een mooi gezicht was. Later stond hij aan de kant te janken, met z’n rode rug, hahaha. Hanna en ik bleven nog een tijdje kijken, in de hoop op meer zulke klappers, haha, maar helaas. Na een tijdje gingen we weer naar boven, zaten nog even op een stoepje te praten en stapten we weer op onze fietsen. We fietsten terug naar het dorp en stopten bij een leuk koffietentje dat we die ochtend hadden gezien. Het was echt heel gezellig en zaten daar een tijdje in de tuin te praten. Toen het begon te regenen gingen we binnen zitten, waar een Mexicaans vrouwtje tegen ons aan begon te praten. Ze hield niet op en liet ons foto’s zien van het hostel van een vriendin van haar, hier vlakbij, in een heel rustig dorp. Ze wilde ons het telefoonnummer geven en al, zelfs nadat wij hadden gezegd dat we morgen weer ergens anders heen gingen. Ze vond gelukkig snel nieuwe slachtoffers. Toen de regen was gestopt brachten we de fietsen terug. Al snel begon het weer te regenen, en kwamen even later redelijk natgeregend aan in het hostel. Daar chillden we wat op het binnenplaatsje. Ik bedacht dat ik mijn piercing van Hugo nog had, en zei tegen Hanna dat ik die maar eens ging proberen in te krijgen. Ze vroeg of ze moest helpen. Hmwoa, joa, misschien. We ontsmetten onze handen en ik haalde de piercing uit de verpakking. We konden het balletje maar niet van het staafje af krijgen. Ik was al bijna zover dat ik ‘m weg wilde gooien en alles bij het oude zou laten. Ik probeerde het nog één keer terwijl ik het balletje met een pincet vast hield en draaide ‘m los! Ja! Ik haalde mijn oude piercing eruit en deed deze nieuwe erin. Het deed redelijk veel pijn, maar uiteindelijk slaagde ik er wel in. Hanna draaide het balletje er weer op en tadaaa. Het voelde veel beter, omdat het balletje/achterstukje veel minder groot was dat de vorige. Rond 17:00 uur had ik honger. Hanna ook. We liepen naar het plein waar we bij een overdekte markt wat gingen eten. Hanna haalde taco’s en ik haalde eten bij een Chinees tentje. Lekker!! Even wat anders. Het was iets van noedels met kip en een vegetarische loempia. Daarna liepen we nog even over het plein waar overal (zoete/gesuikerde, of zoute/met salsasaus ofzo) maiskolven op een stokje, in een bekertje of in een chipszak werden verkocht. Ook werden er een soort van crepes verkocht, met iets erin. De Mexicanen namen allemaal zo’n ding met Nutella en kaas. Hmm, rare combi, maar ik wilde het wel proberen. De rijen voor al deze kraampjes was lang, maar Hanna was ook benieuwd hoe het zou smaken, dus stonden we zo’n 20 minuten in de rij voor zo’n ding. Het was meer een wafel dan een crêpe kwam ik achter. De combinatie Nutella en kaas was niet persé m’n favoriet, maar het was te doen. We liepen nog langs een leerwinkel waar hele mooie tassen werden verkocht. De jongen van de winkel vertelde van alles over de spullen. Alles wordt gemaakt door zijn familie die in de bergen woont. Hij liet foto’s van hen zien. Zij maken daar de tassen etc en daarna wordt alles naar Valladolid gebracht, omdat de hele regio waar zij wonen gevaarlijk is. Alles van waarde wordt daar gestolen en de politie is zo corrupt als wat. Ik vind zulke gesprekken zo bijzonder. Zo leer je de bevolking en het land echt kennen. Hij probeerde ons de spullen niet eens aan te smeren, maar was er gewoon trots op en vertelde hoe het allemaal werd gemaakt enzo. Hij had waarschijnlijk ook wel door dat wij niet een leren rugzak van €80,- gingen kopen. We praatten nog wat over voetbal, namen afscheid van hem en gingen nog even langs de supermarkt voor brood en water. Op de terugweg kwamen we nog langs de drankenhandel en haalden we nog even een biertje daar. De man herkende me nog van twee dagen geleden en hij zei weer: “hasta luego!!”, waarop ik zei dat dit echt de laatste keer was en ik morgen verder ging reizen. Hij vond het jammer, maar wenste me een goede reis. Haha bedrankt, meneer! We liepen terug naar het hostel waar we met nog wat andere mensen van het hostel een biertje dronken. Daarna ging ik douchen en naar m’n bed toe. Ik kon niet echt slapen, dus luisterde nog wat muziek. Om 23:00 uur knalde het internet er volledig uit, dus kon ik niets anders meer dan slapen. Om 7:00 uur was ik alweer wakker en zat met Hanna in de tuin. We praatten wat, ontbeten wat, pakten onze spullen in en daarna vertrok Hanna. Rond 10:30 uur vertrok ik ook en kocht ik op het busstation een ticket naar Cobá. Die bus vertrok echter pas om 11:57 uur (lekker precies). Ik ging daarom nog even naar het koffietentje waar ik die dag ervoor ook was en dronk daar een koffie. Phoe wat een hitte. De zon brandde alweer lekker. Anderhalf uur later was ik weer op het busstation en stapte in de bus naar Cobá. Na iets meer dan een uur rijden kwam ik aan in Cobá.

Cobá:
Ik liep door het dorpje, via een meer, naar de ruïnes hier. Oké, dit was een toeristische attractie. Ik liet m’n grote backpack achter bij de wc’s en ging de maya ruïnes bekijken. Het was best cool. De ruïnes lagen in het bos en het totale park was zo’n 1,5e bij 1,5e km groot. Hordes toeristen op fietsen of in fietstaxi’s trotseerden de bospaden. Ik ging lopen. Hoewel ik in de schaduw liep, was ik vrij bezweet toen ik bij de “hoofd”ruïne aan kwam: een soort van piramide die je kon beklimmen. Ook hier was ik niet de enige. Ik beklom de piramide en had op de top een mooi uitzicht over de bossen en de ruïnes. Zo ver je kon zien was er bos en was het vlak. Ik liep daarna weer door het bos naar de uitgang en haalde m’n tas op. Ik gaf de kerel die op m’n tas had gepast nog wat knaken en liep naar het parkeerterrein waar ik wat mensen vroeg van waar de bussen naar Tulum vertrokken. Wisten ze niet. En de kerels die het wel wisten zeiden dat er alleen taxi’s gingen. No way. Ik liep weer het dorp in waar ik wel een eerlijke kerel tegen het lijf liep, die mij vertelde dat er in de bocht bussen naar Tulum vertrokken. Tnx. Ik vroeg een vrouw van het restaurantje hoe laat die bus vertrok. Over een uur. Pfim. Dan is het nu tijd voor lunch. Ik bestelde quesedillas en een limonada en terwijl ik dat verorberde, stopte er zo’n retro vw-busje voor het restaurant. Ooh dat gaat m’n volgende trip worden: in een vw-busje Europa door. Een uur later kwam de bus naar Tulum aanrijden. Inmiddels regende het ook weer even. Hmm, ik dacht dat het regenseizoen voorbij was, maar tochtn stjonke. De bus was propvol, dus ik moest de hele weg staan. Ach ja. Inmiddels zat ik ook weer in een andere tijdzone, zag ik en is het tijdsverschil met Nederland weer 6 uren. Na een uurtje rijden, reden we Tulum binnen.

Tulum:
We reden mijn hostel voorbij. Op een gegeven moment wilde iemand uitstappen. Ik vroeg of ik er ook uit mocht. De buschauffeur zei van niet, en dat ik er bij het busstation uit moest, omdat mijn backpack in het ruim zat. Aahhh por favor.. ik had ‘m er al laatste in gelegd, dus ik had ‘m zo. Met tegenzin deed hij het ruim open. Chilll, dank!!! Even later checkte ik in bij m’n hostel. De kerel van het hostel bracht me naar m’n dorm. Omg, die was klein en stonk! Zo muf! Gelukkig blijf ik hier maar één nachtje. Nadat ik m’n bed had opgemaakt ging ik even in de bar zitten en chillen. In de boekenkast zag ik een Nederlands boek staan. Itte mij. Mooi, tot de volgende, mensen!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Mexico, Tulum

Midden- en Zuid-Amerika

Midden- en Zuid-Amerika

Recente Reisverslagen:

19 November 2019

Wij gingen naar Ghana!

13 Februari 2019

Ik bin bang!!

09 Februari 2019

Te vroeg gepiekt

01 Februari 2019

Wachten en verplaatsen

26 Januari 2019

Ik kan geen vulkaan meer zien ;)
Erna

Actief sinds 09 Sept. 2018
Verslag gelezen: 292
Totaal aantal bezoekers 10076

Voorgaande reizen:

11 September 2018 - 13 Februari 2019

Midden- en Zuid-Amerika

Landen bezocht: